Zowat elk politiek debat kan vroeg of laat door de unhappy few tot 'woke' herleid worden. Hier blijft het grotendeels bij een debat, in de VS is het echter politieke realiteit. In Florida vindt woke haar vijanden: Disney en het vrije onderwijs.
Volgens Bart De Wever stevenen we af op een burgeroorlog over woke. Die uitspraak werd weggelachen, aangezien 'woke' momenteel vooral een term is voor overdreven dramatische krantenkoppen en Twitter. Aan de andere kant van de wereld worden er echter wetten gemaakt om 'woke' aan banden te leggen, vooral in het (hoger) onderwijs. Florida, waar gouverneur DeSantis zich met verregaande wetten opstelt als de enige optie voor anti-woke en homofoob rechts, dient als het beste voorbeeld.
Oorlog tegen het onderwijs
Twee stukken wetgeving worden breed besproken – of minder eufemistisch: fel gecontesteerd, met maandenlange protesten tot gevolg. De weinig aan de verbeelding overlatende 'Stop W.O.K.E. Act', en de 'Parental Rights in Education Bill', beter bekend als de 'Don't Say Gay bill'. Beide leggen het publiek onderwijs aan banden in de 'sunshine state'. Hoewel de wetgeving beperkingen en nuances kent, lijkt de algemene ambitie om het bespreken van alles wat 'woke' zou zijn (ras, gender en seksuele geaardheid) te verbieden in scholen. Criticasters van het beleid wijzen dan ook op grootschalige schendingen van de rechten van LGBT-personen.
Een eerste versie van House Bill 999 sprak zelfs over het afschaffen van studies in gender en critical race theory in het publiek hoger onderwijs
Hoewel de strijd tegen 'indoctrinatie' vooral plaatsvindt in het lager en middelbaar onderwijs, blijft ook het hoger onderwijs niet gespaard. Zo is het congres van Florida momenteel bezig met het goedkeuren van 'House Bill 999'. Deze wet zou onder meer verbieden publieke middelen in te zetten voor activiteiten die pleiten voor diversiteit, 'equity' (billijkheid) en inclusie. De eerste versie van de wet sprak zelfs over het afschaffen van studies in gender en critical race theory in het publiek hoger onderwijs. Een collectief van verschillende onderzoeksgroepen in de VS beschreef de wet als het einde van de academische vrijheid in Florida.
The House of the Mouse
De meest besproken tegenstander van DeSantis komt echter uit een onverwachte hoek: Disney, dat haar grootste pretpark in Florida heeft. Het bedrijf liet zich lange tijd niet publiek uit over het beleid. In 2020 was ze zelfs goed voor 50.000 dollar aan de verkiezingscampagne van gouverneur DeSantis. Onder druk van haar personeel kwam hier verandering in. Disney uitte net na de goedkeuring van de 'Don't Say Gay Bill' de wens dat de wet afgeschaft, of door de rechterlijke macht geblokkeerd zou worden. De toenmalige CEO, Bob Chapek, dreigde zelfs hun financiering voor de Republikeinse partij in Florida op te zeggen. Tijdens de verkiezingen van 2020 ging dat om meer dan 500.000 dollar. Het begin van een vete tussen DeSantis en Disney, nu onder leiding van Bob Iger.
Het lijkt weinig te maken te hebben met een progressieve strijd, maar eerder het behoud van een libertaire dystopie
Als vergelding op de kritieken van Disney schafte DeSantis de speciale bestuursentiteit op waarmee Disney jarenlang volledige controle had over het gebied waar Disney World gevestigd is. Vanaf nu zou de staat hun bestuursorgaan vaststellen, in plaats van Disney. Maar niet voordat het bedrijf een slinkse truc toepaste door dat orgaan eerst van zo goed als al haar autoriteit te ontdoen, en dit te laten gelden zolang de nazaten van Koning Charles III leven. Ondertussen heeft Disney DeSantis ook aangeklaagd voor het gebruik van overheidsmacht als wraak voor het uiten van kritiek.
Door de absurditeiten van het verhaal, zoals de royale clausule, worden kranten volgeschreven over de vete. De ruzie is ook zeker niet zonder inzet: honderdduizenden dollars aan partijfinanciering, het bestuur van Disney World en het feit dat Disney meer dan 77.000 mensen tewerkstelt in Florida.
Links en rechts
Omdat politiek in de Verenigde Staten op elk mogelijk vlak een tweekampenstrijd is, wekt deze discussie snel de indruk op een strijd te zijn tussen een conservatief rechts en een progressief, misschien zelfs links, kamp. De eerste wordt dan vertegenwoordigd door DeSantis, de tweede omvat dan Disney en de protesteerders. Deze tweedeling is echter een bedrieglijke schijn.
Laat ons eens kijken naar de inzet voor Disney: het Reedy Creek Development District. In de jaren 60 waren de gebroeders Disney op zoek naar een plek om hun tweede pretpark te bouwen: een groot gebied waar ze zo veel mogelijk controle over hadden. Via lege vennootschappen kocht Disney grote delen land in Florida en richtte de staat Florida op hun vraag het Reedy Creek Development District op. Disney had zo goed als volledige controle over dit district, dat op zijn beurt dan weer instaat voor alle aspecten van ruimtelijke ordening en publieke voorzieningen. Zo werd Disney de overheid van haar eigen pretpark. Die macht behield ze meer dan vijftig jaar lang door het aantal inwoners te beperken tot een minimum en zelf het bestuur van het district aan te stellen. Dit laatste schafte DeSantis dus af. Hoewel de strijd tussen Disney en DeSantis dus wel begon over LGBT-rechten, gaat deze vandaag vooral voort over de macht die Disney krijgt over haar speciale district. Het recht van een privaat bedrijf om de macht van een overheid te krijgen lijkt weinig te maken te hebben met een progressieve strijd, en eerder met het behoud van een libertaire dystopie.
Ongekende rechten voor een privaat bedrijf, ultraconservatieven en gigantische politieke financieringen: dit verhaal is door en door Amerikaans. Toch brengt het een waarschuwing voor ons eigen land met zich mee. Bijvoorbeeld over hoe een bepaald discours over 'woke' gevaarlijke politieke gevolgen kan hebben, en hoe de academische vrijheid met slechts enkele wetten in gevaar gebracht kan worden.
Reactie toevoegen