"Bij de vroege middeleeuwen fantaseren historici gewoon alles erbij": Het verhaal van Vlaanderen

'Het verhaal van Vlaanderen' beroert de gemoederen. Het programma wordt om uiteenlopende redenen verguisd en geloofd, maar historici Jan Dumolyn en Steven Vanderputten staan achter hun deelname: "Kijkers zien dat achter die cinema en dat entertainment nog iets anders zit."

Het lijkt wel alsof iedereen een mening heeft over 'Het verhaal van Vlaanderen'. Zowat alle zichzelf respecterende historici hebben ofwel het programma neergesabeld in een opiniestuk, ofwel eraan meegewerkt. Professoren Steven Vanderputten en Jan Dumolyn behoren tot die laatste categorie. We spreken hen op een iets te frisse maandagmorgen in de schaduw van de Sint-Pietersabdij.

"De programmamakers hadden onze antwoorden op voorhand wat uitgeschreven. Ik heb dat natuurlijk geweigerd."
– prof. Vanderputten

Wat was de eerste reactie toen de programmamakers jullie contacteerden om mee te werken aan 'Het verhaal van Vlaanderen'?

Vanderputten: "Het was midden in de coronaperiode en begon met een breed gesprek via Teams. Het was eerlijk gezegd vrij incoherent. Een redactrice vertelde me dat het programma 'iets wou doen' met mijn periode, de 'duistere middeleeuwen' dus. De makers waren eigenlijk van plan om de vroege middeleeuwen over te slaan. Ik moest een case maken om die periode in het programma op te nemen. De redactrice vertelde me dat het moeilijk zou zijn om de periode in het programma op te nemen, omdat mensen dat niet zouden kennen en de makers herkenbare verhalen wilden vertellen. Ik heb dan gevraagd wat ze eigenlijk wilden, kijkers kennis laten maken met verhalen uit het verleden of verhalen vertellen die ze eigenlijk al kenden."

Dumolyn: "Voor mij lag dat helemaal anders: 1302 en de Bourgondiërs, dat wilden ze sowieso behandelen. Dat is een mogelijke kritiek op het programma. De thema's beantwoorden aan een verwachtingspatroon. Het is evident dat er een aflevering over 1302 zou zijn, net als over de Bourgondiërs, zeker sinds Bart Van Loo (auteur van het gelijknamig cultuurhistorisch werk, red.)." 

Was jullie rol beperkt tot het woordje uitleg dat we in het programma zien, of hadden jullie inhoudelijk ook wat in de pap te brokken?

Dumolyn: "Ik heb het scenario nagelezen van de vierde aflevering ('1302', red.), maar niet van die over de Bourgondiërs."

Vanderputten: "Ik heb het scenario van de derde aflevering ingekeken de avond voor ik naar de studio moest om headshots te filmen. Er werd me eigenlijk niet gevraagd om feedback. Ik heb het natuurlijk wel gedaan, omdat de programmamakers onze antwoorden op voorhand wat uitgeschreven hadden. Ik heb natuurlijk geweigerd om dat te vertellen. Uiteindelijk mochten we zeggen wat we wilden. Er was wel een zekere huiver, bij mezelf en enkele collega's, voor hoe de makers alles zouden monteren. Het viel wel mee op termijn, maar er waren discussies in de studio wanneer de programmamakers te kennen gaven: 'We hebben liever dat je dit zegt'."

"Awel ja, dan vertel ik over een prinses."

Dumolyn: "Veel collega's zijn terughoudend en bang om niet alle nuances te kunnen vertalen. Je moet dat ook een beetje loslaten. Bij de kritiek die vooraf over het programma geuit werd, dacht ik soms dat mijn collega's bang waren voor hun eigen schaduw. Als je iets in dat format brengt, is dat niet hetzelfde als een les aan de universiteit."

Vanderputten: "Uit de reacties viel op dat veel kijkers begrepen dat wij serieuze nuances aanbrachten. Ze zien de commentaar van experten niet als een saai interludium. Nu stromen de uitnodigingen binnen om dat genuanceerde verhaal te komen vertellen. Kijkers begrijpen wel dat achter het verhaal een enorme wetenschappelijke wereld schuilgaat. Het is ook infotainment. De makers wilden het graag hebben over een prinses. Awel ja, dan vertel ik over een prinses."

"De opnames van de veldslag met de Romeinen waren erg duur. Die re-enactors volgen alleen bevelen in het Latijn op."

– prof. Vanderputten

Bij Judith Van Francië leek het alsof de waarheid niet in de weg mocht staan van een goed verhaal.

Dumolyn: "(lacht) Bij de vroege middeleeuwen fantaseren ze gewoon alles erbij wegens weinig bronmateriaal. Maar over Judith Van Francië was er een didactische kans om te tonen dat er ook twijfel is."

