Schijndemocratie aan de UGent?

Drie procent van de UGent'ers kiest de nieuwe rector

De rectorverkiezingen staan weer voor de deur. Om de vier jaar verkiezen alle UGent'ers een nieuwe rector. Of in dit geval, een oude. Dat gebeurt met een procedure die het begrip 'democratie' vrij sterk uitrekt.

Het nieuwe kiessysteem staat beschreven op de website van UGent Kiest, maar voor uw gemak leggen we het graag nog eens uit. Hieronder ziet u een schematische voorstelling van hoe de verkiezingen dit jaar voor het eerst zullen verlopen. Normaal zijn er meerdere scenario's, maar deze zijn irrelevant aangezien enkel onze huidige heersers Rik van de Walle en Mieke Van Herreweghe zich kandidaat stelden.

Omdat er maar één duo is, zullen er maximaal twee stemrondes zijn. In de eerste ronde moet het duo in drie van de vier stemgroepen een meerderheid behalen. Eén van die drie stemgroepen is het Zelfstandig Academisch Personeel (ZAP), dat zijn de proffen. Als dat niet lukt, volstaat in de tweede ronde een meerderheid in twee van de vier groepen, inclusief het onvermijdelijke ZAP, en een gemiddeld stemmenpercentage van 50% over alle groepen heen. Als ook dat niet lukt, moet de Raad van Bestuur de procedure herstarten.

De procedure

Wat in de bovenstaande procedure opvalt, is de doorslaggevende rol van het ZAP. Een rol die hun 'collega's' in het Assisterend Academisch Personeel (AAP, de assistenten) en het Administratief en Technisch Personeel (ATP, het overige personeel aan de UGent) niet krijgen. Dat is niet nieuw: ook in de oude procedure werden gewichten toegekend aan de stem van iedere groep. Stemmen van het ZAP telden mee voor 67%, die van het AAP en het ATP voor elk 8,5%. Maar ook studenten hebben stemrecht, hun stem telde vroeger voor 16% mee. Om een verkiezing te winnen, volstond een gewone meerderheid (50%), nadat de tweederdemeerderheid al enkele jaren geleden was geschrapt. In theorie kon een duo dus een verkiezing winnen met stemmen die enkel van het ZAP kwamen. Dat gebeurde natuurlijk nooit. Want als je vijf professoren in een ruimte zet, komen er zes meningen uit. Dat oude systeem werd in 2019 door de Raad van Bestuur van de UGent vervangen door het huidige.

Als je vijf professoren in een ruimte zet, komen er zes meningen uit

In andere universiteiten gaat het er overigens niet veel democratischer aan toe. Zo hebben de Leuvense studenten slechts 10% van de stemmen, terwijl de proffen over 70% beschikken. Om toch nog een impact te hebben, probeert de Leuvense studentenkoepel een soort Amerikaans kiessysteem te hanteren, waarbij studenten kiespersonen aanduiden die de effectieve stemmen uitbrengen. Hierdoor kan een eensgezind uitgebrachte studentenstem toch wel een verschillen maken, wanneer de proffen verdeeld zijn.

Logica is niet per se logisch

Op het eerste gezicht lijkt de beslissende rol van de proffen wel logisch, want de gemiddelde academische carrière van een prof is uiteindelijk heel wat langer dan de 5,1 jaar die studenten doorgaans aan onze alma mater doorbrengen. Behalve als je Vlaams minister van Onderwijs bent, natuurlijk. Dat het andere permanente UGent-personeel (de groepen AAP en ATP) een veel kleinere invloed hebben op het resultaat dan de proffen, is dan weer minder logisch. 

Het ZAP is dus met afstand de kleinste groep, maar heeft veruit het meeste zeggenschap

Aangezien het kiessysteem duidelijk meer waarde hecht aan de stem van ZAP dan van eender welke groep, zou je ook verwachten dat de ZAP'ers ook numeriek een zeker overwicht hebben. Dat blijkt niet het geval: van de 51.730 stemgerechtigden zijn er slechts 1381 professoren. Dat is goed voor – naar boven afgerond – 2,7% van het totale kiespubliek. In dat kiespubliek zijn studenten overduidelijk de grootste groep (42.363), gevolgd door het AAP (5028) en het ATP (2958). Het ZAP is dus met afstand de kleinste groep, maar krijgt wel het meeste zeggenschap in de rectorverkiezingen.

Eerlijk duurt het langst

Sas van Rouveroij, voorzitter van de Raad van Bestuur (RvB), klinkt alleszins positief over de nieuwe kiesprocedure: "De nieuwe procedure is niet alleen technisch, maar vooral ook inhoudelijk veel beter aangezien ze een stuk rechtvaardiger is. Het wegen van de stemmen, zeker met zulke overdonderende verschillen, is niet te verantwoorden." Van Rouveroij vindt dat de kloof tussen proffen en de rest wel stevig verkleind is: "Er zijn geen gewichten meer, waardoor de grootste impact op de indeling in kiesgroepen is weggevallen. Het enige onderscheid tussen de kiesgroepen, is dat een rectoraal team, dat per definitie uit de kiesgroep van de professoren komt, niet verkozen kan worden wanneer het in de eigen kiesgroep geen meerderheid heeft." De voorzitter vult aan: "De universiteit wordt gemaakt tot wat ze is door alle leden van die gemeenschap."

"De nieuwe procedure is niet alleen technisch maar vooral ook inhoudelijk veel rechtvaardiger" – Voorzitter RvB

Het valt moeilijk te becijferen of de nieuwe methode het stemgewicht effectief 'rechtvaardiger' verdeelt. Maar doordat het ZAP vetorecht heeft, blijft hun rol de facto dezelfde. Ze kunnen, net als vroeger, niet zelf bepalen wie rector wordt maar wel eigenhandig beslissen wie het zeker niét wordt. Iedere groep, behalve het ZAP, kan in principe volledig buitenspel worden gezet. Na deze verkiezing zal uit de Raad van Bestuur moeten blijken of de procedure voor verbetering vatbaar is. "The proof of the pudding is in the eating", besluit van Rouveroij.

0
Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reacties

Bericht: 
In 1992 moest toenmalige rector Leon De Meyer (ja deze van de grote aula naast het rectoraat) vervangen worden. Om het democratisch deficit en de ondervertegenwoordiging van de studenten te omzeilen, lanceerden we vanuit de GSR een debat met de 3 kandidaten. Nog voor we op het rectoraat op het matje (audiëntie) werden geroepen, hadden we al een persconferentie gehouden en Karel Verhoeven (toen beginnend journalist) als moderator vastgelegd. Het kwaad was geschied, het rectoraat kon het niet meer tegenhouden, ondanks de dikke sigaar die Domingo Baert als GSR-voorzitter kreeg. Het kruisverhoor (waarbij de 3 kandidaten hun beleidsplan naar de studenten toe dienden te verdedigen) leverde lol en spectakel op met Leon De Meyer als een schoonmoeder wakend op de eerste rij en een duo-moderatie van Karel Verhoeven en mezelf als GSR-secretaris. Hoewel we even het establishment onder druk hadden gebracht was het toch de gedoodverfde favoriet die rector werd, Jacques Willems. De verkiezing hadden we niet beïnvloed, maar de verstandhouding tussen studenten met rector Willems was de jaren erna wel super best, misschien toch het resultaat van een creatieve lol en het weigeren om zich neer te leggen bij een fout gewogen selectieprocedure waarbij de meerderheid als minderheid behandeld werd/wordt. Jan Vlamynck, ex studentenbeheerder/GSR-secretaris

Reactie toevoegen