Fret kak, kanker

Enkele weken geleden werd ik paniekerig wakker van een droom. In de droom hielp ik mijn vader van de grond. Hij was gevallen en zag er doodziek uit. Een kaal hoofd, een smal gezicht ... kortom, alles wat een terminaal zieke karakteriseert.

Het was 2020 toen we te horen kregen dat er verzaaide prostaatkanker was vastgesteld. Mijn vader werkte doorheen zijn leven heel hard. De pijn in de benen en de rug werden lang weggezet als lumbago of ouderwetse spierpijn. Het bloedonderzoek bracht daar verandering in: zeer vergevorderd. Veel langer dan vijf jaar zou hij het niet uithouden, tien uit optimisme. 

Met dank aan de goede dokters en hun vele behandelingen was er wel altijd hoop. Vooral de mensen rond hem leken dan wat steun te kunnen halen uit het feit dat er altijd nog een andere behandeling was, telkens wanneer de vorige weer niet of halfjes aansloeg. Iets minder dan twee jaar na de diagnose waren die opeenvolgende spoortjes hoop op: uitbehandeld. Het optimisme: uitgeput. 

Fuck de kanker die mijn beeld van hem verpest heeft, en hem zijn laatste decennia heeft gekost

De behandeling veranderde. Het ging niet meer over genezen en behandelen, maar enkel nog over pijnstillers en goed kunnen slapen. Palliatieve zorg: de weg naar het einde verzachten. En zo kwam dat einde dichter en dichter. Mijn vriendin en ik stonden aan de Fietsambassade wanneer ik telefoon kreeg: ik moest naar huis komen, want het was bijna zover. Dat bleek echter vals alarm. Niet ongefundeerd, want papa was wel verlamd. Vanuit zijn ziekbed belden we nog. Hij heeft me gefeliciteerd met mijn functie, maar na een tijdje belden we niet zo heel veel meer. We wisten waarschijnlijk niet goed wat zeggen. Hij zei vaak dat hij trots op me was. Een zin die ik hoop ooit te kunnen verwerken. Nu doet het nog pijn. Niet veel later was het echt gedaan. De begrafenis en alles errond was zeer bitter, en weinig zoet. We weten allemaal wat rouwen is, dus de rest zal ik je besparen.

Met deze uitleg vol nutteloze details wil ik een beeld, van ziekte en van pijn, schetsen voor ik tot de kern van mijn verhaal kom: fuck die kanker. Maar nog veel meer dan dat: fuck die droom waar hij zo ziek leek. Zo was papa helemaal niet. Tot het einde was hij sterk. Tot de laatste momenten. Hij hield vast, voor ons en voor zichzelf. Hij was sterker dan alles wat ze naar hem hebben gegooid. Sterker dan de medicijnen, dan de pijn en sterker dan het leven. Fuck de kanker die mijn beeld van hem verpest heeft, en hem zijn laatste decennia heeft gekost. Hij was zo veel meer waard, en dat weet iedereen die hem kende. 

Gelukkig heb ik nog een wapen tegen de corruptie van zijn imago. Met zijn wijsheden en de herinneringen die ik aan hem overhoud, kan ik het beeld van de intelligente, charmante en standvastige persoon die hij was toch wat behouden. Maar het blijft een moeilijke strijd. De twee jaar aan ziekte die ik hier beschrijf, hebben veel veranderd. Daarom nog een laatste verwijzing naar mijn vijand in dat gevecht: fret kak, kanker.

0
Gemiddeld: 5 (2 stemmen)

Reactie toevoegen