Studentendopen: toffe groepsactiviteit of publieke vernedering?

"Er is voor mij geen fundamenteel verschil tussen een doop van Reuzegom en een andere studentendoop"

Traditiegetrouw vliegen opiniemakers, studenten en rectoren elkaar begin oktober in de haren over de studentendoop. Hoe staan de zaken er anno 2022 voor? Staat een doop voor 'een groepsband', of betekent het altijd 'een vernedering'?

Het academiejaar is uit zijn startblokken geschoten en dat brengt een aantal zekerheden met zich mee. Eerstejaars verdwalen weer in de stad, proffen sukkelen met hun lesopnames en het debat over studentendopen laait opnieuw op.

Beeld Wim Daneels

Groepsband

"De dooptraditie bestaat bij ons al vrij lang", steekt Jeroen Constant van wal. Constant is senior seniorum (een moeilijke term voor voorzitter) van het Gentse Senioren Konvent (SK), dat de streek-, café- en hogeschoolclubs verenigt. "De doop bij ons staat voor een groepsband. De schachten zien bij ons niet af. Gortige horrorverhalen zoals in de film 'Ad Fundum' zal je niet vinden. Ook niemand heeft bij ons een slecht gevoel na een doop. Er zijn natuurlijk wel eens incidenten. Sommige mensen zeggen: 'Dit is niet voor ons', maar die hebben dan de mogelijkheid om ermee te stoppen of om het iets rustiger aan te doen." Bovendien bestaat volgens Constant niet elke doop uit oudere studenten die eerstejaars met de versafdeling van de lokale Colruyt bekogelen. "Je hebt ook een doop die een stadswandeling langs de Leie is, of clubs die gewoon activiteiten in een park organiseren."

"Je groeit in belachelijk weinig tijd naar elkaar toe" – Jaime Moreira Resina

Wie aan leden van een studentenvereniging vraagt waarom ze zich in godsnaam vrijwillig laten dopen, krijgt vaak hetzelfde antwoord: "Omdat je elke opdracht en elk spel in groep uitvoert, groei je in belachelijk weinig tijd naar elkaar toe", vertelt Jaime Moreira Resina. Hij liet zich dopen bij Veto Gent, waar hij later praeses werd, maar ook bij Limburgia, de Oost-Afrikaanse Kring en Filologica. "Ik kan dus zeggen dat ik verschillende dopen heb meegemaakt vanuit alle posities van het spectrum", vertelt hij. Vanuit die ervaring is Moreira Resina er rotsvast van overtuigd dat een doop een hechte band kan smeden tussen schachten: "Voor de drie recentste dopen van Veto heb ik met mijn temmers echt opdrachten voorzien die als primair doel hadden om elkaar te leren kennen."

Vernedering

Voor een minder rooskleurig beeld van de studentendoop moet je bij Joël De Ceulaer zijn. De journalist voor De Morgen en man met een mening sprak zich in het verleden al veelvuldig nadrukkelijk uit tegen de doop. "Een doop is en blijft altijd een vorm van vernedering. Zelfs als het een zogenaamde onschuldige doop is, waar mensen zich bij wijze van spreken amuseren", poneert hij nu. De Ceulaer gaat verder: "Er is geen inwijdingsritueel dat niet gepaard gaat met minstens een zachte vorm van vernedering. Het is een schachtentemmer die de schacht bepaalde initiatieriten laat doorstaan om deel te kunnen uitmaken van de gemeenschap. Het is primitief, het is achterhaald en hoort niet meer in deze eeuw."

Die verwoording vindt Mathijs Vansieleghem "altijd wat stom." Vernedering is volgens het voormalige praesidiumlid van Home Vermeylen niet inherent verbonden met dopen: "Er is een breed spectrum aan dopen. Zelf ben ik bij Nemesis gedoopt in mijn eerste jaar. Dat was een stadsspel in groepen: teamvormend en uitdagend! Een traditionele doop met vuilmaken, zoals veel verenigingen die organiseren, heeft wel een vernederend karakter. Vernedering is geen inherent deel van de doop, maar in die gevallen de facto wel." 

"Dopen gaat in de kern om vernedering." - Joël De Ceulaer

Die bewering betwist De Ceulaer: "Er is voor mij geen fundamenteel verschil tussen een doop van bijvoorbeeld Reuzegom en een andere studentendoop. Er is natuurlijk wel een verschil, maar dat is gradueel, niet fundamenteel. Het gaat in de kern om vernedering. Mensen, schachtentemmers, scheppen er plezier in – sommigen wat meer dan anderen – om de schacht te vernederen, die dat ondergaat om erbij te horen."

"Gent doet het als studentenstad extreem goed op het vlak van dopen." - Jeroen Constant

Opvallend genoeg pleit niemand voor een volledige afschaffing van studentendopen. Niet iedereen heeft echter dezelfde redenen daarvoor. "Gent doet het als studentenstad extreem goed op het vlak van dopen", beweert Constant. "Wij verbieden bijvoorbeeld alcoholgebruik tijdens dopen. Al jaren." Moreira Resina is dezelfde mening toegedaan: "Ik ga nooit ontkennen dat er in het verleden problemen waren, ook in Gent. Maar in Gent liggen we wel mijlenver op de andere studentensteden. Mocht ik zelf een tegenstander van het doopritueel zijn, zou ik een afschaffing een veel te gemakzuchtige oplossing vinden." Joël De Ceulaer pleit naar eigen zeggen ook allerminst voor een totaalverbod op dopen: "Dopen hoeven voor mij niet verboden te worden. Ik roep individuele studenten wel op om zich niet te laten dopen. Doe daar niet aan mee. Ik wil het verzet – bij wijze van spreken – van onderuit aanmoedigen."

