Zonder moeder, ziels alleen

Steeds meer jongeren voelen zich eenzaam. Geldt dit ook voor studenten? Wat valt eraan te doen? Studentenpsycholoog Suzy Even en professor gezondheidseconomie Lieven Annemans laten er hun licht over schijnen. Wat blijkt: je bent niet alleen.

Je studententijd: de tijd van je leven. Alleen wonen, uitgaan met je vrienden, nieuwe mensen leren kennen, en, als je daar toevallig eens zin in hebt, misschien ook naar de les gaan. Klinkt goed, maar voor veel studenten is dat niet hoe het gaat. Misschien kom je in een studentenvereniging terecht waar je geen aansluiting bij vindt, of zit je na tien weken nog steeds alleen in dat auditorium met 600 mensen. Ondertussen groeien je vrienden uit je middelbaar en jij steeds verder uit elkaar. Is dit hoe je de mooiste tijd van je leven moet spenderen?

Het is dus niet zo gemakkelijk als het lijkt. Die beeldvorming speelt wellicht een grote rol bij het eenzaamheidsprobleem bij studenten, merkt studentenpsycholoog Suzy Even op: “Eerste bachelors komen wel vaak zeggen dat het ‘tof ging zijn’, ‘de tijd van mijn leven’, en dan schrikken ze ervan dat het soms wat tegenvalt. Dat geldt niet voor iedereen natuurlijk, want diegene waarbij het meevalt zien we niet.” Het lijkt alsof het allemaal vanzelf zal gaan, maar dat klopt niet. Een nieuwe vriendengroep bijeen scharrelen kost moeite. “Als je dan niet de vaardigheden hebt om een nieuw netwerk op te bouwen kan je wel een kwetsbaar persoon worden.”

Wat is eenzaamheid

Eenzaamheid is niet gemakkelijk te karakteriseren, aangezien het gaat om een persoonlijke ervaring. De studentenpsycholoog onderscheidt dan ook verschillende soorten van eenzaamheid: “Eigenlijk zien we dat eenzaamheid een subjectief gevoel van gemis is. Aan de ene kant is er sociale eenzaamheid, bij mensen die echt vinden dat ze niet genoeg sociale contacten of een te klein netwerk hebben. Daarnaast hebben we ook de meer emotionele, existentiële eenzaamheid. Die zie je bij mensen die wel veel contacten hebben, maar vinden dat die contacten dan niet diep genoeg gaan, of dat die verbondenheid ontbreekt, die echte verbinding met mensen waarmee je kunt praten waarover jij wilt praten.”

Die betrokkenheid, van hoeveel warmte je voelt om je heen, dat klinkt misschien wat melig, maar dat is echt wel belangrijk

Dat bij eenzaamheid de kwaliteit van relaties, en niet enkel de kwantiteit, een grote rol speelt, stelde ook professor Lieven Annemans vast bij het nationaal geluksonderzoek. Volgens Annemans is een belangrijke factor bij het gevoel van eenzaamheid, en het uiteindelijke geluk van een persoon, dat men zich voldoende betrokken voelt. “Dat wil zeggen dat mensen rond je jou met de nodige warmte omringen, eerder dan oppervlakkige contacten.” Het belang van deze diepgaande relaties valt volgens Annemans dan ook niet te onderschatten: "Die betrokkenheid, van hoeveel warmte je voelt om je heen, dat klinkt misschien wat melig, maar dat is echt wel belangrijk. Mensen hebben behoefte aan warme contacten."

Jong en bejaard in hetzelfde schuitje

Vaak wordt eenzaamheid geassocieerd met ouderen. Dat is niet helemaal onterecht, maar dat beeld van eenzaamheid moet wel sterk genuanceerd worden, aldus Annemans: “Wat wel opviel in het onderzoek is dat eenzaamheid vaker voorkwam bij de jongste generatie dan bij de ouderen. Dat was zeker verrassend. In ons onderzoek bleek dat  28 procent van de ouderen zich soms tot altijd eenzaam voelt. Bij jongeren tussen 20 en 34 jaar, de jongste categorie in onze steekproef, was dat bijna 55 procent.”

Als schuldige voor die groei in eenzaamheid bij de jongere generaties wordt vaak gewezen naar sociale media. “We hebben echter niet gevonden dat het gebruik van internet of sociale media een significante factor is voor eenzaamheid”, weerlegt Annemans. “Wat we wel gevonden hebben in verband met sociale media is dat mensen die het vooral passief gebruiken een iets mindere kans hebben om gelukkig te zijn.” Passief gebruik van sociale media en de kans om gelukkig te zijn hebben een omgekeerde causaliteit: mensen die gemiddeld gezien minder gelukkig zijn, kunnen iets meer passief online aanwezig zijn en zijn dus minder actief op sociale media. Studentenpsychologe Even beaamt dit: “Het lijkt wel alsof we in een maatschappij leven waarin iedereen constant gelukkig moet zijn, het is erg moeilijk om toe te geven tegenover je vrienden en familie dat je je niet goed in je vel voelt.”

