Deze lezersbrief werd ons opgestuurd door Amy Debouvry, 22 jaar en student 2de Master Klinische Psychologie.
Dinsdag verscheen er in Schamper een opiniestuk van Jonathon Mayes naar aanleiding van de livestream waarin te zien was hoe een professor aan de UGent en zijn assistent amok maken met agenten. Nadat ik hierover een interessante discussie had op Facebook met een vriend, besloot ik mijn eigen opiniestuk hierover te schrijven. Deze discussie ging vooral over hoe de professor en zijn assistent, nog voor de politie arriveerde, hun persoonlijke opinie deelden met hun leerlingen over zaken zoals politiek en seksualiteit. Mijn vriend vond dat de lesgevers in kwestie hun studenten een referentiekader voor hun leerstof boden, door hun persoonlijke opinie over een aantal zaken mee te delen. Met dit artikel wil ik reageren op zowel het artikel van Jonathon als op mijn vriend die Jonathons artikel deelde.
Even de feiten op een rijtje. Uit de getuigenissen in Schamper en de 22 minuten durende livestream op YouTube maak ik het volgende op. Een professor en zijn assistent, van het vak Digital Methods aan de vakgroep Communicatiewetenschappen, organiseerden op 12 april, op een vrijdagavond en -nacht, een livestream om het te hebben over hun persoonlijke interesses. Op Ufora kondigden ze een “Social Friday” aan, waarbij de nadruk zou liggen op entertainment en niet op de lesinhoud. Na wat biertjes werd de sfeer zeer open. Vanaf dan besproken ze hun mening over zaken zoals hun collega’s, de rector en genderneutraliteit. Over geen van deze dingen hadden de twee heren veel goeds te zeggen. Daarnaast besproken ze ook nog hun lievelings “negermuziek” (de woorden van de assistent) en hun favoriete biertje.
Rond één uur ’s nachts kwam de politie aankloppen om te verkondigen dat de buren hun “negermuziek” net iets te luid vonden staan. In de livestream is volledig te volgen hoe de twee lesgevers, de agenten vanaf het begin verweten fascisten en handhavers van een politiestaat te zijn, hoe ze weigerden om hun identiteitskaart af te geven en hoe ze bleven vragen naar een huiszoekingsbevel terwijl de assistent zelf de agenten binnen liet in zijn woonst. Later maakte een agent de docenten attent op het feit dat ze de coronamaatregelen niet naleefden, aangezien ze vlak naast elkaar zaten en één van de heren ergens anders gehuisvest is. De assistent verdedigde zich door te stellen dat dit een essentiële verplaatsing was. Ze waren namelijk aan het ‘lesgeven’. Omdat er veel weerstand kwam van de docenten, kregen de agenten versterking. Na een kwartier toonden de heren eindelijk hun identiteitskaart, gevolgd door een Hitlergroet van de assistent. Nog wat gekibbel tussen één agent en de professor over wie het meeste zijn diploma verdient waarop de agenten vertrokken. Rust.
Een paar dagen later begint de heibel in de media. De professor en zijn assistent worden bestempeld als “puberale macho’s die hun diploma bij een pakje koffie kregen” en de UGent zou “krioelen van linkse ratten”. Ook lees ik de terechte bedenking dat deze relatief rustige vete veel meer media-aandacht kreeg dan de fysieke rellen tussen de Anderlechtse jongeren en agenten. Dit gaat echter, naar mijn mening, om meer dan een onenigheid tussen agenten en UGent-medewerkers. Dit gaat over de invulling en het gebruik van de term 'politiestaat'. Dit gaat over de vraag of een lesgever aan een universiteit al dan niet een voorbeeldfunctie dient te vervullen en in de inhoudelijk invulling van deze voorbeeldfunctie. Dit gaat over sociale hiërarchie op het werk en de voordelen en nadelen hiervan. Dit gaat over de toelaatbaarheid van buitenschoolse activiteiten en de vriendschappelijkheid tussen lesgevers en hun studenten. Dit gaat over machtsgeilheid, niet enkel bij de agenten in kwestie, maar ook bij de professor en zijn assistent. Dit voorval biedt een hele resem interessante discussiepunten.
