Staken waar het steekt

De vriendin van mijn vader leeft in Portugal. Dat betekent dat ik een onmenselijke hoeveelheid soep moet eten, gewend ben om in de brandende zon te lopen en een taal kan spreken waarin ik klink als een zatte Rus die Spaans probeert te spreken. Maar dat betekent jammer genoeg ook dat mijn vader iedere twee weken het vliegtuig neemt om zijn vriendin te gaan bezoeken. Dat is een groene voetafdruk waar zelfs Shrek jaloers op kan zijn. Behalve iemand met een smaak in exotische vrouwen, is mijn vader ook een leerkracht. Als je al deze informatie bij elkaar optelt heb je vast wel door dat mijn vader ernaar uitkeek een warme herfstvakantie bij zijn vriendin te verblijven.

Viel dat even tegen.

Begin deze herfstvakantie besloten de werknemers van bagageafhandelaar Aviapartner te staken. Honderden vluchten en duizenden mensen bereikten nooit hun verre bestemmingen, maar bleven samen met ons achter in nat, koud België.

Dit alles draagt niet bij tot de populariteit van staken en bij uitbreiding van de vakbonden. Dezelfde staakmethodes die onze welvaartstaat vorm hebben gegeven, worden vandaag de dag vooral geassocieerd met vervelende treinen die niet rijden. Zeker aan de rechterkant van het politieke spectrum wordt er vooral gelachen met die mensen in hun rode vuilniszakken, die in het wilde weg staan te roepen tegen dove CEO's en politici.

Misschien lachen de mensen wel met de stakingen omdat de stakers het niet langer echt lijken te menen. Vroeger, in de negentiende eeuw, ten tijde van mijn katholieke naamgenoot met een -S, waren de stakingen een harde manier van de arme werkers om de kapitalisten erop te wijzen dat zij het roer in handen hadden. Als al die arbeiders gezamenlijk besloten de machines niet te bedienen, viel heel de onderneming in elkaar. De kapitalist kon niet anders dan luisteren naar de ontevreden arbeiders (of een klein privéleger op hen afsturen, wat vaker gebeurde dan je zou denken). Diezelfde impact heb je nu eenmaal niet als slechts een paar treinen niet rijden. Dat frustreert hoogstens een paar pretentieuze studenten.

Als het niet steekt, hebben ze je aan de top meestal niet gehoord

Toen ik in het zesde middelbaar zat, wou onze directie de vijfdejaars niet naar onze '100 dagen'-voorstelling laten komen. Er was niet genoeg plaats in de Feestzaal. Wij beweerden dat die zaal ruim genoeg was, maar daar had de directie geen oren naar. Dus besloot ik het heft in eigen hand te nemen. Ik vroeg alle vijfde- en zesdejaars om zich tijdens de middag in de Feestzaal te verzamelen om de directie op hardhandige wijze te tonen dat de zaal groot genoeg was. Onze school had een groot probleem met de reftercapaciteit, dus het verstoren van het refterverkeer was een rake klap. Resultaat: na enkele uitbranders en een gesprek met de onderdirecteur mochten de vijfdes naar de show komen.

Zolang vliegtuigen goedkoop zijn, zullen mensen als mijn vader op regelmatige basis goedkope vluchten blijven nemen. Er zijn namelijk altijd persoonlijke redenen die belangrijker lijken dan de opwarming van de aarde of de werkomstandigheden van een onbekende Zaventemmedewerker. Misschien is het dan wel eens goed dat er gestaakt wordt, want van de consumenten moet het niet komen. En misschien is het wel eens goed dat er nog eens hard gestaakt wordt, want als het niet steekt, hebben ze je aan de top meestal niet gehoord.

0
Gemiddeld: 1 (1 stem)

Reactie toevoegen