Vanderputten: "Door aan verschillende experts te vragen of het Judith was, wilden ze een cinematografisch effect creëren met opeenvolgende ja's en nees. Ik wou er niet op antwoorden, en dan keek de ploeg nogal sip naar mij. Het is een wetenschappelijke cliffhanger, zei ik dan. Wat als het niet Judith was? Who cares! We doen momenteel onderzoek naar die resten, maar als ze niet van Judith blijken te zijn, ben ik even gelukkig; dat is even waardevol. Het onderzoek kan niet mislukken."

"Het is niet zo erg als History Channel. Het is ook geen BBC-documentaire. Het zit ergens ertussen."

– prof. Dumolyn

Zijn jullie tevreden over het effect dat het programma heeft gehad?

Dumolyn: "Zeker."

Vanderputten: "De reacties zijn heel sympathiek. Je hoort soms commentaar dat we iets niet aangeraakt hebben in het programma. Als je praatte met de programmamakers, merkte je dat zij gewoon leuke verhalen wilden, maar wel met contextualisering door experts. Daar ben ik heel blij mee. Ze hadden voor de Vikings ook een verhaal voorbereid met veel vlammen en lijken. Dus dat had ook gekund."

Dumolyn: "Die Vikings waren het meest stereotiepe van het hele programma. Ik heb daarmee zitten lachen. Na Ambiorix en de Guldensporenslag komen er geen veldslagen meer."

Vanderputten: "De opnames van de veldslag met de Romeinen waren ook erg duur omdat ze enorm veel tijd gekost hebben. Die re-enactors gaan zo op in dat verhaal dat ze alleen bevelen in het Latijn opvolgen. (algemene hilariteit)"

"Zoals kinderen en tieners ernaar kijken"

Is Vlaanderen met 'Het verhaal' definitief op de trein van commerciële, spectaculaire geschiedenis gesprongen, zoals National Geographic en History Channel dat al langer doen?

Dumolyn: "Het is niet zo erg als History Channel, waar ufo's piramides bouwen. Het is ook geen BBC-documentaire. Het zit ergens ertussen. De makers willen natuurlijk beantwoorden aan bepaalde verwachtingen."

Vanderputten: "Je moet naar het programma kijken zoals kinderen en tieners ernaar kijken. Er worden experts aan het woord gelaten, dus kijkers zien dat achter die cinema en dat entertainment nog iets anders zit. Het programma wil natuurlijk kijkers lokken en dat is gelukt."

"Historici hebben een dankbare wetenschap"

– prof. Dumolyn

Het is vooral een entertainmentprogramma, maar presentator Tom Waes vertelt ook dat het mogelijk lesmateriaal is.

Dumolyn: "Wij zijn ook uitgenodigd in de VRT-studio om aparte clipjes op te nemen voor het onderwijsarchief, als educatief materiaal. De leerkracht kan dan een fragment tonen."

Vanderputten: "In drie minuten vertel je dan iets over zaken die niet aan bod kwamen, maar die je wel belangrijk vindt binnen je periode."

Dumolyn: "Historici hebben een dankbare wetenschap. Er is een breed publiek en we kunnen onze materie breed beschikbaar maken. Daarom hoop ik dat dit programma een gamechanger wordt. We hopen dus dat er meer aandacht komt voor de geschiedenis die in het programma aan bod komt."

Vanderputten: "Het format met experten die contrapunten aanreiken: dat contrast werkt goed. Mensen zijn geïnteresseerd."

De discussies over de reeks die geschiedkundigen uitvechten op de opiniepagina's van kranten zijn soms bijzonder vurig. Heeft het wat weg van een catfight tussen historici?

Vanderputten: "Het is eigen aan de historische wetenschap dat mensen het oneens kunnen zijn, maar in de media wordt dat als een ad-hominemdiscussie gezien."

Dumolyn: "Dat is de schuld van de pers. Die moet doen alsof alles gepolariseerd is. Wij staan aan de koffie ook samen te lachen met alle ophef over de reeks. Iedereen schrijft iets alsof we kritiek hebben op elkaar, maar die wetenschappelijke discussies voeren we ook onder elkaar. Ik ben het bijvoorbeeld niet eens met Bruno De Wever, die vindt dat de belangrijkste les van geschiedenis is dat het ook anders had kunnen lopen. Ik vind het interessant om ook naar structuren en langetermijnpaden te kijken; en niet alles had altijd anders kunnen lopen. Die discussie voeren we vaak."

Is het dan positief voor historici om voor het voetlicht te treden in de media?

Dumolyn: "Het is beter dat wij er zitten dan dat het Mia Doornaert of Rik Torfs zijn. (lacht)"

Vanderputten: "Het is goed dat experten aan het woord komen in plaats van mensen die een mening hebben en dan overal oreren. Zwijg als je er niets over weet. Het programma is een mooie gelegenheid om wetenschap onder de aandacht te brengen. We doen het niet omdat we mediageil zijn, ik althans niet. (Dumolyn maakt lachend misbaar)" 

0
Gemiddeld: 4 (1 stem)

Reactie toevoegen