"Dit gaat over machtsgeilheid, niet enkel bij de agenten in kwestie, maar ook bij de professor en zijn assistent"
Wat mij het meeste opvalt aan de hele heisa is hoe de twee onderwijzers ondanks de massale kritiek, toch kunnen rekenen op veel steun vanuit hun omgeving. Het merendeel van de UGent-studenten is neutraal of onverschillig. De studenten die onderwezen werden door de twee docenten verdedigden hen op verschillende wijzen, onder andere door massaal op te roepen de livestream niet te delen. Op het einde van de livestream belde er een collega of een student (dat is in de video niet zo duidelijk) de docenten op met de volgende waarschuwing: “Pas op! Er zit nu heel wat volk mee te kijken dat geen student is. De studenten hebben jullie graag, maar de niet-studenten kunnen de livestream online verspreiden. Er zit nu volk mee te kijken dat we niet onder controle hebben. En stel dat er rechtse trollen meekijken …”. Een bezorgde beller dus die wou waarschuwen voor het verlies van controle. Dit alles roept bij mij veel vragen op. Wat moet je doen om controle uit te kunnen oefenen op zo’n grote groep?
Volgens Machiavelli doe je dit middels intimidatie. Waarschijnlijk was dit het soort controle waarvoor de professor en zijn assistent vreesden toen de twee agenten binnenkwamen. Volgens Freud kan je macht echter enkel bekomen door te sympathiseren met het volk dat je wilt ‘controleren’. Als we ons dan toch paranoïde gaan opstellen ten opzichte van machtsgeilheid, laten we dan het bedenkelijke idee onder de loep nemen van de professor en zijn assistent om een "Social Friday" te organiseren. Ik vind het een fantastisch idee, maar tegelijkertijd ook wat pervers. Ik concludeer uit het contrast van de reactie van de studenten en die van buitenaf dat om sympathie te winnen, het al genoeg is om zatte nonkel te spelen en je studenten te entertainen in tijden van eenzaamheid. Meer heb je dus niet nodig om invloed uit te oefenen op jonge, beïnvloedbare studenten met je statuut van wetenschapper.
"En laten we eerlijk zijn: We hebben het allemaal wat gehad ermee"
Ik heb helemaal niks tegen een familiaire sfeer tussen studenten en lesgevers. Persoonlijk heb ik al ondervonden dat wanneer professoren zich op gelijke voet stellen met hun studenten, dit zeer bevorderlijk kan werken om bij te leren. Deze twee heren gaan echter nog een stapje verder door zich af te zetten tegenover de instelling waarvoor ze werken, via uitspraken zoals “Rik suck my dick” en “Fuck de UGent”. Hiermee creëren ze een gepolariseerde sfeer van 'wij tegen zij', waar er nog geen 'zij' was. 'Zij' zijnde de UGent en de coronamaatregelen. En laten we eerlijk zijn: We hebben het allemaal wat gehad ermee. De gevolgen van corona beginnen zwaar op ons in te hakken en aan iedere faculteit zijn er wel een paar docenten die ons frustreren door hoe ze omspringen met de corona-chaos. Dus “Fuck de UGent en fuck de popo”. Twee docenten die onze onderdrukte parolen uitroepen, dat kan wel eens deugd doen, niet?
Laat dit een reminder zijn dat wij studenten niet de enigen zijn die het gehad hebben met de corona. De zorgverleners, die dag en nacht werken om levens te redden van mensen die het niet zo nauw nemen met de regels, zij hebben het ook gehad. De professoren die wél hun best doen om online alternatieven te bieden om ons te onderwijzen, zij hebben het ook gehad. En niet elke professor is even snel weg met het internet als deze docenten van het vak Digital Methods.
