Het brein en gezicht van de Bestuurskunde gaat met pensioen. Zijn laatste les is gegeven en zijn laatste examens zijn afgelegd. Maar volledig verdwijnen denkt hij niet te doen: Filip De Rynck blijft actief binnen de publieke sector en plant nog veel te schrijven. Professor, u zal gemist worden!
Wat is er zo sexy aan Bestuurskunde?
“Ik vind het erg belangrijk dat we mensen opleiden die in de brede publieke sector tewerkgesteld zullen worden. Het is niet gemakkelijk om elk jaar opnieuw aan studenten te tonen dat de vraagstukken die daarmee gepaard gaan, boeiend zijn. Ze omvatten maatschappelijke discussies zoals deze omtrent duurzaamheid en transitie, en niet alleen technische dingen zoals management. We willen aantonen dat je mensen nodig hebt in de publieke sector die in staat zijn om kritisch na te denken, die de brug kunnen vormen met de samenleving en mensen laten zien dat die processen onwaarschijnlijk fascinerend zijn: dát maakt bestuurskunde sexy.”
In de les profileerde u zichzelf niet echt op politiek vlak, gaat u dit nu meer doen?
“Ja. Als academicus heb je altijd een bepaalde vrijheid in onder andere opiniestukken. Maar als je vrij en gepensioneerd bent kan je dat natuurlijk nog meer doen. Ik ben zeker van plan om op bepaalde vlakken nog meer stelling in te nemen, mij meer in het debat te mengen.”
Sommige studenten vergeten te douchen voor een mondeling examen en dat was niet altijd aangenaam
Wat is het gekste dat u ooit bent tegengekomen in de les of op examens?
“Mondelinge examens heb ik altijd boeiend gevonden. Zo waren er studenten op een mondeling examen die zo zenuwachtig waren dat ze niets meer konden uitbrengen. Ik zei hen dan om buiten te gaan om even te bedaren en daarna kwam het meestal wel goed. Voor #MeToo opkwam heb ik het heel af en toe meegemaakt dat vrouwelijke studenten geprobeerd en gefaald hebben om hun charmes uit te spelen. Je maakt soms rare dingen mee in zo’n examencontext. Zo studeren sommige studenten de hele nacht door en vergeten dan ‘s ochtends te douchen. Dus het was niet altijd even aangenaam om een examen af te nemen (lacht). Voor het overige zijn studenten eigenlijk heel braaf, zeker in vergelijking met vroeger.”
Heeft u tips voor uw opvolger(s)?
“Mijn nieuwe collega’s zijn zeer competent. Maar als er toch iets is dat ik wil meegeven is dat bestuurskundigen in contact moeten blijven staan met het veld. Je leert veel door te luisteren naar mensen uit de praktijk en hen aan het woord te laten over waarmee ze bezig zijn en hoe zij de dingen aanpakken. Als academicus moet je voortdurend twijfelen over wat je zegt en de beste manier om die twijfel te voeden is door je te laten bevragen door diegenen die je bestudeert. Daar gaat mijn nieuwe boek trouwens over. Het is boeiend om te beseffen dat je nog maar weinig weet. Als academicus is dat een drijfveer om verder te gaan in je onderzoek. Dit is uiteraard niet evident als je heel erg focust op internationale publicaties: twijfelen en publiceren gaan niet samen. De drang om internationaal te scoren mag er niet toe leiden dat bestuurskundigen en andere academici een veilige bubbel voor zichzelf maken waarin ze kunnen blijven publiceren.”
Reactie toevoegen