We kijken niet vreemd op van de studieschuld in de verre Verenigde Staten, maar ook dichter bij huis studeren er op dit moment studenten af met een studieschuld van duizenden euro's. Welkom in het Nederlandse studentenleven (en in de schuldenput).
Studeren kost geld, handenvol geld. Om de financiële drempel te verlagen, subsidieert de overheid het onderwijs. In de goede oude tijd gebeurde dat in het Nederlandse hoger onderwijs in de vorm van een basisbeurs, een soort basisinkomen dat elke student maandelijks kreeg. Een student op kot kreeg elke maand ongeveer 280 euro. Studenten van wie de ouders een laag inkomen hadden, kregen een extra bedrag bovenop hun basisbeurs. De basisbeurs was een cadeau voor studenten die binnen de tien jaar hun opleiding succesvol afrondden. Studenten die niet slaagden, moesten het geld terugbetalen. Het financiële duwtje in de rug van de basisbeurs kunnen ze in Nederland goed gebruiken: een opleiding kost er al snel 10.000 euro meer dan in België.
Geen centen voor studenten
In 2015 ging de basisbeurs op de schop en verscheen het leenstelsel op het toneel. De overheid draaide de kraan met gratis geld dicht. In het huidige stelsel moeten studenten zich tevreden stellen met een voordelige lening. Met dat geld kunnen ze hun opleiding financieren. Als ze na hun studies aan de slag gaan, betalen ze maandelijks een deeltje van hun studieschuld terug. De beurs voor studenten met weinig bemiddelde ouders bleef gelukkig wel intact.
Het leenstelsel werd met de beste bedoelingen gelanceerd. Politieke partijen van links tot rechts bejubelden het plan in koor. Het zou zorgen voor eerlijker en beter onderwijs. "De bakker moet niet langer opdraaien voor de opleiding van de advocatenzoon", zo stelde premier Rutte. Hoogopgeleiden kunnen best een deel van hun studie zelf betalen, als ze later een goede job hebben is een studieschuld makkelijk afbetaald. Het geld dat we besparen investeren we massaal in beter onderwijs. Studenten betalen meer voor beter en eerlijker onderwijs. Goede deal, toch?
Een studieschuld van enkele tienduizenden euro's rond je nek is geen prettig vooruitzicht
Het leenstelsel loste de verwachtingen niet in. De kwaliteit van het onderwijs verbeterde niet en de geplande investeringen kwamen er nauwelijks. Dubbel zoveel studenten gingen in het rood en de gemiddelde hoogte van een studieschuld steeg fors. Hierdoor kampten meer studenten met stress en angsten. Een studieschuld van enkele tienduizenden euro's als een molensteen rond je nek is geen prettig vooruitzicht. De kansenongelijkheid nam toe binnen het onderwijs en de financiële drempel om verder te studeren werd groter voor kansarme studenten. Zij hebben niet de luxe van een financieel vangnet dankzij mama of papa. Als je dan minder geld krijgt van de overheid, is de stap om te gaan studeren voor velen te groot.
De pechgeneratie
De politieke steun voor het leenstelsel brokkelde snel af, zeker bij de linkse partijen. Begin dit jaar viel het doek definitief: de nieuwe regering-Rutte kondigde het einde van het leenstelsel aan. In 2023 komt de basisbeurs terug. Een overwinning voor de Nederlandse studenten.
Studenten betalen meer voor beter en eerlijker onderwijs, goede deal toch?
Toch is het protest nog niet gaan liggen. Studenten die acht jaar lang onder het leenstelsel studeerden, voelen zich benadeeld. Zij noemen zichzelf "de pechgeneratie". Bovenop de coronacrisis, de klimaatcrisis en de wooncrisis krijgen ze een fikse studieschuld op hun boterham. Door hun schulden bekomen ze moeilijker een hypotheeklening en dat maakt de zoektocht naar een woning op de overvolle Nederlandse huizenmarkt nog moeilijker. Zeker als ze moeten concurreren met studenten die net voor of na hen begonnen zijn. Deze geluksvogels zullen wél een graantje kunnen meepikken van de basisbeurs.
De jongerenbeweging nietmijnschuld protesteert daarom deze maand in Amsterdam. Leenstelsel-studenten kregen gemiddeld dertienduizend euro minder dan basisbeurs-studenten. Om deze inkomsten te compenseren, hebben studenten meer geld geleend, soberder geleefd of dag en nacht gewerkt. Vaak is het zelfs een combinatie van de drie. De studenten van nietmijnschuld eisen daarom een eerlijke compensatie. Ze willen dat elke leenstelsel-student het bedrag ontvangt dat die onder het basisbeursstelsel zou hebben gekregen. Voor deze eisen komen ze samen op straat onder de naam 'het compensatieprotest'.
"Een studievoucher klinkt handig, maar veel studenten zijn natuurlijk al afgestudeerd wanneer ze hun voucher krijgen" – Pleun
Pleun Claassen is een van de studenten die over een paar jaar afstudeert met een studieschuld. Ze legt uit hoe het systeem precies werkt: "Wanneer je begint met studeren kan je op de website van de overheidsdienst voor onderwijs kiezen hoeveel geld je iedere maand wil krijgen, maar het is gemakkelijk om dat de volgende maanden aan te passen. De site kan ook voor jou berekenen hoeveel je best leent, maar ik ken niemand die die functie gebruikt heeft. Iedereen kiest gewoon zelf voldoende om de huur of het inschrijvingsgeld te betalen. Sommige mensen lenen ook voor hun vakanties en vrije tijd, maar ik werk om die te betalen."
Pleun is zelf niet mee gaan demonstreren, maar ze kent wel mensen die dat gedaan hebben, en ook zij is het niet eens met de compensatie die studenten van haar generatie zouden krijgen. "Studenten krijgen dus ongeveer duizend euro, maar je kan er ook voor kiezen om dat bedrag om te zetten in een 'studievoucher' om je verdere studies te betalen. Dat klinkt handig, maar veel studenten zijn natuurlijk al afgestudeerd wanneer ze hun voucher krijgen. Verder is het ook dubbel dat ze die compensatie ook zouden geven aan mensen zonder studieschuld. Er zijn studenten wiens ouders hard gewerkt hebben zodat hun kinderen geen schulden zouden hebben, en zij krijgen dan ook een compensatie, maar daarnaast is er natuurlijk een groep voor wie al die studiekosten niet zo veel voorstellen en zij krijgen nu nog eens geld dat anderen harder nodig hebben."
Reactie toevoegen