Hindoenationalisme en moslimhaat

Religieuze problemen in seculier India

Sinds de onafhankelijkheid van India staat het land bekend als een onstabiele soep van religieuze en etnische minderheden. De regerende hindoenationalisten willen hier nu verandering in brengen door alles uit de soep te halen dat niet in hun plaatje past. Kadert dit zich in een bredere islamofobe trend?

Mensenrechtenorganisaties en experts waarschuwen al jaren dat er een mondiale opkomst is van haat tegen moslims. Trumps bekende 'moslimban', de vermeende genocide op de Rohingyabevolking in Myanmar, China's reëducatiekampen voor de Oeigoeren en de opkomst van islamofobe partijen in Europa: de lijst met recente voorbeelden is enorm en ze lijken een globale trend te indiceren.

Een van die voorbeelden die echter eerder weinig internationale aandacht krijgt is het groeiende hindoenationalisme in India. Vandaar dat dit artikel drie vragen zal proberen te beantwoorden: wat deze ideologie is, wat ze met moslimhaat te maken heeft en welke impact deze ideologie kan hebben op de toekomst van India.

Van Gandhi tot Modi

India's eerste minister, Narendra Modi, is een trotse aanhanger van hindoenationalisme of Hindutva. Sinds de Indiase onafhankelijkheid in 1947 heeft het land zich willen profileren als een democratisch en pluralistisch land. Zo definieert het land zichzelf in zijn constitutie als een seculiere natie. Hindoenationalisten zouden dit graag veranderen. Aangezien de hindoes de grootste religieuze groep zijn in India, vinden zij dat het beter zou zijn mocht India een officiële hindoenatie worden. Zij combineren dit geloof in een religieuze natie met sociaal-conservatieve opvattingen.

Er is echter een reden waarom Gandhi en Nehri hun natie seculier wilden houden. In de decennia voor de onafhankelijkheid was er een groeiende spanning tussen de moslim- en hindoegemeenschappen in het toenmalige Brits-Indië. Deze spanningen liepen zo hoog op dat Groot-Brittannië het noodzakelijk vond om het land op te delen in twee delen: één met een islamitische meerderheid, Pakistan, en één met een hindoemeerderheid, India. Bij de deling van deze gebieden werd de plaatselijke bevolking gedwongen te verhuizen naar het land dat met hun religieuze overtuiging overeenkwam. Twaalf miljoen mensen moesten verhuizen en ongeveer een miljoen mensen kwamen om het leven bij religieus gemotiveerde rellen.

Deze geschiedenis en de nog steeds aanwezige vijandschap tussen India en Pakistan hebben ervoor gezorgd dat hindoenationalisme zich vaak vertaalt in een openlijke haat voor moslims.

Modi Operandi

Modi werd eerste minister in 2014. Zijn overwinning kwam voor velen als een verrassing, aangezien zijn partij, de Bharatiya Janata Partij (BJP), uit het niets de Congrespartij van de troon stootte, die sinds Gandhi een monopolie op de Indiase politiek had gehad. Zijn partij profileert zich vooral op basis van hindoenationalisme en rechtse economische standpunten. De BJP is overigens de politieke tak van de Rashtriya Swayamsevak Sangh (RSS), een paramilitaire organisatie die bekend is voor een hoop terroristische aanslagen en gesticht werd door nazisympathisanten. Vroeger was Modi zelf lid van de RSS.

Modi is ook om andere redenen een omstreden figuur. In het verleden heeft hij politieke tegenstanders ervan beschuldigd geheim agenten uit Pakistan te zijn en heeft hij moslims 'vijanden van de staat' genoemd. In Modi's eerste termijn als eerste minister was er ook een opvallende stijging in de gevallen van geweld tegen moslims. Zo waarschuwde Amnesty International reeds in 2017 dat een in lange tijd ongezien aantal moslims gelyncht werd. De regering heeft weinig gedaan om dit geweld te stoppen.

Toen hij in 2002 politieke leider was van de deelstaat Gujarat braken daar religieus geïnspireerde rellen uit. Nadat een trein met hindoes werd opgeblazen, waarbij 52 mensen om het leven kwamen, braken er rellen uit waarbij zo'n 1200 moslims het leven lieten en nog veel meer verwond of seksueel aangerand werden. Modi werd ervan beschuldigd deze rellen te hebben aangespoord en niet ingegrepen te hebben om het geweld te stoppen. In alle interviews na de rellen heeft hij geweigerd toe te geven dat hij spijt heeft voor wat er toen gebeurd is.

Kasjmir outside, how 'bout dat

In 2019 haalde Modi met zijn BJP een tweede verpletterende overwinning en werd hij herverkozen als eerste minister van India. Deze nieuwe verkiezingen waren echter zeer belangrijk, aangezien de nieuwe regering extra is beginnen in te zetten op hindoenationalistische maatregelen. Een eerste opvallende maatregel is de bezetting van Kasjmir.

Kasjmir

Kasjmir is een provincie in het noorden van India die grenst aan Pakistan. Tijdens de opdeling van Brits-Indië in Pakistan en India moesten provincies in deze omgeving kiezen tot welk land ze wilden behoren. Kasjmir was echter een vreemd geval, aangezien het een hindoeïstische koning en een overwegend islamitische bevolking had. Het resultaat was dat het een heel speciale status kreeg. Kasjmir werd een deel van India, maar met een zeer grote mate van autonomie. Zo werd het een teken van het Indiase secularisme, maar ook van de oorlog met Pakistan.

India en Pakistan hebben sinds hun onafhankelijkheid al vier oorlogen gehad. De meesten daarvan vonden plaats in of hadden iets te maken met Kasjmir. Bij de hindoenationalisten was het dan ook al langer een wens om Kasjmir te 'annexeren'. In augustus viel Modi eindelijk binnen, schrapte hij de autonomie van de regio en nu wordt die bestuurd door de federale regering.

EeN SeCUliErE ConSTItuTie

Nog veel explicieter is een maatregel waardoor hij recent in opspraak is gekomen. Zijn partij heeft twee wetten door het parlement gejaagd die gecombineerd India een serieuze stap dichter bij hindoenationalisme zullen brengen. Allereerst heeft de regering aangekondigd dat ze een bevolkingsregister zal opstellen. Met dit register willen ze proberen om mensen die illegaal in India verblijven op te sporen. Veel analfabete en arme mensen hebben echter geen papieren in India en zullen dus als 'illegaal' bestempeld worden.

Maar dit register wordt gecombineerd met een wet die burgerschap verleent aan alle religieuze minderheden in India, behalve moslims. De analfabete en arme mensen zullen op basis van deze wet dus weer burgerschap kunnen opeisen, maar niet als ze moslims zijn. Dit is alsof de UGent alle studenten van Minerva zou gooien en dan enkel christenen op Ufora zouden toelaten. Leden van de regering hebben ook al expliciet laten weten dat dit de intentie van hun wet is en zijn volop detentiekampen aan het bouwen voor de 'illegalen'.

Deze laatste maatregelen zijn echter zo buitensporig dat een heleboel Indiërs hier nu tegen protesteren. Vooral studenten komen op voor de waarden van secularisme waar hun land op gebouwd is. Maar of hun protest enig effect zal hebben, zal de toekomst moeten uitwijzen.

Nog geen stemmen

Reactie toevoegen