Ode aan het Blad van Papier

Op donderdag 15 oktober werd ik wakker gebeld met de boodschap dat onze universiteit rood zou kleuren. Nee, dit gaat niet over een bloedbad of een socialistische revolutie, maar over 'code rood'. Een terugkeer naar maart, een hybride vorm van semilockdown of een verlenging van de uitzichtloze situatie: ik heb me er mentaal op proberen voorbereiden aan de start van het academiejaar. Toch is het moeilijk om nu niet in een zeetje van dramatische gedachten te verdrinken: wat als dit betekent dat we dit heerlijke boekje niet meer kunnen maken? Wat als dit de laatste Schamper van het academiejaar is? Wat als de overstap naar online-artikels ervoor zorgt dat deze papieren Schamper de laatste ooit is?

Wat als dit de laatste Schamper van het academiejaar is?

In een poging mijn emoties te bedwingen, greep ik terug naar het begin. Op de voorpagina van de allereerste Schamper in 1975 schreef de eerste hoofdredacteur, wijlen Koen Raes:

"Schamper wil zich een eigen gezicht opbouwen, een gezicht dat zich zal spiegelen in de aktiviteiten van de werkgroepen die in en om de universiteit sociale aktie voeren. Daar ligt ons vertrouwen... Voor een nieuwe studentenbeweging, voor een nieuw links. Schamper zou zich moeten oplossen in de hele studentengroep, en daarbuiten verdwijnen in de lezersbrieven, reakties-, kritieken. Schamper, amper aan haar eerste nummer."

Mijn fatalistische gedachten terzijde en 620 edities later besef ik dat we ook nu, ongeacht het format van ons studentenblad, tot die essentie kunnen terugkeren. Het dilemma, of eerder de zoektocht die Schamper nu bezighoudt, is erg representatief voor wat er in de buitenwereld gebeurt. We willen voortdoen zoals voorheen, maar we moeten gedwongen transformeren en iets nieuws proberen. Paniek! De mens is een gewoontedier. Maar net zoals Schamper ooit is opgericht, moeten wij het kind nu heropvoeden. En dat zal lukken. 

0
Gemiddeld: 5 (2 stemmen)

Reactie toevoegen