Eigen onderzoek eerst: Atamhi Cawayu

Voor zijn doctoraatsonderzoek naar interlandelijke adoptie is Atamhi Cawayu eropuit getrokken naar Bolivië. Een genuanceerd beeld van het adoptiesysteem, waarbij stemmen vanuit verschillende hoeken gehoord worden, is volgens hem cruciaal.

Cawayu's focus ligt vooral op de landen van herkomst. "Er is al heel wat onderzoek gedaan naar wat er gebeurt in de aankomstlanden, zoals België. Ik wil ook licht schijnen op de andere kant van het adoptieverhaal, waarbij ik Bolivië als gevalsstudie neem. Hoewel het adoptiesysteem hier al meer dan vijftig jaar bestaat, zijn de onderzoeken erover op één hand te tellen. Ik vind dat frappant, aangezien die systemen toch een grote invloed hebben op de levens van zowel kinderen als hun ouders die achterblijven."

Meer dan het systeem

Cawayu heeft twee focuspunten in zijn studie over het Boliviaanse adoptieprogramma. "Enerzijds heb ik gekeken naar hoe het hele systeem van kinderbescherming hier werkt. Vaak is adoptie pas de laatste stap na een heel proces. Ik heb een halfjaar veldwerk gedaan in een weeshuis, zo kon ik zien hoe kinderen hier terechtkomen, hoe ze adopteerbaar verklaard worden, maar ook hoe ze hier vertrekken. Een deel van hen komt terecht in adoptiefamilies, maar een ander deel wordt ook teruggeplaatst bij hun oorspronkelijke familie. Mijn taak als onderzoeker is om heel dat systeem onder de loep te nemen en problemen aan te duiden.

Het tweede focuspunt ligt bij de ouders wiens kinderen geadopteerd werden. "Aangezien die stemmen vaak niet aanwezig zijn in het adoptiedebat, vind ik het belangrijk om die te centraliseren in mijn onderzoek. Vaak kwam ik met hen in contact in het kader van zoektochten naar biologische ouders door geadopteerden. Een van mijn centrale conclusies was dat die ouders, ondanks hoe alles gelopen is in het verleden, nog heel graag willen weten wat er gebeurd is met hun kind. In Bolivië is er een meer gesloten adoptiesysteem: eens een kind wordt geadopteerd, hebben ouders of familieleden geen recht meer om te weten wat er is gebeurd met hun kind. Vaak waren er dan heel emotionele momenten als ik ze ontmoette en foto's toonde van hun kind, die ze vaak meer dan tien jaar niet hadden gezien. Voor veel ouders was het ook een verrassing dat hun kind niet meer in Bolivië woonde. "Hoe gaat die reünie dan verlopen als mijn kind geen Spaans meer spreekt?"."

Naar meer nuance en openheid

Op de vraag hoe het adoptiesysteem nog verbeterd kan worden, zeg Atamhi het volgende: "Er heeft zeker al een evolutie plaatsgevonden. De adoptiepapieren van de jaren '80 en '90 waren nog heel summier, terwijl ze de laatste jaren veel uitgebreider zijn. Soms kwamen documentgegevens echter niet overeen met wat de familie zelf aangaf, of ze misten belangrijke informatie. Wat mensen zelf te zeggen hebben, wordt ook vaak vergeten in officiële documenten. Helaas hebben veel instanties niet genoeg middelen om die nuances te vatten. In Bolivië, bijvoorbeeld, is er een groot verschil tussen private en publieke weeshuizen. Dat wat meer stroomlijnen zou degelijk sociaal onderzoek in publieke instellingen toelaten.

"Een open adoptiesysteem kan traumaverwerking bij adoptiekinderen faciliteren"

Daarnaast ben ik ook meer voorstander van een open adoptiesysteem. Zelfs in situaties waarbij kinderen in schrijnende omstandigheden weggehaald zijn bij hun ouders, mag het contact tussen hen niet in de kiem gesmoord worden door adoptiediensten of superviserende autoriteiten. Dat contact kan geadopteerde kinderen namelijk vaak helpen om hun trauma's beter te begrijpen en te verwerken."

0
Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reactie toevoegen