“Sinds 1996 geen vrouwelijke decaan meer”

Er zijn te weinig vrouwen aan de universiteit. En vrouwen die het wel tot professor hebben geschopt, wijten dat meestal aan het toeval.  Het was slechts één van de onthutsende conclusies waartoe studente Geschiedenis Lore Goovaerts kwam in haar masterproef over het glazen plafond aan de UGent. 

Lore Goovaerts

Goovaerts interviewde 31 gepensioneerde vrouwelijke proffen. Haar scriptie kreeg een eervolle vermelding bij de scriptieprijs DiverGent. Dat er nu een Women’s Strike georganiseerd wordt, vindt ze een goed initiatief.

Slechts 1 op 5 docenten aan de universiteit is een vrouw. Onder de hoogleraren is dat slechts één op 10. Het is sinds 1996 geleden dat er een vrouwelijke decaan geweest is. Hoe valt dat te verklaren?

“Dat is een moeilijke vraag. Het feit dat er zo weinig vrouwelijke decanen zijn is onder andere gelieerd aan het feit dat vrouwen sneller de neiging hebben om te denken dat ze niet goed zullen zijn in een bestuursfunctie. Het idee dat vrouwen minder goed zijn in leidinggeven is volgens mij bepaald door de maatschappij. Je merkt dat op veel vlakken. In een programma zoals De Afspraak zitten er om te beginnen veel minder vrouwen in het panel. Als die weinige vrouwen hun mening verkondigen, worden ze al snel arrogant bevonden. Mannen worden daar veel minder mee geconfronteerd. 

Ook het netwerk speelt mee. Heel veel vrouwen hebben niet zo'n sterk netwerk als hun mannelijke tegenstanders: ze hebben door de moeilijkere balans tussen werk en privé vaak gewoon minder tijd om te netwerken. Een van mijn respondenten had zich kandidaat gesteld voor rector, nadat ze decaan was geweest. Ze gaf zelf aan: 'Ik heb dat uiteindelijk niet gedaan, omdat ik er gewoon het netwerk niet voor had. Ik wist dat ik te weinig steun zou krijgen'.”

Lore Goovaerts

Welke maatregelen kan een universiteit nemen om het glazen plafond te helpen doorbreken?

“Er kan zeker nog wat gewerkt worden aan de work-life balance. Bij doctoraatsstudenten zie je meer uitval bij vrouwelijke studentes. Dat is problematisch: de periode die je aan een doctoraat spendeert, valt vaak samen met een kinderwens. Naar mijn mening moeten de criteria om tot prof benoemd te worden, veranderen: vandaag ligt de nadruk te veel op publicaties, naar het buitenland gaan, conferenties bijwonen, … Dat is voor vrouwen veel moeilijker. Als moeder kan je moeilijk zeggen: 'Ik laat mijn kind hier nu alleen om een halfjaar naar het buitenland te gaan.' Op vlak van bestuursfuncties zijn er nu zeer omstreden genderquota. Toch vind ik dat nodig als tijdelijke maatregel, om de periode naar een gendergelijk bestuur te overbruggen."

"Genderquota zijn nodig als tijdelijke maatregel" 

Eén van de bevindingen van je scriptie luidt dat veel vrouwelijke emeritae zich ondanks hun pioniersrol niet als feminist beschouwen. Welke reden halen ze daarvoor aan?

"Hoewel alle vrouwen met heel wat obstakels en hindernissen werden geconfronteerd tijdens hun carrière, waren ze zich daar vaak niet van bewust. Pas als ik verdoken vragen stelde, kwamen de anekdotes en verhalen van tegenkanting naar boven. Enkelen gingen daarbij zelfs expliciet in tegen het feminisme. Sommigen gaven ook aan dat ze zich niet wilden opstellen als rolmodel: 'ze moeten maar hetzelfde doen als ik deed', wat op zich eerder een mannelijke houding is. Die 'mannelijke' houding is vooral te wijten aan de cultuur van de universiteit toen. Aangezien er zo weinig vrouwen waren, moesten ze zich aanpassen en eigenden ze zich mannelijke waarden toe. Slechts een klein percentage bestempelt zich als feminist. Ik had daar totaal andere verwachtingen over, aangezien mijn promotor professor Deneckere zelf pionier, feministe én rolmodel is."

