Seksueel geweld: laten we erover chatten

“Tot twee jaar geleden was het zo, dat wanneer je slachtoffer was van seksueel geweld, je zelf moest uitzoeken welke hulp je nodig had”. Zo stelt Ines Keygnaert, professor en begeleidster van dit project. Een waanzinnige toestand die snel rechtgetrokken moest worden: naast de Zorgcentra na Seksueel Geweld, startte ICRH-UGent in april van dit jaar ook met een chatlijn waar slachtoffers van seksueel geweld laagdrempelig en anoniem terecht kunnen.

Sinds #MeToo bleek het thema van seksueel geweld openlijk bespreekbaar. Ontstaan in 2017 om seksuele intimidatie allereerst specifiek op de werkvloer te bespreken, heeft het tevens in de filmindustrie de daden van Harvey Weinstein blootgelegd naast deze van onder andere James Toback; In ons plat pays stelde het de oprichter van de wereldbekende dansvoorstellingen, Jan Fabre, in vraag en eveneens de al langer bekende maar nog steeds sluikse misbruiken die binnen de Kerk plaats hebben gevonden.

"Wij helpen slachtoffers wel woorden te zoeken" - prof. Keygnaert

Maar anno 2019 is het nog steeds zo dat deze zaken niet altijd even gemakkelijk ter sprake komen. De #MeToo-beweging moedigt slachtoffers wel aan om erover te praten. "Maar", waarschuwt Keygnaert, "voor mensen waarbij dat niet lukt, voor wie het niet letterlijk over de lippen krijgt, en zeker niet face to face, valt het zwaar. Ze leggen dan nog meer de schuld bij zichzelf. Daarom maken we de mensen die chatten met ons ook duidelijk dat ze er nog niet te veel woorden voor nodig hebben en wij die wel helpen zoeken.”

Het lichaam als plaats delict

Vóór de opstart van de Zorgcentra na Seksueel Geweld, kregen slachtoffers als enige hulp een verwijzing naar een ziekenhuis of huisarts nadat ze klacht indienden bij de politie. “Dat betekende in eerste instantie een seksuele agressie-set laten afnemen die eigenlijk vooral dient om sporen van de pleger op jouw lichaam te vinden,” beschrijft Keygnaert. “Je kan het je wel voorstellen: je bent pas slachtoffer van seksueel geweld geworden, en het eerste wat je moet doen is je volledig uitkleden en een heel onderzoek ondergaan. Eigenlijk is jouw lichaam dan, op dat ogenblik, een plaats delict.” Er was te weinig aandacht voor de noodzakelijke psychologische hulp en medische zorg, al heeft onderzoek uitgewezen dat traumaverwerking best zo vroeg mogelijk aangepakt wordt, om complexere en diepgaandere psychische problemen te voorkomen. “En eigenlijk,” vult Keygnaert aan, “we wisten al jaren dat er heel wat verkeerd liep.”

"Je bent pas slachtoffer van seksueel geweld en het eerste wat je moet doen is je volledig uitkleden"

Een eerste stap naar betere hulpvormen bestond eruit checklists op te maken voor hulpverleners, zodat de persoon zijn/haar ervaring ergens kon plaatsen. “Maar we vonden dat nog onvoldoende”, zegt Keygnaert. “In het buitenland bestond er al een soort referentiecentrum voor seksueel geweld waar men eigenlijk gewoon naartoe kon gaan en waar alles voor en met hen werd gedaan.” Iets wat in ons Belgisch landschap maar weinig ter sprake kwam: iemand die naar deze soms lang onuitgesproken verhalen luistert en het individu helpt doorheen een vaak zeer ingewikkelde ervaring.

