Parijs was al langer de stad van de liefde, maar sinds de Olympische Spelen staat ze ook bekend als de stad van de abominabele waterkwaliteit. Toch hebben er tijdens de Spelen 110 triatleten een (on?)frisse duik in de Seine genomen.
Uitwerpselen en slachtafval
Zwemmen in de Seine is al een tijdje geen sinecure meer. Parijzenaars zagen de rivier al sinds de middeleeuwen als de ideale opbergplaats voor hun uitwerpselen en slachtafval. In de negentiende eeuw zorgde het nieuwe rioolsysteem voor een verdere achteruitgang van de toestand.
Sinds 1923 werd pootjebaden officieel door het stadsbestuur verboden. Een paar decennia later werd de erbarmelijke toestand dan weer geminimaliseerd. Zo was burgemeester Jacques Chirac in de jaren '90 van oordeel dat het hele gedoe ferm overdreven was. Om een punt te maken, zou hij in hoogsteigen persoon in de rivier plonzen. Hij stond zelfs op de aanwezigheid van enkele getuigen. Het is er echter nooit van gekomen, wellicht omdat Chirac eerst nog een duik wilde nemen in een aantal lokale corruptieschandalen.
Het Zwemplan
Intussen bleef de Seine een flink vervuilde rivier. Op regenachtige dagen stroomde afval van de riolen rechtstreeks het water in. In tegenstelling tot Chirac, besliste burgemeester Anne Hidalgo paal en perk te stellen aan deze situatie. Het Zwemplan werd in 2015 al gelanceerd, ruim tien jaar voor de effectieve start van de Spelen.
Achter de schoonmaak zat een drieledig systeem. Naast consequente metingen, werd via een gigantisch waterbassin onder het treinstation Gare D'Austerlitz hemelwater opgevangen. Vervolgens stroomde dat door naar een zuiveringssysteem. Eens het water was schoongemaakt, vloeide het door naar de rivier. Daarnaast werd een superriool van 8,8 kilometer aangelegd in het zuiden van Parijs en moedigde de overheid via campagnes eigenaars van woonboten aan om hun afval niet in de rivier te lozen.
Wetenschappers waarschuwen dat stadsrivieren hoe dan ook een bron blijven van bacteriën en parasieten
Of het echt een groot succes is geweest, valt nog te bezien. Er hebben immers minstens drie triatleten een bacteriële infectie gekregen na hun plons. Of dat effectief met de waterkwaliteit te maken had, is niet volledig duidelijk. Wetenschappers waarschuwen in elk geval dat stadsrivieren hoe dan ook een bron blijven van bacteriën en parasieten, ondanks de lovenswaardige pogingen om het tij te doen keren. Periodes van zware regenval blijven daarbovenop een gevaar vormen voor de effectiviteit van de nieuwe infrastructuur.
Pootjebaden in tijden van klimaatverandering
Zwemmen in de Seine is meer dan een leuk extraatje na een wereldwijd sportevenement. Het is een symbolisch gegeven, dat in verbinding staat met zowel het verleden als de toekomst. Voor 1923 bestond er een heuse zwemcultuur in de hoofdstad. Door de verbetering van de waterkwaliteit wordt de rivier dus terug aan de stadsbewoners gegeven.
Daarnaast vormt het een broodnodige recreatiemogelijkheid voor de stedeling van de toekomst. Door de klimaatverandering zal hittestress in de steden wel twee keer zo hoog liggen als op het platteland. Schoon water kan daarbij felbegeerde verkoeling bieden. Naast Parijs hebben dus ook andere grootsteden baat bij een grondige schoonmaak van hun eigen waterwegen.
Been there, done that
Het is dan ook niet verwonderlijk dat er ook elders volop wordt nagedacht over de problematiek. Ook steden zoals New York, Rotterdam en Sydney zijn gestart met hun eigen waterzuiveringsprojecten. In Europa, een continent waar de waterlopen er door de urbanisatie bijzonder slecht aan toe zijn, zijn er verschillende projecten lopende. Vaak maken die gebruik van een gelijkaardige strategie zoals het Zwemplan. Zwitserland is bijvoorbeeld al sinds de jaren '80 bezig met het zwemvriendelijk maken van haar rivieren. Ook dit land bouwde hiervoor aangepaste riolering en legde omleidingen aan om huisafval van de Rijn weg te voeren.
Parijs was zeker geen trendsetter en speelde in haar masterplan vaak leentjebuur
De Britten hebben de afgelopen jaren dan weer het Thames Tideway Project opgezet, bedoeld om de wereldberoemde rivier die door hun hoofdstad stroomt schoon te maken. Ook zij maakten hiervoor gebruik van een uit de kluiten gewassen rioolsysteem dat met zijn 25 kilometer zelfs drie keer zo lang is als dat van hun continentale buren. De bewustwording van de woonbooteigenaren hebben de Fransen afgekeken van Nederland. Parijs was dus zeker geen trendsetter en speelde in haar masterplan vaak leentjebuur.
Ondanks de voordelen, waren veel Parijzenaars alsnog niet te vinden voor de schoonmaakoperatie. Reden daarvoor was het kostenplaatje van het hele gebeuren: een slordige 1,4 miljard euro. Enkele stedelingen zwoeren zelfs onder de hashtag #jechiedanslaseine om uit protest hun behoefte in de Seine te doen. Net zoals bij Chirac, hebben ze dat plan tot ieders opluchting laten varen.
Reactie toevoegen