Niet elke wetenschapper houdt zich bezig met proefbuizen, deeltjesversnellers of lasers. Dr. Schamperstein kiest voor een theoretische aanpak en baant zich een weg door formules, berekeningen en kennis om zijn licht te schijnen over een prangende maar absurde vraag.
'Cats' is een verfilming van de gelijknamige musical van Andrew Lloyd Webber. De film vertelt het verhaal van Victoria, een kat die door haar baasjes wordt achtergelaten in de straten van Londen. Hier wordt ze echter al gauw ontdekt door de Jellicle Cats, een vrolijke sekte. De verschillende katten stellen zichzelf aan Victoria voor met liedjes en dansnummers. En uiteindelijk wordt een van de katten geofferd tijdens een ritueel festival.
Als je de plot niet helemaal kan volgen is dat niet erg, want dat is ook een beetje de bedoeling. De musical bespaart zo veel mogelijk op inhoud om te kunnen focussen op wat echt belangrijk is: een episch muziek- en dansspektakel en iets te sexy CGI-katten. Over het laatstgenoemde ontstond al vrij snel een controverse, aangezien de acteurs die noch mens noch kat te noemen zijn door velen als 'uncanny valley' en 'voer voor nachtmerries' beschreven werden. Wat echter minder besproken wordt, is hoe 'Cats' naadloos aansluit bij de bredere antropomorfe traditie.
De ambiguïteit van furries
In de literatuur is er een rijke traditie aan antropomorfisme: het toekennen van menselijke eigenschappen aan niet-mensen. Een modern voorbeeld van deze trend is 'Toy Story', waarin aan speelgoed de vaardigheid wordt toegeschreven om te bewegen, met elkaar te communiceren, kritisch na te denken en zelfs verliefd te worden op elkaar. Minstens even aanwezig, maar veel minder besproken, is zoömorfisme: het toekennen van dierlijke eigenschappen aan mensen. Zo is het bijvoorbeeld accurater om de Disneyfilm 'Robin Hood' te omschrijven als een zoömorfistische film, aangezien personages hier menselijk zijn in ieder aspect behalve hun lichaam.
De grens tussen zoömorfisme en antropomorfisme is zeer dun, maar vaak erg belangrijk. In 'Cats' is de grens tussen beide vaak veel te dun. Uit hun uiterlijk, dat erg menselijk blijft, zou je al snel afleiden dat we met een zoömorfistisch verhaal te maken hebben. Maar heel af en toe geven de katten plots blijk van inconsistent kattengedrag. Net als je brein aanvaard heeft dat het naar katachtige mensen zit te kijken, eten ze plots een stel muizen op of spugen ze een haarbal uit.
Pratende honden en sexy konijnen
Een andere bron van ongemak is de uitgesproken zinnenprikkelende ondertoon van de film. Veel van de katten worden zeer expliciet sexy afgebeeld door op een erg verontrustende manier typisch katachtige kenmerken te combineren met menselijke kenmerken en seksuele voorkeuren. Die sexy ondertoon wordt vervolgens ongemakkelijk veel benadrukt door een seksuele spanning te creëren tussen de katten in de film.
Jammer genoeg werd er geen wetenschappelijk onderzoek gevonden dat kan verklaren waarom mensen katten op deze manier willen afbeelden (psychologen, doe uw ding), maar het is opmerkelijk dat deze seksualisering cultureel gezien niet met alle dieren werkt. Waar we katten en konijnen al gauw afgebeeld zien als sexy personages, kunnen we ons geen 'Dogs' of 'Horses' voorstellen met in de hoofdrol een sexy (iets te menselijke) hond. Ik hoop oprecht dat deze opmerking geen enkele regisseur op ideëen brengt.
Reactie toevoegen