Internationale studenten

Er is weinig inbeelding nodig om in te zien dat buitenlandse studenten die hier komen studeren het vaak nog moeilijker hebben. Ze worden gedropt in een heel nieuwe, onbekende omgeving, hun netwerk valt quasi helemaal weg, en dan is er nog het cultuurverschil. “Zelfs Nederlandse studenten merken hier een cultuurverschil”, stelde Even al vast. “Waar Belgische studenten in het weekend nog gezellig naar ma en pa kunnen gaan en een zaterdagavond in de jeugdbeweging doorbrengen, zijn buitenlandse studenten hier vaak voor meerdere maanden.

“Zelfs Nederlandse studenten merken hier een cultuurverschil” - Even

De kans wordt ook groter dat de problemen die ze in het land van herkomst al hadden door de vele veranderingen en stress hier naar boven komen, maar dan hebben ze vaak een gebrek aan vrienden en familie om hierover te kunnen praten. Bijkomend hebben ze hier soms geen verzekering waardoor het ook moeilijker wordt om ze door te verwijzen naar privétherapeuten. Buitenlandse studenten staan voor veel grotere uitdagingen. Ik denk dat dat vaak onderschat wordt.”

Samen tegen eenzaamheid

Het zou volgens Even zeker nuttig zijn als de maatschappij zich meer zou inzetten voor de strijd tegen eenzaamheid: “Dat kan door life skills al vroeger in het leerproces te introduceren, bijvoorbeeld op de lagere en middelbare school. In Noorwegen zijn er scholen die deze life skills zelfs in hun lessenpakket hebben opgenomen, omdat ze merkten dat het voor leerlingen als ‘niet-verplichte activiteit’ moeilijk te combineren viel met hun curriculum en sociale activiteiten.” Annemans beaamt dit: “Ook de universiteit is natuurlijk een gemeenschap op zich. Misschien moeten we ook vanuit die gemeenschap de hand meer reiken naar de studenten om eenzaamheid toch iets sneller te detecteren en erop te gaan reageren.”

 "Misschien moeten we vanuit de universiteit meer de hand reiken naar de studenten om eenzaamheid toch iets sneller te detecteren en erop te gaan reageren" - Annemans

“Maar eigenlijk is de strijd tegen eenzaamheid een taak van iedereen. Als je merkt dat iemand in je omgeving zich slecht voelt of zelfs zelfmoordgedachten heeft, praat dan met die persoon. Over dat soort zaken met je vrienden praten kan soms wel moeilijk zijn in het begin, maar het helpt echt”, voegt Even nog toe.

Kleinschalige initiatieven: een oplossing?

Naast professionele hulpkanalen zoals studentenpsychologen zijn er ook een heel aantal andere manieren waarop studenten hulp en steun kunnen krijgen in verband met mentaal welzijn en eenzaamheid. Zo ontwikkelde het initiatief Warme Stad Gent de KLIK-app en is er Start To Talk, een praatgroep voor en door studenten. Volgens Even kunnen deze initiatieven zeker helpen: “Natuurlijk gaat niet iedereen naar die initiatieven gaan. Het is een samenspel van factoren. Sommige mensen kunnen beter geholpen worden met aangepaste professionele begeleiding, maar voor een deel van de studenten zonder netwerk, zij die niet goed weten wat of waar naartoe, kunnen initiatieven zoals Start To Talk veel laagdrempeliger zijn. Wij psychologen vinden ook niet dat je altijd naar een psycholoog moet gaan. We denken dat studenten onderling al veel kunnen doen.”

Ook bij Annemans zijn deze initiatieven gekend. “Ik ben een groot voorstander van het gebruik van apps bij dit thema. We zien een enorme toename aan het gebruik van apps, ook bij gezondheidszorg over het algemeen, maar dat mag niet ten koste gaan van menselijk contact. Als dat het geval is, dan helpt het niet echt om die eenzaamheid te doorbreken.”

Advies voor de eenzame student

Als we bij de studentenpsycholoog polsen naar het beste of eerste advies voor studenten die kampen met eenzaamheid, zegt ze stellig: “Begin te praten! Het is de beste naam die het Start To Talk-initiatief had kunnen kiezen.  Begin gewoon met elkaar te praten in de les, als je uitgaat, eender wat en waar. Babbel over de zaken waar je mee zit en ga er niet vanuit dat studentenpsychologen zelf komen. Zet zelf de eerste stappen door te kijken naar wat je kunt gaan doen. Kijk eens naar de sportmogelijkheden in het GUSB of ga eens naar een studentenvereniging als dat iets voor jou is. Maar ga ook in de les gewoon eens een gesprek aan met iemand en zorg ervoor dat je niet enkel online contacten hebt. Geraak je er zelf niet uit, dan kun je steeds vrijblijvend een afspraak maken bij de Afdeling Studieadvies.”

0
Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reactie toevoegen