Hier of elders

Je zit aan ‘t borduurtje van je venster, een tasje thee in je handen,  al een tijdje starend naar een jonge kerel. Hij houdt zijn pitbull aan de leiband, wachtend voor een BONGO-winkel. Misschien is het de verjaardag van zijn schoonmoeder, denk je.  

Mensen zijn hun inkopen aan het doen in jouw straat. Elke dag weer. Elke dag weer. Je vraagt je af waarom.

Ach, kapitalistische samenleving.

Je beeldt je in dat je in een jungle zou leven, een plaats waar je zou moeten strijden om te overleven. Dan zou je wellicht kokosnoten zoeken. Gratis verse kokosnoten die je met volle macht zou openbreken. Misschien zou je zelfs tijgers ontmoeten.

Je vraagt je af of je ooit een tijger hebt gezien. Ja, je herinnert je het nog, die dag als achtjarige in de zoo van Antwerpen.

Je krijgt zin om naar het oerwoud te trekken, BONGO-bonvrij. Into the wild. Dan zou je niet meer piekeren over examens die zo ver van je staan. Of over andere dingen die nu allemaal belangrijk lijken. Neen, het enige waaraan je zou moeten denken is hoe je de dag zou kunnen overleven. Je ziet dat wel zitten.

Het is miezerig buiten.

Je ziet een kindje in een plas springen. Je zou niet in plassen kunnen springen in het oerwoud, denk je. Alhoewel. Hier mag je zelfs niet zomaar plassen. Onnozele wetgeving.

Je zucht.

Je probeert jouw reis te plannen. Je zou een vliegtuig moeten gebruiken om naar het oerwoud te trekken, besef je.

Je zou niet in plassen kunnen springen in het oerwoud, denk je. Alhoewel. Hier mag je zelfs niet zomaar plassen. Onnozele wetgeving.

Je ziet Sam (de hond heb je inmiddels ‘Sam’ genoemd) kwijlend naar de wafel van Bert (de jongen) kijken. De jongen kijkt terug. Je ziet dat hij een gebaar maakt, dat vraagt of Sam iets van zijn eten zou willen. Sam kwispelt. Zijn baasje legt een vinger omhoog. Sam gaat liggen. Bert geeft hem een stukje wafel. Je vindt het schattig. Sam en Bert zien er gelukkig uit.

Maar waarom gelukkig zijn?

Je kijkt terug naar jouw tas.

Je zou geen thee hebben in het oerwoud, daar ben je wel zeker van. Je bedenkt je hoeveel mensen achter dit drankje staan. De tas: Ikea. Zorgvuldig hef je je kopje op. Made in China lees je. Dan heb je nog water. Het water moest koken, dat heb je ook gedaan, slimme mens die je bent. Je gaat naar de keuken. Je kijkt naar de boiler. Weer made in China. Godver. Je kijkt naar de pakjes thee. "Vanwaar komen de blaadjes?", vraag je je af. Je bent te lui om dat te onderzoeken.

Je hebt het al begrepen.

Je gaat terug aan het raam zitten.

Bert haalt zijn vinger weer omhoog. Sam gaat liggen. Sam krijgt een kleiner stukje dan voordien. Bert gluurt binnen in de winkel naar zijn vriendin. Haar kan je amper zien, maar je hebt haar toch 'Brenda’ genoemd.

Je zou begot niet weten hoeveel dagen je in het oerwoud in leven zou blijven. Tijgers kunnen gevaarlijk zijn.  

Brenda komt naar buiten. Sam krijgt een lieflijke aai. Bert krijgt een knuffel en een vluchtige kus. Sam, Brenda en Bert gaan nu weer op stap. Je verwacht dat hen nog veel avonturen te wachten staan.

Je glimlacht zachtjes. De thee was lekker.

Misschien is het hier nog niet zo mis.

0
Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reactie toevoegen