De wet van de entropie

Voor het eerst in mijn leven heb ik de stap gewaagd. Ik heb op een druilerige donderdagmiddag een kan thee besteld op café. Niet zomaar een kop waarbij ik vluchtig even kon neerzitten om dan even snel weer te vertrekken. Nee, dit keer besloot ik mijn middag te spenderen met een hele kan. Ik had nood aan rust en zo’n theekan leek me heerlijk luxueus. Een hele middag op café zitten is een investering van het meest schaarse goed dat je als student hebt: tijd. Het was enkel de beklijvende vrees dat de theekan koud zou worden die me weerhield. Wat is een middag tot rust komen nu met koude thee? Gelukkig dansten theelichtjes onder de houder van mijn keramieken gezelschap en hielden ze mijn thee warm terwijl ik schuilde voor de regen en het drukke leven. Elke keer dat ik mijn tas hervulde met een kruidige earl grey, toverde de warme thee een glimlach op mijn gezicht.

De exacte wetenschap zou mijn warme thee verklaren aan de hand van de wet van de entropie. Ik tracht het vatbaar te verwoorden: die wet gaat uit van een natuurlijke staat van chaos en om die chaos tegen te gaan en dingen te creëren, moet je er energie in steken. Maar het gaat verder, want ook om dingen in hun huidige staat te behouden en ze te weerhouden om opnieuw in chaos te vervallen, heb je energie nodig. Dus kort door de bocht en alle formules vermijdend, neem ik de vrijheid om te zeggen: om eender wat in de staat te behouden waarin het zich bevindt, heb je een bepaalde hoeveelheid energie nodig. Steek je er geen energie meer in, dan vervalt het ding terug tot chaos. Ergo: zonder het theelichtje zou de thee afkoelen.

Mijn mentale gezondheid en mijn relaties zijn de wortels die me stabiliteit bieden om te kunnen groeien. Ik neem hun aanwezigheid gewoon aan, zonder te beseffen dat ze ook grondstoffen nodig hebben.

Mijn elementaire uitleg verraadt wellicht dat ik weinig voeling heb met wetenschappelijke wetten. Als een zwart politicologisch schaap in een wetenschappelijke familie, heb ik noodgedwongen een amateuristische kennis en zelfs genegenheid voor de wetenschap opgebouwd. Want hoewel Wikipedia me niets dan formules en fysica-jargon voorschotelt, voelt de wet van de entropie menselijk aan.

Ik doe dan wel geen laboratoriumtesten, maar steek wel dagelijks hopen energie in een waaier van dingen in de hoop om nieuwe dingen te creëren. Ik ben gulzig in mijn verzuchtingen. Ik wil nieuwe dingen en ik wil ze alsmaar beter. Nadenken over de entropie confronteert me met een besef dat ik niet altijd genoeg energie investeer in het behouden van de dingen zoals ze zijn. Mijn mentale gezondheid en mijn relaties zijn de wortels die me stabiliteit bieden om te kunnen groeien. Ik neem hun aanwezigheid meestal gewoon aan, zonder te beseffen dat ze ook grondstoffen nodig hebben om me stabiel te houden. Doordat niet alles even snel vergaat, heb ik soms een fout gevoel van stabiliteit. Pas wanneer ik ongelukkig in mijn bed lig snap ik dat ik me niet genoeg verweerd heb tegen de dingen die me daar brachten. Dus voortaan ben ik niet langer een liefhebbend amateur. Ik acht me nu een volleerd wetenschapper met een duidelijke missie: ik vecht tegen de wet van de entropie. Een middag gaan neerzitten met een kan verwarmde thee lijkt me een ideaal begin.

0
Gemiddeld: 4.7 (3 stemmen)

Reactie toevoegen