Rechten leren lezen

Fils à papa is Frans, maar kunnen de rechtenstudenten ook Nederlands? Het deelluik 'schrijven' binnen het vak 'vaardigheden' van de eerstejaarsopleiding zou er althans voor moeten zorgen dat dit inderdaad zo is.

Er is een breed gevoel van onbehagen aan de UGent inzake de Nederlandse taalbeheersing van de studenten. Sinds twee jaar is de universiteit in haar geheel vragende partij voor een grotere aandacht voor taal, omdat het overal slecht gesteld zou zijn met de schrijfvaardigheden. Jan Verplaetse (medelesgever 'vaardigheden I', opleiding Rechten) vertelt wat er speelt onder professoren: "Elke docent klaagt erover. Na vijf minuten praten heb je al talloze voorbeelden van ondermaats taalgebruik in bachelor- en masterproeven." Omdat taalbeheersing zo belangrijk is voor een jurist, besloot de rechtenopleiding concreet met het probleem aan de slag te gaan. Zo is er in het vak 'vaardigheden I' een luik 'schrijven' dat het taalniveau van de rechtenstudenten moet opkrikken. Wellicht start men hier ook al mee in het eerste jaar om preventief de problemen in de toekomstige bachelor- en masterproeven aan te pakken.

Argumentatieleer

Verplaetse definieert eerst wat er precies bedoeld wordt met taal: "Taalbeheersing is ruimer dan enkel spelling en grammatica. Inhoud verdient evenveel aandacht. Dan gaat het over structuur, retoriek en een doordacht hanteren van stijl en de juiste taalregisters." Die meerdere lagen vertalen zich ook in het vak 'vaardigheden I'.

"86 % van de jongeren bestaat wel degelijk" – filosoferende student

Zo geeft Verplaetse lessen argumentatieleer om inzichtelijker en creatiever om te gaan met taal dan de eerder mechanisch toepassing van de correcte spellings- en grammaticaregels. De focus ligt in het eerste jaar op geschreven Nederlands en dit wordt aan de hand van twee grote taken beoordeeld. In het eerste semester moeten de studenten een synthese schrijven en in het tweede een betoog. Er zijn werkcolleges om de syntheses in kleinere groepen te beoordelen of om in het kader van de betoogtaak een debat te houden. Die kleinschalige leeromgeving duidt op het belang van individuele begeleiding en leervormen die minder passief zijn dan de klassieke hoorcolleges ex cathedra.

Heldere communicatie

Het rommelt niet alleen in de faculteit Recht en Criminologie. Koen Ponnet (lesgever 'academisch rapporteren', opleiding Communicatiewetenschappen) verleent een kijkje over de faculteitsmuren heen. Ponnet poneert de volgende stelling: "De dalende trend is al een tijdje bezig. Als je naar een professor van UGent zou bellen, zullen velen dit beamen." Hij geeft zelfs een hele reeks sprekende voorbeelden uit papers van eerstejaars. Naast de klassieke dt- en contaminatiefouten, zijn er bepaalde passages die echt de heldere communicatie van deze communicatie-wetenschappers in spe in het gedrang brengen.

Zo was er een student die heel filosofisch de volgende bedenking maakte het merendeel van de jeugd effectief lijkt te bestaan: "Uit een Amerikaans onderzoek van Morning Consult (2020) is gebleken dat meer dan 86% van de jongeren zijn." Merkwaardig, niet? Koen Ponnet nuanceert de lachwekkende indrukken echter: "Niet alle studenten doen het slecht. Er is echter wel onmiskenbaar een algemene achteruitgang."

"Dostojevski en Toergenjev waren mijn vrienden. Wie zegt dat vandaag nog?" – Koen Ponnet

Het vak 'academisch rapporteren' moet dit voorkomen. Anders dan in de rechtenstudies is dit volledig gefocust op academisch schrijven. In de rechtenopleiding is er namelijk een grotere diversiteit van juridische teksten, terwijl de Politieke en Sociale Wetenschappen een echte papercultuur heeft met een focus op literatuurstudie en een onderzoeksvraag. Toch mikken beide eerstejaarsvakken voor een groot deel op hetzelfde doel. De studenten moeten aan de hand van goed aansluitende zinnen een coherente tekst met een duidelijke structuur kunnen schrijven.

De wortels van de wildgroei in studententaal

Wanneer gevraagd werd naar de mogelijke oorzaken van de taalverwaarlozing onder studenten, kwamen zowel Verplaetse als Ponnet met een aantal plausibele verklaringen. Verplaetse suggereert dat men tijdens de coronaperiode misschien te mild was in het middelbaar onderwijs. Ponnet wijst ook naar de aandacht voor taal in de humaniora, zonder daarmee de verantwoordelijkheid in de schoenen van individuele leerkrachten te schuiven.

Yanne De Frenne

Beide heren zien het probleem echter in een ruimere maatschappelijke context. Er is een nieuwe manier van vrijetijdsbesteding onder de jeugd in de vorm van games en sociale media. Deze beeld- en sms-cultuur zorgt ervoor dat de jongeren minder volzinnen schrijven en boeken lezen. Ponnet vat het contrast met het verleden samen in de volgende boutade: "Dostojevski en Toergenjev waren mijn vrienden. Wie zegt dat vandaag nog?" Lange, schriftelijke uiteenzettingen lezen geraakt in onbruik en zorgt ervoor dat studenten minder in staat zijn de narratieve structuur van teksten te ontleden.

Een toekomst voor taal?

Verplaetse is nog afwachtend om uitspraken te doen over het resultaat van de nieuwe aanpak van schrijfvaardigheden in de opleiding Rechten. Doordat het nog maar een recente wijziging is in het leerprogramma, is er nog geen zicht op het effect op bachelor- en masterproeven. Het is ook nog wachten op de eerste studentenevaluaties. Net als Ponnet, beveelt hij Taalonthaal aan voor verdere ondersteuning. Dit is het overkoepelend schrijfcentrum van de UGent, waar je een individuele afspraak kan maken om papers na te lezen en workshops kan volgen over academisch schrijven.

De toekomst zal uitwijzen of deze initiatieven hun gewenste vruchten afwerpen en of ze de aanzet geven tot meer aandacht voor taal aan onze universiteit.

0
Gemiddeld: 5 (3 stemmen)

Reactie toevoegen