De Zevende Klimaatsdiscussie

Geachte dr. Maarten Boudry

Rustig rondzappend kwam ik zondagmiddag op 'De Zevende Dag' terecht, toevallig in het begin van uw gesprek met Lisbeth Imbo en Anuna De Wever. In alle eerlijkheid herkende ik u nauwelijks, maar uw naam deed toch een belletje rinkelen na het nieuws over het ontvangen van de leerstoel ‘Etienne Vermeersch’. Vol nieuwsgierigheid luisterde ik naar wat u te zeggen had. En wat u te zeggen had gaf me eerlijk gezegd een verontwaardigd gevoel. Dus herstartte ik het gesprek. Ik zou de context wel gemist hebben, veronderstelde ik.

Niets was echter minder waar. Het begon al bij het begin. Toen mevrouw Imbo u ‘ecorealist’ noemde, schoot u onmiddelijk met een grijns in de verdediging: “Ecomodernist, is de oorspronkelijke term, de andere is van N-VA.” Eerst zag ik dit als iets positief: “Gelukkig,” dacht ik, “hij aapt niet gewoon een politieke partij na.” Toch verbaasde het me dat er opmerkelijk grote gelijkenissen zijn tussen uw visie op klimaat en die van de politieke partij, van uw ideeën over kernenergie tot het opzijzetten van delen van klimaatbetogers als anti-kapitalisten, zoals blijkt in uw open brief en uw NRC-opiniestuk ‘Klimaatactivisten geven niet om het klimaat’: “Het klimaat dient vooral als breekijzer om datgene te bereiken waar hun (velen van de klimaatactivisten, red.) harten echt van opspringen: radicale en allesomvattende systeemverandering. Het klimaat is een stok om de hond te slaan en de hond luistert naar de naam ‘kapitalisme’. Of preciezer: het huidige industriële, kapitalistische, neoliberale, op groei gerichte, westerse samenlevingsmodel.” Alsof de helft van de huidige klimaatbeweging lid zou zijn van Comac.

Maar dit betekent niet dat u niet ergens een punt hebt, niet elke zelfbenoemde klimaatsactivist heeft het werkelijk zo goed voor met het klimaat als ze beweren, en profiteurs zijn er altijd. (Klimaat)problemen zijn altijd ingewikkelder dan ze op het eerste gezicht lijken. Als ik iets heb geleerd in de 21 jaar die ik hier rondloop, dan is het dat als de oplossing echt makkelijk zou zijn, ze al gevonden en uitgevoerd zou zijn. Maar het bleef echter niet bij dit ene voorval. Hetgeen me pas echt onrustig maakt, was een uitspraak iets verder in uw gesprek, over fossiele brandstoffen. Ik citeer: “Maar er is een goede reden voor onze politici en onze bedrijfsleiders om gigantische hoeveelheden CO2 in de atmosfeer pompen. En dat is omdat CO2, die afkomstig is van fossiele brandstoffen, een gigantische zegen is geweest voor de mensen de afgelopen 200 jaar, ... Dus als je naar de wereldgeschiedenis kijkt, tot aan de Industriële revolutie, zie je eigenlijk armoede, doffe ellende en miserie.” U verwijst hier, zo leer ik uit uw open brief, naar Thomas Hobbes, die het menselijk leven voor de Industriële revolutie beschreef als ‘eenzaam, armoedig, afschuwelijk, beestachtig en kort’, en ook verder in het gesprek kunt u niet zwijgen over wat een zegen dit wel niet was. En hier wringt het schoentje, waarde heer Boudry.

Want het interessantste wat ik heb geleerd in de eerste twee jaren van mijn opleiding geschiedenis, is dat geschiedenis willekeurig is. Als Duitsland de Tweede Wereldoorlog had gewonnen, had onze maatschappij er anders uitgezien. Als Napoleon niet werd verslagen ook, en als het ondernemingsklimaat, de economische omstandigheden en het intellect elders aanwezig waren, was de Industriële revolutie, uw Precious, misschien wel elders begonnen. Want hoe veel voordelen die ook had, het is te makkelijk om het vanuit westers oogpunt als puur positief te zien. De arbeidsomstandigheden, de dominantie over en vernieling van geheel andere, en toch niet minderwaardige culturen in Amerika, Azië en Afrika, die dan ook zou leiden tot verdere racisme en segregatie, en zoveel andere politieke, economische en culturele voorvallen, zijn hier ook een product van. Onze maatschappij is hoe zij is, vanwege gebeurtenissen die honderden jaren geleden plaatsvonden, hoe toevallig deze ook waren. We hebben inderdaad onze hedendaagse situatie hieraan te danken. Maar zo vanzelfsprekend als u dit voorstelt, is het verre van. Uw verheerlijking van de industriële revolutie en daarmee samenhangend CO2 en fossiele brandstoffen doet voor mij dus te kort, zoveel is duidelijk. Dat u dit dan langs de ene kant verdedigt en toch langs de andere kant zegt dat we zo snel als economisch houdbaar is moeten overschakelen op alternatieven, lijkt me op z’n minst gezegd vreemd, al dan niet verontrustend. Hoewel u discussies over Greta Thunberg als persoon naar eigen zeggen probeert te mijden omdat ze afleiden van de kern van de zaak, heeft u in het gesprek duidelijk geen probleem om de kern van de zaak te mijden, namelijk dat regeringen verantwoordelijk moeten worden gehouden voor de hoeveelheid CO2 die ze de wereld in pompen.

Ten slotte wil ik graag eindigen met een advies, het advies van een 21-jarige student, niet verbonden en niet al te bekend met klimaatbewegingen. U zit met hetzelfde probleem, al komen de klimaatjongeren en u met andere oplossingen. De wereld zal inderdaad niet onmiddellijk vergaan, maar de maatschappij die wij kennen kan dat absoluut wel. Wij, als klein land, kunnen inderdaad niet extreem veel doen aan het klimaat, behalve met onze technologische kunde, maar we kunnen wel de internationale jeugd steunen, die vraagt om daadwerkelijke stappen in de goede richting, en een reactie van regeringen, omdat er wel degelijk een probleem is, vragen, want zelfs daarover is niet iedereen het eens. En dan heb ik liever hoop in de jeugd dan vertrouwen in de vergrijzende volwassenen. Noem me gerust naïef. Maar als dat naïef zijn is, zie dit dan als een oproep om iets naïever te vertrouwen in de jeugd, mijnheer Boudry. Ik wil gerust geloven dat u niet een van de oude bange blanke mannen bent naar wie u verwees in het gesprek, maar het belerend overhandigen van uw recentste boek na het gesprek lijkt me niet het beste bewijs daarvan.

0
Gemiddeld: 3.7 (3 stemmen)

Reactie toevoegen