Flex-student versus Goliath

Het Werkstudentenstatuut: Een vangnet vol gaten?

Timon Ramboer

Wanneer ik me na het werk richting kot rep, fantaseer ik al eens graag over de wondere wereld van de statutaire werkstudent. Dan denk ik na over de faciliteiten van dat type student, wiens studieleven uiteraard bemoeilijkt wordt door het gegeven dat die halftijds werkt. Daar niet van. Maar dan vraag ik mij ook af: “Zijn er niet veel studenten die door de mazen van het ‘vangnet’ dreigen te glippen?” Hiermee doel ik op het feit dat de doorsnee halftijds werkende student niet in aanmerking komt voor een statuut, en dat omwille van één overkoepelende noemer: het dagcontract.

Als statutaire werkstudent moet je voldoen aan enkele criteria: de student dient minstens tachtig uur/één maand tewerkgesteld te zijn, of ten minste halftijds te werken. Dat kan zowel als werknemer (een halftijds contract) als als zelfstandige. De flex-studenten vallen dus uit de boot omdat zij onmogelijk kunnen aantonen dat zij aan deze criteria voldoen. De criteria scheppen in die zin een hindernis voor een halftijds werkende flexi-jobber: de jongere, ambitieuze of armere student kan quasi geen gebruik maken van de faciliteiten die de universiteit aanbiedt inzake lesopnames of studie- en examenplanning. Het kan een inschattingsfout zijn, maar ik geloof niet dat er veel jonge studenten zijn die reeds een halftijds contract aangeboden krijgen van de werkgever. Ondertussen dienen ze de eindjes aan elkaar te knopen, worden er lessen ‘geskipt’ ten voordele van een ‘stabiel’ inkomen en moeten de jongeren omgaan met een ongeziene dosis studie- én werkdruk. Gezond is anders, me dunkt. Willen we het niveau van het onderwijs opnieuw hoger tillen en een generatie weergaloze, onverschrokken en recht-in-de-schoenen-staande mensen of een bende overjaarse asociale pubers de arbeidsmarkt op sturen? Een vals dilemma, de keuze lijkt mij evident. 

Een vals dilemma, de keuze lijkt mij evident

Jonge studenten die zich geroepen of genoodzaakt voelen om hun studie te combineren met halftijds werken via dagcontracten worden dus niet ondersteund. In mijn ogen is dat geen administratief gebrek, maar een lacune in het politieke beleid. Waar de vergrijzing een probleem stelt voor de tewerkstelling in ons land, kan de jeugd een grote rol spelen in het oplossen hiervan, op voorwaarde dat zij hierin worden ondersteund tijdens hun studies. De rol die een herdacht werkstudentenstatuut kan spelen in een drastisch veranderende arbeidsmarkt valt niet te onderschatten. Nu de ‘boomers’ stelselmatig de arbeidsmarkt verlaten en met pensioen gaan, moet de vrijgekomen ruimte opgevuld worden door een kleinere groep jongeren. Het is cruciaal om het welzijn van deze generatie jongeren te bewaken terwijl ze actief worden op de arbeidsmarkt. 

De vraag rijst of de politiek en de universiteit zich bewust zijn van de precaire en flexibele situatie waarin vele studenten zich bevinden. Zo waarschuwt de OESO voor het feit dat slechts een derde van de studenten de studie in de voorziene tijd kan afronden, maar blijft men gissen naar de oorzaak hiervan. De flexibele contracten en het GIT-systeem lijken mij de aangewezen dader. Het is als de Bijbelse parabel van David en Goliath, maar dan met een student die Goliath élk jaar opnieuw dient te vellen en met de mentale gezondheid van de student als inzet. Bovendien, is een inclusief werkstudentenstatuut niet goedkoper voor de werkgever én gezonder voor de student? 

0
Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reactie toevoegen