Is de natiestaat achterhaald?

Rik Pinxten over interculturaliteit en gemeenschappen

De wereld telt 4000 culturen en 193 staten. Dat spant. Wat met nationale identiteit? Hoe rijmen we onze culturele identiteit met die van de staat en die van Europa? Rik Pinxten, professor emeritus Culturele Antropologie aan de UGent, denkt na over hoe we met z'n allen kunnen samenleven in een voortdurend veranderende samenleving. 

Doorheen de geschiedenis zijn we door allerlei verschillende volkeren overheerst geweest en veel van hun culturele elementen zijn blijven hangen. Dat is zo in België, maar geldt ook voor de rest van West-Europa. Zo verschillend van elkaar zijn we dus niet. Toch maken we het onderscheid tussen een Belg en een Fransman. “Zo’n vierhonderd jaar geleden kwam het politiek-economisch project van natiestaten op. Dat impliceerde dat staten een eigen identiteit kregen en zich konden afzetten tegen hun buren die ‘anders’ zijn.”, vertelt Rik Pinxten.

Us and them

Er wordt onderscheid gemaakt tussen ‘wij’ en ‘zij’. Maar wie laten we dan toe in de ‘wij’-groep, als we allemaal bastaarden zijn van de verschillende volkeren die onze contreien domineerden? Volgens Pinxten vormen we een soort artificiële identiteit van een natie die bestaat uit één volk met een gemeenschappelijke cultuur. Dat doen we om de complexe en gemeenschappelijke geschiedenis te verdoezelen. Om onze eigen identiteit te versterken, doen we alsof die ander vijandig en gevaarlijk is.

Die ideeën rond nationale identiteit zijn verre van uitgestorven. Door de stijgende verstedelijking gedurende de laatste decennia wordt de maatschappij steeds meer en sneller gemengd en wordt ons identiteitsdenken uitgedaagd. Het huidige antwoord daarop is het erkennen van de veelheid aan identiteiten die naast elkaar bestaan, wat we 'multiculturalisme' noemen. Maar groepen die naast elkaar leven en elkaar erkennen, gaan daarom niet per se in interactie met elkaar. Daarom doet Pinxten een oproep tot interculturalisme. “We moeten leren om over het muurtje te kijken en in dialoog te gaan met elkaar. Als we elkaar beter leren kennen, kunnen we samen beslissen hoe we onze maatschappij inrichten.”

Continent zoekt samenwerking 

De boodschap is duidelijk: om een gemeenschap op te bouwen, moeten we in dialoog gaan met elkaar. Dat is in onze Europese gemeenschap niet anders. We zijn onderling verbonden, wat ervoor zorgt dat we elkaar moeten erkennen en in dialoog moeten gaan. De nadruk leggen op onze eigen nationale identiteit steekt steeds vaker weer de kop op. Dat verkrampte nationalisme ziet Pinxten als een ontkenning van de onderlinge afhankelijkheid van elkaar. Nochtans komen veel elementen in ons dagelijks leven uit andere uithoeken van de wereld. We eten aardappelen en we dragen katoenen kleren. Hoe kunnen we het verouderde idee van de onafhankelijke natiestaat zomaar in stand houden? Zeker als alles in de wereld veel meer verwoven is dan in de 19e eeuw? “Mondiale problemen, zoals migratie en klimaatopwarming, zijn deels het gevolg van onze westerse levensstijl. Deze problemen houden geen rekening met artificiële landsgrenzen. We kunnen niet zomaar op onszelf terugplooien en de anderen de gevolgen laten dragen”, stelt hij.

Mondiale problemen houden geen rekening met artificiële landsgrenzen

Europese samenwerking ziet hij als vooruitgang, al zouden we meer moeten evolueren naar een gemeenschap. Wanneer we aan Europa denken, kijken we nog te vaak vanuit een nationaal idee. Zelfs binnen de EU is het hokjesdenken van ‘wij’ en ‘de ander’ sterk aanwezig: "Dat uit zich in de politieke organisatie. De ministers die in de Raad zetelen, stemmen elk in het nationaal belang en werken niet samen aan grotere projecten die hun eigen staat niet op korte termijn ten goede komen."

Identiteitslasagne

Om het samenlevingsprobleem te benaderen, denken we best in een veellagige realiteit: "Je hebt om te beginnen de laag van het individu: nadenken over hoe de samenleving veel mondialer is geworden en hoe we daar met z'n allen mee moeten omgaan. Het probleem met deze laag is dat als je de enige bent die zo denkt, je niet veel kan verwezenlijken. We behoren tot verschillende groepen met diverse waarden. Het kan dat je bijvoorbeeld familie bent van de Rotschilds of je kan iemand zijn die de kost verdient als werknemer. Deze groepen gaan op een heel andere manier de samenleving benaderen. De Rotschilds hebben minder belang bij een sociaal beleid dan werknemers. In deze groepen kun je projecten opzetten die zich bewegen in de samenleving. Ik werk nu bijvoorbeeld mee aan een project dat alternatief en op langetermijn nadenkt over arbeid en democratie (zie kaderstuk, red.)", vertelt Pinxten. 

Hij vervolgt dat de volgende laag sinds de Tweede Wereldoorlog aan het groeien is: "Door de opkomende verstedelijking wordt het lokaal en stedelijk niveau steeds belangrijker. Op dat niveau kan je het heel moeilijk over landen hebben. Economische hubs bevinden zich in interstedelijke regio's en overschrijden de landsgrenzen. Denk maar aan de driehoek Rotterdam-Antwerpen-Brussel en het drielandenpunt. Het wordt steeds belangrijker om na te denken hoe dergelijke regio's semi-autonoom kunnen functioneren. Zo is het veel interessanter voor havenbedrijven in het Gentse om samen met het stadsbestuur en de omliggende bedrijven na te denken over afspraken. Los van de Belgische wetgeving hebben zij meer kans om tot efficïente oplossingen voor problemen te komen", aldus Pinxten.

Staten worden steeds minder relevant

Het volgende niveau is het land, in de mate waarin staten nog bestaan. Dit niveau wordt steeds minder relevant: "Politicologisch onderzoek toont aan dat de staat sinds de Tweede Wereldoorlog functies verliest en afstoot. Die functies verhuizen enerzijds naar beneden, naar stedelijke regio's. Zo is Londen oneindig veel belangrijker dan het Verenigd Koninkrijk. Anderzijds geven staten bevoegdheden door aan een hoger niveau: het internationale niveau van gemeenschapsvorming. Dit omvat de Europese Unie, de Verenigde Naties, de NAVO, enzoverder. De oude structuren proberen zich daar op een manier tussen te wurmen. Maar zij wegen duidelijk minder door dan vroeger."

Symposium

Om verder na te denken met Rik Pinxten en heel wat anderen over alternatieven voor de huidige manier van samenleven, kan je op 13 en 14 december terecht op het Symposium voor Arbeid en Democratie.

0
Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reacties

Bericht: 
Ja

Reactie toevoegen