Jesus take the wheel

Je moet het maar kunnen: als persoon uit het Midden-Oosten zo geliefd zijn in de Verenigde Staten. Net zoals bij alle bekende figuren, komen er al snel mythes naar boven, maar over de mythes over deze man werden er letterlijk al boeken geschreven.

Dat we niet moeten uitleggen wie Jezus was, is niet verwonderlijk. Het is dan ook een bijzondere verwezenlijking: om je geboorte te laten gelden als het begin van de meest gebruikte tijdrekening ter wereld. Miljarden mensen over de hele wereld kennen de mirakels en de legendarische dood van de man. Maar veel minder mensen kennen de geschiedenis achter de verhalen. De Messias heeft vermoedelijk echt bestaan, zo'n 2000 jaar geleden. Daar zijn veel historici het over eens. Dat hij op 25 december in een stal is geboren en later zieken kon genezen, is moeilijker te bewijzen. Alle informatie die we uit historische bronnen kunnen halen, geeft ons een idee van wie deze man echt was. Dit is, in tegenstelling tot het beeldje op de schoorsteen van je grootouders, de Historische Jezus. Betrouwbare informatie vinden is niet makkelijk. Waar vinden we namelijk in godsnaam (pun intended) informatie over iemand die zo lang geleden leefde en pas na zijn dood wereldberoemd werd?

De bronnen

Er is geen hard fysiek of archeologisch bewijs, dat staat vast. Historici kunnen alleen met geschreven bronnen werken. Aan de ene kant heb je de Romeinse schrijvers Flavius Josephus en Tacitus, anderzijds de home turf: de evangeliën. De geschreven bronnen naast de Bijbel zijn schaars omdat het christendom in de eerste eeuw niet bekend was. Meer nog: de religie werd gezien als een bedreiging voor het Romeinse Rijk. Romeinse auteurs wilden destijds dus niet over christenen schrijven, en al zeker niet op een positieve manier. Een andere valkuil voor niet-Bijbelse geschreven bronnen is de overlevering door christenen. Middeleeuwse monniken schreven antieke teksten over en zo kwamen ze ook bij ons terecht. De kopieerders konden dus stukken tekst aanpassen of toevoegen.

Bijbelse bronnen vertellen heel wat over Jezus. Het is alleen moeilijk om in te schatten of ze juist zijn.

Bijbelse bronnen vertellen heel wat over Jezus. Het is alleen moeilijk om in te schatten of ze juist zijn. De vier evangeliën van het Nieuwe Testament bespreken hem uitvoerig, maar de auteurs waren geen ooggetuigen. Ze schreven hun teksten pas decennia na Jezus' dood. De schrijvers baseerden zich op verhalen die mondeling verteld werden en dus misschien aangetast waren door interpretaties. Dit wordt duidelijk wanneer je de evangeliën naast elkaar legt: ze bevatten vaak verschillende versies van één verhaal en spreken elkaar tegen. Het belangrijkste element dat historici doet twijfelen aan de juistheid van de Bijbel, is de mogelijke bias van de auteurs. De evangeliën werden namelijk geschreven door volgelingen van Jezus die als doel hadden om lezers te overtuigen van hun geloof.

Wat weten we wel?

Uit de bronnen en historische context kunnen we een paar waarschijnlijkheden afleiden. We weten bijvoorbeeld vrij goed welke taal de man sprak: een Aramees dialect. Ook aanvaarden veel academici dat Jezus werd gedoopt door Johannes de Doper en gekruisigd door de Romeinen. Er is veel materiaal dat suggereert dat Johannes de Doper bestond en Jezus' doop is verschillende keren geattesteerd. Toch blijft het debat rond zijn historiciteit woeden. De conclusie lijkt te zijn dat geen enkele academicus weet hoe het leven van Jezus eruitzag.

Nog geen stemmen

Reactie toevoegen