Protest in de put?

Burgers komen op voor hun rechten. De laatste decennia hebben we protesten voor het milieu, voor meer menselijkheid. Door mannen, vrouwen, non-binairen, studenten, vakbonden en zelfs clowns. Maar why even bother?

Protesten zijn er in alle soorten en maten, maar de laatste jaren lijken protesten weinig te bereiken of op zijn minst snel uit te doven. In dit artikel nemen we historische en actuele voorbeelden onder de loep. We nestelen ons op de bank bij de psycholoog en op de zolderkamer van de filosoof en gaan op zoek naar antwoorden.   

Tussen de archieven van de historicus

De schijnbaar simpelste verklaring komt hier als eerste aan de beurt: zijn protesten gewoon passé? Letterlijk millennia geleden werd de prille Romeinse Republiek geplaagd door schuldslavernij, en nadat een vuile ex-centurion met schulden begon te klagen dat hij beter af zou zijn bij de vijanden van Rome, begon het volk te murmelen. Wanneer er nog strengere wetten kwamen, kookte de pot over. Het plebs legde hun werktuigen neer en ruilden de stad in voor de Mons Sacra. 'Home Alone' avant la lettre, met in plaats van een pientere tween, de rijkste burgers van Rome die niet wisten wat aan te vangen zonder de rest van hun burgers. Schoorvoetend kwamen ze onderhandelen, en verkreeg het plebs meer macht. Het werkte zo goed dat ze het over de komende 250 jaar nog vier keer herhaalden. Spontaan wildkamperen op de Blandijnberg, iemand?

Betogingen bleven meestal spontaan, tot diep in de negentiende eeuw, met afwisselend belastingsrellen en de iets minder doordeweekse revoluties. Met de opkomst van bureaucratie, centralisering en steeds verslechterende schoolmaaltijden vond er een evolutie plaats van spontane acties naar geplande marsen door de straat, bezettingen van openbare gebouwen en, voor de echte durvers, parkings. Het internet zorgde voor een nog grotere mobilisatie, en buiten 2010 zien we bijvoorbeeld bij onze noorderburen een steeds groter aantal protesten, dixit sociologe Jacquelien van Stekelenburg.

Spontaan wildkamperen op de Blandijnberg, iemand?

Maar leidde dit tot succes? Van Stekelenburg zegt van wel, dertig procent van de protesten zou hun doel behalen. Maar professor Jan Dumolyn, professor in de geschiedenis aan onze universiteit, was een aantal jaar geleden in een interview met Schamper pessimistischer. Volgens hem hebben protesten te maken met een gevoel van antisyndicalisme: er is een lak aan structuur, waardoor initiatieven vaak uitdoven na een protest. Het internet dat mensen verbindt zorgt ook voor meer anonimiteit en deelnemers die meer hun geweten willen sussen dan een doel vooruit helpen. 

In de zetel bij de psycholoog

We hebben vaak de neiging onszelf beter te begrijpen door middel van een vergelijking met de ander. Als dit oordeel negatief is, voelen we ons tekortgedaan. Dit gevoel van achterstelling heet in de sociale psychologie 'relatieve deprivatie'. Het is gegrond in een subjectieve afweging: we plukken elementen willekeurig uit ons leven en vergelijken deze met andere mensen. Een ietwat pientere professor houdt bijvoorbeeld, met deze redenering in het achterhoofd, de punten bewust zo laag mogenlijk om onvrede te vermijden. 

Als je in je eentje gaat protesteren in de straten van onze hoofdstad, maak je evenveel indruk als de zoveelste doortocht van Marc Van Ranst in 'De Afspraak'. Doortje heeft het geprobeerd en het is niet goed afgelopen ("Nee tegen boksen, boksen is barbaars!"). Daarom moet menig visionair, andere gelijkgestemde zielen verenigen om een groep te vormen. De visionair probeert een ingebeelde gemeenschap van mensen te vormen. Hoewel de leden elkaar niet persoonlijk kennen, voelen ze zich toch verbonden. Door deze ingebeelde gemeenschap bouwen mensen een sociale identiteit op. Toen de Notre-Dame van Parijs afbrandde, schreef Macron op Twitter "Een deel van ons staat in brand". 

Als je tot collectief protest wilt overgaan, komt het in essentie neer op groepsvorming. Een sterke sociale identiteit zorgt ervoor dat mensen hun gemeenschappelijk belang inzien. Een gedeeld belang vormt dan de voedingsbodem voor krachtig protest. Als de groep eenmaal 'ja' heeft gezegd, is het verdomd lastig om op je eentje 'nee' te zeggen. Wat bestel jij op je eerste feestje, een pintje of een kriek? Zorgt deze groepsdruk tot conformatie dan misschien voor minder inzet?

Op de zolderkamer van de politieke filosoof

In de politieke filosofie draait het om macht. Eeuwenlang waren de spelregels volgens Machiavelli eenvoudig. Macht is strijd en strijd is immoreel. Vijf eeuwen later hebben de 'Peaky Blinders' deze levenswijze tot een kunst verheven. Geweld was vaak een middel om tot sociale verandering te komen. In het verleden verliep de weg naar enkelvoudig stemrecht of de afschaffing van de slavenhandel niet zonder slag of stoot. "Geweld is de vroedvrouw van de nieuwe maatschappij", zei Marx. De vroedvrouw is vandaag nog niet van haar taak verlost. Vormen van geweld zoals geheime aanhoudingen en opsluitingen zijn nog steeds schering en inslag. Bijvoorbeeld in de landen Wit-Rusland, Rusland, Afghanistan, Myanmar of China worden mensen die voor vrijheid strijden van hun vrijheid beroofd. 

Porseleinen woorden als bindmiddel voor een verdeeld volk, zo helpt poëzie

Hebben de Peaky Blinders, Machiavelli's en de bizonmannen van deze wereld dan toch gelijk? Is geweldloos protest gedoemd om te falen? Neen, geweldloos protest is even krachtig. Dit blijkt uit een recente studie van de Harvard-professor Erica Chenoweth.  'Make love not war', is een leuze die niet enkel de hippies scandeerden. Historische figuren zoals Mandela, Gandhi, Merton of King toonden dat het kan. Er zijn ook actuele voorbeelden. In de global village van de eenentwintigste eeuw is een bordje met de tekst 'skolstrejk för klimatet' genoeg om (een deel van) de wereld wakker te schudden. Iets soortgelijks gebeurde tijdens de inauguratie van Biden. De tweeëntwintig jarige Amanda Gorman schreef een krachtig gedicht van hoop en verzoening. Porseleinen woorden als bindmiddel voor een verdeeld volk, zo helpt poëzie.

Machiavelli schreef ooit: "ongewapende profeten gaan ten onder". Inderdaad, sommige gaan ten onder. Zij verwelken als een verdorde kerstboom een eindje na nieuwjaar. Maar sommige 'ongewapende profeten' slagen wel in hun opzet. Zij zetten een stap dichter naar het, in hun ogen, 'beloofde land'. Misschien is de vraag niet of protesten nog werken, maar eerder hoe onze generatie geweldloos problemen aankaart en bevecht.

0
Gemiddeld: 5 (2 stemmen)

Reactie toevoegen