Je kent het liedje waarschijnlijk al. Na maanden blokken klik je op 'Puntenlijst afdrukken' en verschijnt er een pdf met een aantal scores op twintig. Misschien een paar tekorten, misschien een paar ontgoochelingen of juist positieve verassingen. Al zeer lang berust ons onderwijssysteem op deze methode. De student moet zelf leren inschatten hoe hij of zij moet tewerkgaan. De professor moet lessen voorbereiden en dan één test opmaken, maar daar blijft het dan ook bij. Vaak is die prof dan ook alleen bezig met deze tijdrovende taak, en moet hij of zij elk jaar telkens een honderdtal studenten onderwijzen. De kosten tegenover de baten zijn in dat opzicht redelijk laag, maar stel u nu eens de volgende vraag: wat is leren nu eigenlijk en zijn onze opleidingen daar wel écht mee bezig?
Ik denk dat velen het met de volgende stelling eens zouden zijn: eigenlijk leren we in het huidige systeem niet zó veel. Of laten we zeggen dat het niet optimaal gebeurt.
Leren is een vorm van verandering, waarbij er iets 'nieuws' optreedt: een bepaalde manier van denken of van handelen bijvoorbeeld. In neurologische termen, gaat het om wijzigingen van de synapsen; dat zijn de kleine uitlopertjes van neuronen die nieuwe connecties aanleggen bij zijn dichtbijzijnde buren. Op die manier zal je de wetten van Newton onthouden - net zoals je leert autorijden, of een nieuwe melodie leert zingen. Het enige verschil tussen deze opgesomde situaties is dat ze verschillende gebieden van de hersenen activeren.
Pas onder bepaalde omstandigheden gaan synapsen werkelijk en langdurig een nieuwe verbinding aan. Een daarvan is het regelmatig geconfronteerd worden met fouten. Zonder fouten valt er namelijk maar weinig te leren. Het leren met een eigen beoordeling van prestatie verloopt veel moeizamer en is bijzonder onderhevig aan inschattingsfouten. Het is juist door een discrepantie te zien tussen de verwachte en de eigenlijke uitkomst dat we werkelijk inzien dat we moeten veranderen. Dat is trouwens eveneens hoe artificiële intelligentie voor een deel functioneert. Je kan een computerprogramma confronteren met allerlei informatie, maar meestal is de beste manier om zijn prestaties te verbeteren het door middel van een (directe) fout zijn gedrag te laten aanpassen – net zoals het bij de mens zou horen te gebeuren.
Eigenlijk leren we met het huidige systeem niet zó veel
Nochtans is het maken van fouten juist hetgeen de universiteit ons vraagt om zo veel mogelijk te vermijden: fouten maken voelt immers slecht. Een tekort is voor sommigen zelfs de hardste steek in hun buik die ze in hun leven zullen voelen. Maar wat maakt dat ons? Maakt dat ons nieuwsgierig en zelfverzekerd? Geeft dat ons het gevoel dat we de wereld aankunnen? Maakt dat ons, zoals onze universiteit zo mooi van zichzelf beweert, 'durvende denkers'? Of eerder mensen die met vrees en stress hun denken gaan uitschakelen en ze gaan toetsen ten opzichte van de kennis van iemand anders?
Ik zit nu in mijn voorlaatste jaar en eerlijk gezegd heb ik - denk ik - persoonlijk zo veel meer gehaald uit het schrijven en discussiëren met mensen van zo'n beetje overal ter wereld om te begrijpen hoe de wereld in elkaar zit. Met alles wat ik naast de unief heb gedaan, heb ik langzamerhand wel de indruk gekregen meer vat te krijgen op mijn leven. Het is nog steeds lastig, maar ik hoop volop dat ik nog veel fouten zal kunnen maken.
Dit eveneens om dit bericht te laten horen aan iedere student, en in het bijzonder aan eerstejaarsstudenten: laat je niet afschrikken door punten. Het zijn maar cijfers. Ze zijn niet wat velen menen dat ze zijn.
Reactie toevoegen