Ik heb slaaptekort want ik slaap te kort

Het leven van een student: examens, cantussen, papers, kotfeestjes en niet te vergeten, de occasionele zenuwinzinking voor een deadline. Het eerste wat daaronder lijdt is vaak onze slaap, terwijl onderzoek keer op keer uitwijst hoeveel diepgaande gevolgen slaaptekort kent.

Alle tot op heden ontdekte diersoorten vertonen slaapgedrag - in wezen periodes van rust en beperktere activiteit, die gewoonlijk met slaap worden geassocieerd - en hoewel het niet zeker is dat dit dierlijke slaapfenomeen vergelijkbaar is met menselijke slaap, kunnen we zeker zijn dat de meeste gewervelde dieren één of meerdere slaapstadia ervaren die voor ons herkenbaar zouden zijn.

De mensheid lijkt te leven in een continue staat van slaaptekort

De exacte functie van slaap is voor de wetenschap voorlopig nog een raadsel. Het zou kunnen werken om energie te besparen of om het geheugen (beter) te doen functioneren, voor het regenereren van cellen, om vaardigheden te leren, of, wie weet, misschien bestaat het enkel om katers te verwerken. Al talloze studies onderzochten wat er gebeurt bij een slaaptekort. Resultaat daarvan zijn telkens verwarde, haast onherkenbare proefpersonen. Dat maakt alvast één ding duidelijk: slaap is een onmisbare hulp om bewust te zijn, mentaal gezond te blijven en helder te denken. Ondanks de voordelen van een goede nachtrust lijkt de mensheid echter te leven in een continue staat van slaaptekort.

Nachtje door

Misschien herken je het fenomeen: na een witte nacht van studeren, piekeren en lijden onder je toenemende slapeloosheid krijg je, bij het ochtendgloren, een plotse opstoot van energie. De bedrukkende sluier van vermoeidheid wordt tijdelijk opgeheven en vervangen door hoop. Misschien haal je het nog net tot je examen, je werkcollege of de deadline! Er is een herwonnen alertheid, een vermogen tot activiteit, maar enkele uren later: kapot. De slaapdrang kwam niet enkel terug, hij is zelfs sterker geworden.

Sinds 1982 (en met dank aan Alexander Borbély, een Hongaarse slaaponderzoeker) verstaan wij onze slaap-waakcyclus niet als een simpel 24-urenritme, maar als een functie van twee verschillende processen: het circadiaanritme en de slaapdrang. Het circadiaanritme wordt ook onze 'natuurlijk klok' genoemd. Het is een biologisch ritme met een periodiciteit van iets langer dan 24 uur. Slaapdrang verwijst naar de toenemende behoefte aan slaap. Hoe langer we wakker zijn, hoe sterker de behoefte. Die is te wijten aan de opbouw van adenosine in de hersenen.

Hoewel deze processen het grootste deel van ons leven synchroon verlopen, staan ze op zich los van elkaar. Dat verklaart ons paradoxale gevoel van alertheid rond de voormiddag of middag na een nachtje door. Hoewel slaapdruk blijft toenemen en de adenosine zich ophoopt in onze hersenen, komen we op dat moment bij de energiepiek van ons circadiaanritme.

Meer slaperigheid is niet het enige gevolg van een nachtje doorwerken. De moraal van het verhaal is dat een nachtje doorsteken geen goed idee is. Zo blijkt dat zowel het vermogen om dingen te onthouden als het aanmaken van nieuwe herinneringen aanzienlijk worden geholpen door een goede nachtrust. Slaap zorgt ervoor dat onze herinneringen, aangemaakt doorheen de dag, worden overgeplaatst van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Deze geheugenoverdracht vindt enkel plaats tijdens de avondrust of slaap nadat de herinneringen zijn gevormd.

Hoewel een nachtje doordoen ons dus de geruststelling kan geven dat we alle materie hebben overlopen, zullen de punten wel aanzienlijk lager zijn door een afname in informatieretentie en het vermogen om creatief met deze nieuwe informatie om te gaan.

Sieben acht, gute Nacht

Er spelen nog factoren in onze slaap. Een normale nachtrust verloopt volgens afwisselende slaapstadia. Die worden door wetenschappers ingedeeld in de NREM-slaap (non-rapid eye movement) en de REM-slaap (rapid eye movement). Begin je te snoeien in je slaap door later te gaan slapen of eerder op te staan, dan gaat dit altijd ten koste van minstens één van deze twee stadia.

Cafeïne verhelpt de symptomen, maar verbergt het echte probleem

De REM-slaap is het laatste stadium in de slaapcyclus van 90 tot 100 minuten. In dat stadium komen dromen voor. Hoewel dromen nog grotendeels een mysterie zijn voor de wetenschap, stellen de meeste theorieën dat ze een functie hebben in de regeling van onze emoties. Dat mis je dus deels als je opstaat voor het afwerken van je laatste slaapcyclus. Een typische (goede) nachtrust bevat zo’n 4 tot 6 van deze slaapcycli. De eerste cyclus vertoont in het begin van de NREM-slaap meer trage hersengolven - ook wel 'diepe slaap' genoemd - dan de latere cycli. De diepe slaap is niet afhankelijk van een dagelijks ritme, maar van hoe lang geleden het was dat je sliep. Hoe langer geleden het is, hoe meer trage hersengolven. Wellicht biedt dat een verklaring voor de afname in cognitieve functies bij slaaptekort. Afvalstoffen zoals vrije radicalen en superoxides, die hersencellen kunnen beschadigen, stapelen zich tijdens onze wakkere uren op. Ze worden het best verwijderd tijdens die diepe slaap. Bij een slaaptekort kunnen onze hersenen zich minder goed ‘uitkuisen’. Bovendien wordt je minder makkelijk wakker uit diepe slaap. Dat verklaart het gevoel van vermoeidheid wanneer je opstaat vóór het afronden van een cyclus. De gemiddelde volwassene heeft tussen de 7,5 en 8,5 uur slaap nodig per dag. Wie minder slaapt dan nodig, bouwt een zogenaamde ‘slaapschuld’ op.

Gelukkig valt schuld af te betalen, toch? Fout! Slaap inhalen is op zich mogelijk, maar nooit volledig. De mogelijkheid tot het inhalen van slaap kan beperkt worden door onze ‘lichamelijke klok', waardoor we ons na een volle nacht slapen nog steeds moe kunnen voelen.

Koffie, niet dan?

Wie bij al dit slechte nieuws grijpt naar koffie, heeft een punt: onderzoek toont aan dat cafeïne de symptomen van slaaptekort op korte termijn bijna volledig kan omkeren. Cafeïne verhoogt de productiviteit en verbetert zelfs de gemoedstoestand. Dat betekent helaas niet dat je 8 uur slaap per dag kan inruilen voor koffie. Dat blokkeert slechts tijdelijk de toevoer van adenosine, wat je de 'slaapdrang'-stof zou kunnen noemen. Eens de cafeïne uitwerkt, na twee tot vier uur, ben je weer net zo kapot als tevoren. Doordat de slaapverwekkende stoffen zich ondertussen bleven ophopen kan je zelfs een cafeïnecrash ervaren. Cafeïne verhelpt dus de symptomen, maar verbergt het echte probleem. Koffie kan dus wel je (ongezonde) vriend zijn als je, samen met je taken, je slaaptekort wil uitstellen. Lang leve de procrastinatie!

0
Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reactie toevoegen