"Laat dit een reminder zijn dat wij studenten niet de enigen zijn die het gehad hebben met de corona"
Om even terug te komen op de chaos die de COVID-19 schept. In de geschiedenisboeken kunnen we lezen dat in tijden van chaos extremistische anarchisten van dergelijke chaos profiteren om de huidige leider in diskrediet te brengen en zelf naar de macht grijpen om een totalitair regime op te starten. Ik denk natuurlijk niet dat één van de twee docenten de bedoeling had om via deze livestream macht te verwerven. De opmerking “Dit gebeurt er dus als je stemt op partijen zoals Groen, sp.a” toont voor mij wel aan dat de assistent duidelijk zijn politieke voorkeur wou opdringen aan zijn studenten. Ik begrijp dat men op de hoede is voor een politiestaat in deze coronacrisis, maar laat ons ook op onze hoede zijn voor mensen die van deze onduidelijke grenzen gebruik maken om hun wangedrag goed te praten. Misschien klink ik wat extreem door politiek, geschiedenis en massapsychologie in mijn discours te betrekken, maar het is uiteindelijk de assistent die geschiedenis van nazi-Duitsland betrok in zijn vertoog. Het is ook hij die van massapsychologie gebruik maakte door de agenten door herhaaldelijk te waarschuwen voor de zovele studenten die meekeken en aan zijn kant zouden staan.
Van degenen die de docenten in kwestie verdedigen hoor ik veelvuldig het argument dat deze lesgevers een open discussie met de politie en de rector verdienen. Dit is namelijk waar de UGent voor staat: durven te denken. Maar ik vind dat voor lesgevers binnen de vakgroep Communicatiewetenschappen ze beiden goed aantoonden hoe openlijk discussiëren net niét moet. In plaats van zich te verdedigen met gegronde argumenten hoor ik de docenten in de video constant zichzelf tegenspreken. Deze heren gaan in these en antithese met zichzelf in plaats van met de agenten. Na zevenmaal de identiteitskaart te weigeren, hoor ik bijvoorbeeld de professor zeggen: “Ik heb niet gezegd dat ik weiger hem af te geven.” De assistent schetst daar bovenop een karikatuur van de wet van Godwin door angstvallig te grijpen naar leuzen zoals ‘politiestaat’. Men zou kunnen argumenteren dat de verbaal agressieve houding van de agenten voortkwam uit de intimidatie vanuit de agenten. Niemand in België is namelijk vertrouwd met het feit dat er ineens acht agenten in de woonkamer staan.De manier waarop ze hun leven blootleggen aan hun studenten toont echter aan dat er voor angst voor inbreuken op hun privacy enkel sprake is wanneer iemand niet akkoord gaat met hun gedrag of hun uitspraken. Van een erg open houding van de docenten getuigt dit niet. Alcoholchallenges aangaan en seksualiteit bespreken met studenten oké, maar op je vingers getikt worden omdat de muziek te luid staat, dat blijkt een brug te ver te zijn voor de docenten. Die agenten kijken namelijk verder dan het diploma van de docenten en liggen niet aan de voeten van de docenten zoals hun studenten doen. Betreffende de open discussie met de rector: ik begrijp niet wat er vreemd aan is dat een werkgever een werknemer een sanctie oplegt nadat deze hem online beledigt.
"Ik begrijp niet wat er vreemd aan is dat een werkgever een werknemer een sanctie oplegt nadat deze hem online beledigt"
Voor mij draait 'durven te denken' om meer dan de gangbare opinie in vraag durven stellen. Voor mij draait 'durven te denken' ook om durven je eigen opinie in vraag te stellen. Door te reflecteren over hoe je eigen verlangens en innerlijke conflicten meespelen in iedere opinie die je vormt; in een poging bewust te worden van deze bril waarmee je naar de werkelijkheid kijkt. Dit is een oproep om je verlangen tot vrijheid niet te laten meespelen in de beschouwing van het gedrag van de professor en zijn assistent. Volgens Paul Verhaeghe (ziehier mijn eigen indoctrinatie) spelen er in iedere mens twee basisverlangens die bepalen hoe we ons verhouden ten opzichte van anderen en ten opzichte van autoriteit: verlangen naar verbondenheid en verlangen naar autonomie. Beide verlangens lijken mij zeer relevant om rekening mee te houden in deze discussie. Zo heb je volgens mij aan de ene kant studenten die de idiotie van de professor en zijn assistent vergoelijken, omdat ze een fijne avond hebben beleefd dankzij die twee en aan de andere kant studenten die hen goedpraten omdat ze zich kunnen identificeren met hun doorgeslagen drang tot autonomie. Dit terwijl de professor en zijn assisent al lang hebben toegeven dat ze te ver zijn gegaan.
