De aarde zijn we mooi om zeep aan het helpen! Gelukkig telt ons zonnestelsel zeven (naar ons weten) ongekoloniseerde planeten. Ze zijn niet zo ideaal als de aarde, maar mogelijks leefbaarder dan een gemiddeld Gents studentenkot.
Om menselijk leven te onderhouden, zijn er een aantal minimumvereisten: een vast oppervlak, een atmosfeer, vloeibaar water en betaalbare brugspaghetti. Een vast oppervlak om op te staan is een vrij evidente levensvoorwaarde, maar de helft van de planeten in ons zonnestelsel bestaan voornamelijk uit gas. Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus zijn opgebouwd uit een kleine vaste kern met een zee van vloeibaar waterstof errond en een dikke atmosfeer die het grootste deel van de planeet vormt. Daarop landen zou dus grote problemen geven. Dan schieten enkel de vier kleine rotsplaneten dichter bij de zon over.
Neem nu bijvoorbeeld Mercurius. Hoewel de planeet een 'snelle' is, is het oppervlak onregelmatiger dan het gezicht van de gemiddelde tiener. Dat komt door de dunne atmosfeer die geen brokstukken uit de ruimte kan tegenhouden. Die slaan dan zonder pardon in op de planeet. Hier op aarde werkt onze dikke atmosfeer ook als een deken rond de planeet. Daardoor straalt planeet niet onmiddellijk alle warmte die ze van de zon ontvangt terug uit. Mercurius' dunne atmosfeer houdt die warmte amper vast, waardoor ze te kampen heeft met extreme temperatuurschommelingen. Overdag stijgt het kwik er tot zo'n 400°C boven nul om dan 's nachts temperaturen tot -180°C te halen.
Geen wonder dat deze planeet de favoriete waanideespeeltuin van egotrippende multimiljardairs is
Schuiven we een planeet verder van de zon, dan belanden we bij Venus, vernoemd naar de godin van de liefde vanwege haar schoonheid aan de nachtelijke hemel. De atmosfeer van Venus is veel dikker dan die hier op aarde, ook al zijn de planeten ongeveer even groot. De luchtdruk is er zo'n negentig keer groter dan hier, dat komt ongeveer overeen met de druk van een twintigtal olifanten op je schouders. Die dikke atmosfeer bestaat bovendien voornamelijk uit koolstofdioxide. Dit zorgt voor een op hol geslagen broeikaseffect waardoor de temperatuur op Venus constant rond de 470°C blijft.
Dan rest er nog één planeet, Mars. De rode planeet lijkt op het eerste gezicht niet zo slecht: een afstand die op een halfjaar tijd overbrugbaar is, temperaturen die van -80°C op de polen tot 17°C op een warme zomerdag gaan en geen verpletterende luchtdruk. Geen wonder dat die planeet de favoriete waanideespeeltuin van egotrippende multimiljardairs is. De lage luchtdruk van Mars is te wijten aan de extreem dunne atmosfeer, waardoor die ook amper bescherming biedt tegen schadelijke straling vanuit de ruimte. Er zijn nogal wat sciencefictionachtige oplossingen bedacht om de atmosfeer te verdikken, door aan terraforming te doen of kernbommen op de poolkappen te lanceren bijvoorbeeld. Problematischer is de afwezigheid van een sterk magnetisch veld. Hierdoor is het oppervlak amper beschermd tegen geladen deeltjes die van de zon komen, de zogenaamde zonnewind. Die deeltjes zijn experts in het om zeep helpen van elektrische systemen, wat bijvoorbeeld de zuurstofproductie, en bijgevolg je dag, kan ruïneren.
Dat de aarde onaangenaam kan zijn, weten we. Maar de alternatieven bekeken, is met kritische blik op popular science je bankrekening aderlaten en een brugspaghetti te gaan eten misschien geen slechte optie.
Reactie toevoegen