De laatste jaren zijn thema's als dekolonisatie, gender en racisme schering en inslag. Toch gaat het bij dat laatste vaak enkel over die ene Vlaams Belanger of burgemeester uit Samson en Gert. Laat ons niet vergeten dat het alomtegenwoordig is.
Het 21e-eeuwse West-Europa gaat er maar al te graag prat op dat publiekelijk racisme iets van het verleden zou zijn. Of op zijn minst dat het binnen de perken blijft van wat behapbaar is. Tegelijk denkt het ook dat het bannen van Rusland uit het Eurovisiesongfestival een adequate oplossing is. Het is meer dan duidelijk: racisme bestaat en kruipt waar het niet gaan kan. Het zit diep geworteld in onze samenleving, in ons rechtssysteem, en zelfs binnen het soms best bedoelde compliment.
Dit is exact waar de 'critical race theory', of kritische rassentheorie, om draait: de manieren waarop racisme systematisch verankerd zit in onze maatschappij. Racisme is met andere woorden meer dan de som van individuele racisten, het is een alomtegenwoordig fenomeen. Een van de duidelijkste voorbeelden is het racisme op de huurmarkt. Een gegeven waar de overheid jammer genoeg nauwelijks verandering in lijkt te brengen. De 'critical race theory' probeert dit racisme tegen te gaan. Dit gebeurt op verschillende manieren: de aandacht vestigen op de normatieve witheid, de zelfaangesproken kleurenblindheid doorprikken, het legitimeren van de ervaringen van raciale minderheidsgroepen, en de bewustmaking over de verschillende vormen waarin racisme vaak ongestoord blijft verdergaan. Want het zijn namelijk net de al dan niet goedbedoelde grapjes en opmerkingen die een belangrijke rol spelen bij de instandhouding van het systeem.
Het mag niet verbazen dat deze theorie ontstaan is in de Verenigde Staten. De Afro-Amerikaanse burgerrechtenbeweging bracht enorm veel aandacht op de raciale ongelijkheid. Na de moord op Martin Luther King kwam er echter opnieuw een langzame status quo, waarbij de VS nu overtuigd leek dat ze quasi kleurenblind waren geworden. Zelfoverschatting? In de Verenigde Staten? De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Hoewel de theorie daar is ontstaan, is er ook haar grootste weerstand ontstaan. Om nog een open deur in te trappen: het was niemand minder dan Donald Trump die de deur openzette voor de tegenwerking van deze theorie en iedereen die erover wou onderwijzen, door middel van de vrij ironisch getitelde 'Executive Order on Combating Race and Sex Stereotyping'. Er zijn al pakweg een dozijn staten die het onderwijzen van deze theorie of dergelijke veronderstellingen verbieden.
Alhoewel de 'critical race theory' voornamelijk in de Amerikaanse context wordt toegepast, is het ook een interessante bril voor onze maatschappij. In een recent onderzoek door medewerkers aan de KU Leuven en de UAntwerpen keek men naar de situatie van Turkse studenten in het Vlaamse middelbaar en hoger onderwijs. Leraren blijken voor leerlingen van buitenlandse origine veel belang te hechten aan de beheersing van het Nederlands, en gaan ook hiernaar wijzen bij slechtere resultaten. Een minder goede kennis hiervan hangt ook samen met aspecten als 'minder gemotiveerd' of 'minder capabel'. Kleine opmerkingen of stereotyperende grapjes bleken schering en inslag, ook over hun academische prestaties. Dé oplossing om racisme tegen te gaan bestaat niet, maar het begint bij de erkening van het probleem, en bij een grotere vertegenwoordiging van studenten, lesgevers en bestuurders uit etnische minderheidsgroepen. Maar laat ons eerst beginnen bij de erkenning van het probleem.
Reactie toevoegen