Het Stadsmuseum Gent (STAM) is een samenwerking aangegaan met de Universiteit Gent. De tentoonstelling ‘Stad en universiteit. Sinds 1817’ is de afsluiter van het feestjaar rond 200 jaar UGent en zet de wisselwerking tussen de universiteit en Stad Gent in de kijker.
Dienstverlening behoort samen met onderwijs en onderzoek tot de pijlers van de UGent. Deze dienstverlening gaat terug tot de oprichting van onze universiteit. Al sinds het prille begin zien we een innige band tussen de stad en de universiteit. Deze band beoogt het STAM te belichten in haar nieuwste tentoonstelling.
Kiezen is verliezen
Twee eeuwen geschiedenis prop je zelfs niet in een museum ter grootte van het Louvre. Noodgedwongen werden er dus een aantal selecties gemaakt. ‘Stad en universiteit. Sinds 1817’ omvat zes thema’s die elk een verschillend aspect van de universitaire geschiedenis toelichten, telkens gekoppeld aan de invloeden ervan op de stad zelf. Voor een chronologisch overzicht van de thema’s, die verdeeld zijn over enkele zalen, kan je terecht in de kloostergang waar belangrijke gebeurtenissen en personen op een tijdlijn te zien zijn. “Het verhaal is veel ruimer dan wat we te zien krijgen”, zegt Lars De Jaegher, een van de curatoren van de tentoonstelling. “Zelf vind ik het jammer dat het wetenschappelijk onderzoek minder werd belicht.”
De winnende thema’s zijn de oprichting van de universiteit, studenten in Gent, taalstrijd, protest en engagement, de stad als labo en het toekomstige debat. We lichten enkele geheel subjectief gekozen hoogtepunten uit.
In den beginne
Bij het binnenkomen begroet een lange rij prominente academici de bezoekers. De bustes zijn chronologisch geordend, en geven een goed beeld van de haarstijlen die toendertijd in de mode waren. Geen top knots en hipsterbaarden, maar viriele bakkebaarden en indrukwekkende snorren. De curatoren van de tentoonstelling zijn duidelijk geen groupies: ze hebben niet gekozen voor de clichématige bekende figuren waarover al veel te lezen valt, maar juist voor professoren die een belangrijke invloed hebben gehad op de stad.
Over de oprichting van de universiteit in 1817 zelf leren we meer in de eerste zaal. Willem I wilde meer universiteiten in het zuidelijke deel van zijn rijk. Net zoals bij de Olympische Spelen kwamen hier verschillende steden voor in aanmerking, maar gingen er finaal slechts drie met de eer lopen: Gent, Leuven, en Luik. Gent werd gekozen om verschillende redenen. Zo was er reeds een indrukwekkende bibliotheek, een plantentuin en een ontluikende industrie aanwezig. Fun fact: Brugge dingde ook mee naar een universiteit, maar Gent behaalde de zege door het emotioneel te spelen en onder andere te verwijzen naar de vele Gentse burgers met orangistische sympathieën. De legende zegt dat Brugge sindsdien begonnen is met een offensief om Gent demografisch te annexeren door haar adolescenten massaal naar hier te sturen.
Kleine schatten, grote universiteit
Het STAM pakt uit met enkele pronkstukken. Zo werd de originele versie van het bekende schilderij van Mattheus Van Bree, waar de plechtige opening op afgebeeld wordt, voor de gelegenheid ontleend bij het Rijksmuseum in Rotterdam. Een ander opvallend pronkstuk is de gouden truweel waarmee de eerste steen van de Aula Academica werd gelegd. Ook de dierentuin die vroeger in de stad stond, werd niet vergeten: een wervel van de beruchte olifant Jack staat te prijken in de zaal ‘de stad als labo’. Deze olifant werd na de sluiting van de dierentuin verkocht aan Siesken de Gistmarchand die zijn vlees tot worsten heeft gedraaid.
Wie dacht dat deze tentoonstelling louter historisch was, is eraan voor de moeite. In de zaal waar er dieper wordt ingegaan op de studenten in het stadsbeeld is een aparte ruimte waar een gigantische smartphone opgesteld staat. Wie daar zin in heeft en van aandacht houdt, kan op Instagram foto’s posten met de hashtag #stadenuniversiteit. Die worden vervolgens geprojecteerd op de tentoonstelling. Don’t send nudes, het is vooral de bedoeling om aan de bezoekers te laten zien waar de hedendaagse student zoal vertoeft en mee bezig is. Minder modern is de ouderwetse fichebak waar iedereen, dus ook oud-studenten, kaartjes kan achterlaten met leuke verhalen uit hun studententijd.
Honger naar meer
Voor mensen die geïnteresseerd zijn in de geschiedenis van de universiteit is de tentoonstelling alvast een goede eerste kennismaking. De expositie bestrijkt een indrukwekkend aantal verschillende onderwerpen, maar gaat hier helaas niet echt diep op in. De informatiepanelen zijn aan de beknopte kant en de omschrijving van de voorwerpen geeft weinig extra informatie. Desondanks is de tentoonstelling zeker een aanrader voor studenten die wat meer willen weten over hun alma mater.
‘Stad en universiteit. Sinds 1817’ is te bezoeken tot 27 maart.
Reactie toevoegen