Doopdecreet: een verzachtende factor?

Sinds 2007 is in Gent bovendien het doopdecreet van kracht, dat de studentendopen moet reguleren. Sommige verenigingen hadden dat decreet zelfs in 2006 al aangenomen. Daarmee liep Gent enkele jaren voor op de andere Vlaamse studentensteden, die pas in 2019 een doopcharter ondertekenden. In die steden golden wel andere reglementen, maar in de meeste gevallen waren niet alle verenigingen daaraan gebonden. Bovendien diende het Gentse doopdecreet als blauwdruk voor het doopcharter. "Het doopdecreet is geen exacte wetenschap," voegt Constant toe, "maar over de jaren heen zijn de kinderziektes eruit gegaan. In andere studentensteden zal je op veel meer grijze zones stoten dan in Gent. Wij vertrouwen erop dat we allemaal een graad van volwassenheid hebben en dat iedereen de correcte beslissingen neemt."

"De studentendoop is een traditiegebonden activiteit die sinds jaar en dag deel uitmaakt van het studentenleven." - rector Rik Van de Walle

Datzelfde doopdecreet is ook voor rector Rik Van de Walle een belangrijke reden om een afschaffing niet te steunen. "Het is perfect mogelijk om studentendopen te organiseren zonder dat dat aanleiding geeft tot onaanvaardbare situaties. Het is daarbij onder meer van essentieel belang dat doopactiviteiten altijd plaatsvinden binnen de krijtlijnen van het doopdecreet", verklaart Van de Walle. "De studentenverenigingen van de UGent hebben zich de voorbije jaren samen met de studentenbeheerder heel constructief en verantwoordelijk opgesteld", gaat de rector verder. "Voor mij is het dan ook belangrijk dat ons doopcharter in essentie 'een charter van de studentenverenigingen zelf' is." Bovendien "is de studentendoop een traditiegebonden activiteit die sinds jaar en dag deel uitmaakt van het studentenleven."

De Ceulaer denkt daar het zijne van: "Dat is geen argument. Ik ken behoorlijk wat tradities die met recht en reden zijn afgeschaft. Vroeger was het de traditie dat de vrouw het huishouden en de was en de plas deed, en de man met z'n luie kont in de zetel lag. Daar zijn we ook van afgestapt. Ik heb grote achting voor de rector, maar dat vind ik geen argument." Ook doopdecreten en -charters veranderen voor hem weinig aan de zaak. "Dat maakt het iets minder erg, zou je kunnen zeggen. Maar de kern van de zaak blijft dezelfde: er is sprake van vernedering."

Vereniging zonder doop

Dat een leven als vereniging zonder doop mogelijk is, bewijst de Kring Moraal en Filosofie (KMF). "Wij hebben nooit een doop gehad", vertelt praeses Lander Demonie. "Als het zonder doop kan, doet KMF dat liever." 

"Het is goed om op de introductiedag in de aula te vertellen dat we niet dopen. Er gaat dan een golf van opluchting door de zaal." - Lander Demonie

Daarnaast is niet dopen ook interessant om nieuwe leden naar de vereniging te lokken. "Het is goed om op de introductiedag in de aula te vertellen dat we niet dopen. Er gaat dan een golf van opluchting door de zaal. Het maakt de vereniging een stuk laagdrempeliger voor eerstejaarsstudenten." 

De traditie van niet-dopen komt volgens Demonie ook niet voort uit een diepe afschuw tegenover het concept van een doop. "Een doop kan sowieso leuk zijn. Als kring staan we veeleer onverschillig tegenover het fenomeen." KMF voelt zich ondanks zijn niet-dopende status allerminst geïsoleerd. "We komen goed overeen met andere kringen, zeker met de kringen uit de Blandijn die een lichte of zelfs geen doop hebben. Wij zitten samen in ons lokaal en praten daar dus wel af en toe over. KMF gaat al altijd een beetje zijn eigen weg, maar we komen wel overeen met de andere kringen."

In het kader van dit artikel werd ook het FaculteitenKonvent (FK) gecontacteerd, de grootste koepel van studentenverenigingen in Gent. Zij kozen ervoor om niet met Schamper in gesprek te gaan omdat de week voor het begin van het academiejaar voor hen heel druk is.

Nog geen stemmen

Reacties

Bericht: 
Meneer De Ceulaer moet toch es een beetje nuance leren. "Dopen gaat in de kern om vernedering." Geen fundamenteel verschil met Reuzegom etc.. Like.. really dude ?? Kerel, er zijn legio voorbeelden, in dit artikel zelfs, die het tegendeel bewijzen. Zijn er situaties geweest, nu en vroeger, waar eikels er daarvoor zaten. Zeker. Iedereen over je bevooroordeelde kam sleuren ?No thanks. Zelf in Brussel gedoopt, en beaam dat dat gewoon lollig was en idd veel mensen leren kennen. Tot decennia later. En er waren ook ongedoopte leden ook. Dat kon gewoon. Enfin, weer de zoveelste kruistocht van Don Quichote imho..

Reactie toevoegen