Proffen op zondag: David Vyncke

Al jaren springt David Vyncke uit vliegtuigen alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Met zijn team neemt hij deel aan wedstrijden en zelf begeleidt hij anderen die springen. Tijdens de week vind je hem ook nog eens vooraan in de aula voor ieders favoriete vak: statistiek.

Hoe bent u op het idee gekomen om te skydiven?

"Ik ben opgegroeid in Moorsele. Niemand weet waar dat ligt, maar dat is een van de dropzones waar ik skydive. Ik heb daar in mijn jeugd heel veel valschermen uit de lucht zien vallen, en dat prikkelde wel. Toen ik voor het eerst sprong, was ik 22, dat is ondertussen al even geleden. Het was ook de eerste keer dat ik vloog. De eerste keer dat ik in een vliegtuig zat, ben ik er dus meteen uit gesprongen."

Waaraan denkt u in de laatste minuut voor u uit het vliegtuig springt?

"Tegenwoordig omschrijven ze dat, denk ik, als 'wtf'. Je vraagt je echt af: waar ben ik nu eigenlijk mee bezig? Je beseft dat wat je gaat doen zo tegennatuurlijk is. Maar eenmaal je aan het vallen bent, weet je wel waarom je het doet. Ze zeggen wel eens: "Skydivers know why birds sing". Voilà, veel mensen denken dat skydiven gewoon uit een vliegtuig vallen is, maar je kan dus effectief vliegen. Je kan de wind die je zelf maakt, de relatieve wind heet die, echt vollenbak gebruiken om grote, horizontale verplaatsingen te maken en hele grote manoeuvres uit te voeren in de lucht."

Hoeveel keer heeft u al gesprongen?

Ik heb nu al een dikke duizend sprongen gedaan. Ik ben ook instructeur, dus als je wil leren springen, ben je bij mij aan het juiste adres. Zo was ik een paar weken geleden les aan het geven en had ik twee bekende gezichten in mijn groep. Ik wist dat ik ze ergens van kende en dat bleken dus studenten van mij te zijn. Ze hebben daarna trouwens heel de opleiding afgewerkt en komen nu ook bijna elke week springen.

Is het nooit eens bijna faliekant afgelopen?

Ik leef nog, dus van het ergste ben ik gespaard gebleven. Ik heb wel al eens een heel harde landing meegemaakt bij het oefenen. Het was toen eigenlijk net de bedoeling om in extreme omstandigheden te leren landen. Ik moet toegeven, de omstandigheden waren toen inderdaad behoorlijk extreem. Ik had het ook niet helemaal gedaan zoals het hoorde, dus ik ben heel hard neergekomen. Maar zulke dingen horen erbij.   

Is skydiven op vlak van risico’s een statistisch verantwoorde hobby?

Men zegt soms wel als boutade dat het gevaarlijker is om naar de dropzone te rijden dan te skydiven. Dat klopt natuurlijk niet helemaal, maar we zetten wel heel hard in op veiligheid. Het is een extreme sport waaraan risico’s vasthangen, maar we proberen die risico’s wel zo goed mogelijk in te dekken door heel wat veiligheidsprocedures te volgen. Uiteraard gebeuren er af en toe wel ongevallen, zoals in elke sport, maar we proberen die tot een minimum te beperken. Het is natuurlijk wel zo dat als er iets gebeurt, het meteen nogal spectaculair is, en dan staat het de dag erop ook meteen in de gazet.

Heeft u al statistische berekeningen gemaakt over skydiven?

Ja, eigenlijk wel. Als je valscherm niet opengaat, dan moet je je reservevalscherm trekken. Dat gebeurt bij ongeveer 1 op 600 sprongen, dus dat is al een statistiek. Zelf heb ik nu ruim 1000 sprongen gedaan, en ik heb nog nooit de reserve moeten trekken. (lacht) Maar goed, het is hout vasthouden, hè! 

Nog geen stemmen

Reactie toevoegen