Laat ik het nu even hebben over de stelling dat kennis hebben over de persoonlijke opinies van een docent een referentiekader kan bieden waarbinnen je diens lesinhoud kan plaatsen. Hier ga ik volledig mee akkoord. Van iedere theorie binnen de sociale wetenschappen is het van belang om die te zien binnen het wetenschappelijke paradigma waarin ze tot stand is gekomen. Zo is het ook interessant om het mensbeeld en het wetenschapsbeeld van een lesgever mee te pikken, omdat docenten altijd meer nadruk leggen op een theorie die hen het meeste ligt. Alleen vraag ik me af in welke mate het van belang is om kennis te hebben over de politieke voorkeur van een docent als het gaat over het vak Digital Methods. Los daarvan vraag ik me af of kennis van een wetenschappelijk kader voldoende is om op een bepaalde afstand naar een theorie te kunnen kijken. Ik ben van mening dat als je maar lang genoeg je stelling verkondigt aan iemand zonder dat deze persoon zich kan verweren met een tegenstelling, die persoon jouw stelling overneemt. Hierbij verwijs ik naar landen zoals China waar mensen worden geïndoctrineerd en van niet beter weten door de heersende censuur. Met de wetenschap is dat ook zo. Op mijn faculteit is het zo dat we worden ondergedompeld in twee stromingen in de psychologie die volledig haaks op elkaar staan, namelijk de psychoanalyse en de cognitieve gedragstherapie. Al de stromingen die zich ergens tussenin bevinden worden buiten beschouwing gelaten. Daarbij komt nog eens dat de psychoanalyse aan de UGent uiterst lacaniaans is. Ik merk dat ikzelf meer en meer psychoanalyse-minded word, nu ik steeds beter het mensbeeld en het wetenschapsbeeld van Lacan begrijp. Deze kennis helpt me dus niet om op een afstand mijn eigen mening hierover te creëren, integendeel. Jammer genoeg heb ik niet genoeg kennis van andere psycho-analytici, die niet gerelateerd zijn aan Lacan, om Lacans visie op mens en wetenschap in vraag te stellen en een mensbeeld te kiezen dat het best bij mij past (shame on me om me niet meer te verdiepen in andere prominente psychologen en analytici). Als ik uit het mensbeeld van Lacan stap, val ik meteen in biomedische paradigma van de meer directieve stromingen zoals de cognitieve gedragstherapie. Laatst was ik op een lezing van de één of de andere lacaniaanse vereniging. Toen ik buiten stapte dacht ik: “Wat ben ik blij dat ik hier niets van snap.” Ik zou het liefst eerst wat praktijkervaring opdoen, zodat ik me met die ervaring op een eigen manier kan verhouden tot die theorie als jonge, naiëve student.
"Ik ben fan van het idee om ruimte te scheppen voor het debat"
Kort samengevat. Ik vind het heel goed dat de twee docenten waakzaam zijn voor een herhaling van de geschiedenis. Daarom ben ik dan ook fan van het idee om ruimte te scheppen voor debat. Ik ga echter helemaal niet akkoord met de manier waarop ze dit deden. Ze gebruikten hun positie om hun ideeën op te leggen aan jonge kneedbare studenten. Dit is nu net hoe fascisme ontstaat. Daarnaast wil ik met dit artikel ook tonen dat dit incident een aanzet kan geven om te reflecteren over de invloedrijke positie van docenten. Ten slotte hoop ik dat er discussie ontstaat over de familiariteit tussen docenten en studenten. Deze houding draagt niet enkel gevaren met zich mee, maar ook zeer veel voordelen. Het zou dan ook jammer zijn dat door deze twee pipo’s een vriendschappelijke sfeer niet meer mogelijk zou kunnen zijn.
Reacties
(Geen onderwerp)
(Geen onderwerp)
(Geen onderwerp)
(Geen onderwerp)
(Geen onderwerp)
Reactie toevoegen