"Gita Deneckere is pionier, feministe én rolmodel"

Het woord toeval komt inderdaad veel terug.

“Ja, inderdaad. Het was continu een verhaal van: 'Als dat niet was gebeurd, was ik nooit professor geworden'. Terwijl ik net dacht: “Wees toch eens trots. Je hebt toch ook veel aan jezelf te danken.”

Lore Goovaerts

De Vrijmetselaarsloges waren volgens uw scriptie ook voor vrouwen toegankelijk. Hebben ze daarover gepraat?   

“Vrouwen worden daar inderdaad evenzeer voor gevraagd. Als ik daar bij mijn respondenten naar peilde, hing daar wel een zekere spanning rond. Historisch gezien waren de loges enkel voor mannen toegankelijk. Aan de UGent gingen ze daar lakser mee om, maar de loges waren toch vooral een mannenzaak, enerzijds omdat er minder vrouwen waren en anderzijds omdat vrouwen minder toegang hadden tot die informele netwerken. Ik ben zelf ook geschrokken van de rol die de vrijmetselarij speelde bij benoemingen aan de UGent, maar ik kan dat natuurlijk nooit bewijzen."

Je vertelde daarjuist ook het verhaal van de vrouwelijke prof die rector wilde worden. Heb je nog dergelijke verhalen opgevangen?

“De broer van één van mijn respondenten werkte in een vakgroep, waar de keuken vol hing met posters van naakte vrouwen. Die man eiste dat te verwijderen, maar al die professoren weigerden daarop in te gaan. Zo’n gevallen gebeuren natuurlijk niet overal, maar dat zijn natuurlijk het soort verhalen dat niet iedereen aan mij zal verteld hebben.”

0
Gemiddeld: 5 (2 stemmen)

Reacties

Bericht: 
Ik wil even reageren op (slechts) twee statements uit het artikel: - "Als moeder kan je moeilijk zeggen: 'Ik laat mijn kind hier nu alleen om een halfjaar naar het buitenland te gaan.'" > Geldt dat ook niet voor vaders? (zie verder) - "Op vlak van bestuursfuncties zijn er nu zeer omstreden genderquota. Toch vind ik dat nodig als tijdelijke maatregel, om de periode naar een gendergelijk bestuur te overbruggen." > Vind ik persoonlijk onzin! (zie verder) Ik merk ook dat er relatief meer vrouwelijke secretariaatsmedewerkers, meer mannelijke klussers en techniekers en meer allochtoon poetspersoneel zijn (al heb ik geen concrete cijfers). Zullen we dan de minderheidsgroepen in deze voorbeelden ook proberen herstellen via een 'positieve' discriminatie? Of nog erger, via strikte quota zorgen we er dan voor dat er geen vrouwelijke secretariaatsmedewerkers meer aangenomen worden tot het evenwicht zich herstelt (min 1/3 van beide groepen), geen mannelijke techniekers meer en geen allochtone poetsmedewerkers. Daar is toch niemand mee gebaat? Ik kan me wel volledig vinden in het meer aantrekkelijk maken van de academische jobs voor o.a. vrouwen. Work-life balance moet beter, stress moet lager. Voor vrouwen én voor mannen. De ouderzorg voor kinderen is dan weer iets wat binnen het gezin verdeeld moet worden en waar de werkgever geen zaken mee heeft. Behalve bij borstvoeding zie ik geen redenen waarom moeders meer plichten of rechten hebben in de kinderzorg dan vaders? Noch thuis, noch op het werk. Inderdaad, de ongelijke genderverdeling bij onderzoekers ligt volgens mij eerder aan een gebrek aan vrouwelijke kandidaten en vermoedelijk in mindere mate aan een discriminerende selectieprocedure. Quota zijn in elk geval een placebo-oplossing. Het lost geen enkel probleem op, maar geeft misschien tijdelijk wel de indruk dat er iets verandert. Samengevat: het hele debat moet volgens mij gaan om (1) betere werkomstandigheden voor iedereen en om (2) gelijke kansen voor iedereen, en niet om gelijke representatie! Stop dus met die onzin, want het wordt steeds moeilijker om begrip te tonen voor feministische acties zoals bijvoorbeeld de UGent Women's strike campagne. Dit helpt vrouwen toch niet meer vooruit? #durfdenken

Reactie toevoegen