Sinds eind 2017 zijn er drie zorgcentra, specifiek in Gent, Brussel en Luik, waar mensen dag en nacht terecht kunnen, op elke dag van de week. Een forensisch verpleegkundige vraagt daar naar je leeftijd, vraagt hoe lang geleden het geweld plaatsvond, en overloopt samen met jou wat de mogelijkheden zijn. Zowel medische als psychische zorg worden aangeboden en, indien dat nog kan, wordt een forensisch onderzoek afgenomen. Nadien word je nog lange tijd begeleid, om ervoor te zorgen je eigenlijk zo snel en zo goed als mogelijk kan herstellen. Indien gewenst, kunnen mensen die klacht willen neerleggen bij het Zorgcentrum door een daartoe opgeleide zedeninspecteur verhoord worden. 

Stap naar de chat

Maar de drempel om naar zorgcentra te gaan is voor veel slachtoffers van seksueel geweld nog net iets te groot, stelt Keygnaert vast: “Heel wat mensen, onafhankelijk van hoe lang geleden het seksueel geweld heeft plaatsgevonden, kunnen eigenlijk bijna niet onder woorden brengen wat er hen is overkomen. Niet dat je veel moét praten in een zorgcentrum, toch niet op de eerste dag. Stel dat je gisteren verkracht bent geweest, en je komt vandaag of morgen naar het zorgcentrum, kan dat eerste moment gewoon zijn dat je op een tekening aanduidt waar er fysiek contact is geweest, waar je bespuwd of vastgepakt bent geweest. Maar vaak weten slachtoffers bijvoorbeeld niet goed of het wel degelijk om seksueel geweld ging, of welke zorg ze nodig hebben. Zij gaan dan niet naar een zorgcentrum. Soms is het zelfs zo dat het mentaal nog niet lukt om er íéts over te communiceren. Vandaar dat we dus, van zodra we de zorgcentra hebben geopend, ook hebben nagedacht over hoe we ook díé mensen kunnen leiden naar de zorg die ze nodig hebben." Daarop werd er besloten een chatlijn op te richten waarbij slachtoffers van achter hun scherm, anoniem en in het volste vertrouwen met een professionele zorgverlener dat eerste gesprek kunnen aangaan.

Met de huidige financiering en middelen is de chat open op maandag, woensdag en vrijdag. “We merken wel dat op deze momenten de grootste nood bestaat bij jongeren en jongvolwassenen”, vertelt Keygnaert. Een chatgesprek voer je met een klinisch psycholoog, waarvan het onderzoeksteam de noodzaak benadrukt. "Voor sommige mensen duurt het lang vooraleer ze deze stap zetten. Het leek ons dus belangrijk dat we al een stukje van de professionele voorzorg kunnen bieden. Je moet goed kunnen inschatten hoe die persoon eraan toe is op een bepaald ogenblik, hoe je die kan ondersteunen en wat de risico’s zijn." Dat het psychologen zijn, houdt ook in dat er beroepsgeheim geldt. Professor Verplancke voegt hieraan toe: "De vertrouwensband is ook wel heel belangrijk. We voelden vaak dat het gesprek begon met de vraag of het anoniem was en of we beroepsgeheim hadden. Die omkadering voor het slachtoffer en de garantie dat we over het topic iets weten is iets wat het slachtoffer wel nodig heeft, en waar in de chat over wordt gewaakt."

"We proberen een veilige plaats te zijn waar mensen alles kunnen zeggen"

De psychologen aan de chatlijn, opgeleid om seksueel geweld op de juiste manier te benaderen, zullen in eerste instantie beluisteren wat de vraag is en welke hulp voor de oproeper het meest geschikt is. “We gaan kijken welke doorverwijzing belangrijk is," legt één van de chatmedewerkers uit, "maar het kan ook zijn dat die persoon op dat moment vooral iemand nodig heeft die luistert. We proberen een veilige plaats te zijn waar mensen alles kunnen verwoorden.”

De chatbox richt zich naar alle slachtoffers van seksueel geweld. "Bij mannen lijkt het alsof seksueel geweld een groter taboe vormt", merkt Kneygaert, "Maar seksueel geweld kan iedereen overkomen, de chat en de zorgcentra zijn er dus ook voor jongens en mannen.”

Meer informatie of nood aan een chatgesprek? Surf dan naar www.seksueelgeweld.be

0
Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reactie toevoegen