De Verdragen van Rome: hoe ongelukjes op die befaamde wegen kunnen leiden naar een verdrag waar niets in staat. Wat een georganiseerde overeenkomst moest zijn in Rome, werd een rommel.
De Verdragen van Rome, een overeenkomst van groot belang, zorgden voor de eerste stapjes richting de Europese Unie. Het was Albert Breuer, een Duits diplomaat, die de taak en eer kreeg om de verdragen afgewerkt voor de neuzen van de ondertekenaars te leggen. Hoewel alle wegen naar Rome leiden, werd het geen al te vlotte reis. Het fiasco begon wanneer de ruwe teksten, die op hun eindbestemming op punt gezet zouden worden, per trein van Brussel naar Rome werden gebracht. De typmachines, papieren en inkt gingen de goederenwagon in, die op zijn beurt achter de passagierswagon werd gekoppeld. In Zwitserland hadden ze hier echter een ander idee over. In die tijd gold er een wet die stelde dat een trein niet zowel goederen als passagiers mocht vervoeren. Kiezen is verliezen, en zo werd de wagon met alle apparatuur op een zijspoor gezet, waarna Albert en zijn kompanen onwetend verder reisden.
De poetsvrouw dacht dat het oud papier was en had alles bij het vuil gezet, al dat werk voor niets
Eens in Rome, werd aan alle alarmbellen getrokken. De wagon kwam gelukkig terecht, dus kon er zonder zorgen verder gewerkt worden. Er werd dag en nacht ijverig geschreven om de teksten af te krijgen. De vermoeidheid sloeg dan ook toe en het was tijd voor een verdiende nachtrust. De volgende ochtend dachten de schrijvers dat ze nog aan het dromen waren, althans, dat hoopten ze toch. Alle papieren waren weg... Diefstal? Verkeerde zaal? Een grap? Nee, gewoon de poetsvrouw die dacht dat het oud papier was en alles bij het vuil had gezet. Al dat werk voor niets. Er zat niets anders op dan opnieuw te beginnen.
Met man en macht werd er geschreven, getypt, over en weer gelopen, maar Breuer zag het bos door de bomen niet meer. Hopeloos vroeg hij plaatselijke studenten om zijn team een handje te helpen, wat (opnieuw) niet een van zijn slimste zetten was. De onervaren studenten waren chaotisch, maakten fouten en niets raakte af. De deadline zou zijn dood zijn.
Op 25 maart 1957 was het zover, de ondertekening van de Verdragen. Ministers van Buitenlandse Zaken uit verschillende landen verzamelden in het prachtige Palazzo dei Conservatori rond de dikke bundel, om hun handtekening te zetten op blanco vellen papier.
De pokerface van Albert had prijzen kunnen winnen. Er was niemand – buiten zijn eigen medewerkers – die van dit lege Verdrag wist. Enkel de eerste pagina was bedrukt, waar de handtekeningen van de mannen in pak zouden staan. De boodschap was duidelijk: blijven lachen en hopen dat niemand een pagina omdraait. De boodschap van de Verdragen van Rome was net iets minder duidelijk.
Reactie toevoegen