Eén seconde, twee seconden.
Iemand wist mij ooit te vertellen dat een mens alles tien seconden aankan. Goed, ze had dit nu wel van een tv-serie en ik betwijfel het waarheidsgehalte van die stelling, maar het is me altijd bijgebleven. Zeker omdat ze vond dat je daarna gewoon aan een volgende tien seconden moest beginnen.
Drie seconden, vier seconden.
Nu kan je als lezer wel denken: “Wat een absoluut schijtadvies”, en dat neem ik u niet kwalijk. Niemand kan eeuwig tien seconden blijven toevoegen. Je kan je adem wel tien seconden inhouden, misschien kan je dat zelfs drie reeksjes volhouden, waardoor je aan dertig seconden zit. Natuurlijk weten we allemaal dat je dit realistisch gezien niet eeuwig kan volhouden, want uiteindelijk moet je wel weer naar adem happen. Anders bega je toch wel een zeer unieke manier van zelfmoord.
Vijf seconden, zes seconden.
Toch vind ik het wel een leuke manier van denken en zie ik er wel het nut van in. Ik haal een soort rust uit deze 'tien seconden-legende'. Wanneer ik meen dat ik iets niet aankan - neem bijvoorbeeld een absoluut geestdodende blokperiode - denk ik: “Ik kan zeker tien seconden lang alles aan.” Zo begin ik dan. Uiteindelijk is het ook wel een zeer troostende gedachte dat ik zeker tien seconden lang tot bovenmenselijke prestaties in staat ben. Tien seconden lang ben ik Superman. Als ik de wil zou hebben, zou ik tien seconden lang de wereld kunnen veroveren. Alhoewel, misschien moet ik over dat laatste toch nog eens tien seconden nadenken.
Tien seconden lang ben ik Superman
Zeven seconden, acht seconden.
Kijk, ik kamp ook met het vreselijke en eeuwige probleem dat ik alles zo snel mogelijk wil doen. Ik hou mezelf zodanig druk dat ik niet anders kan dan mijn activiteiten erdoor jagen en constant stressen over het volgende stuk werk dat ik moet afronden. Het houdt mijn hoofd weg van de eeuwig storende stemmen die zeggen dat mijn waarde ongeveer rond het absolute vriespunt van het universum te schatten valt en ik zeer waarschijnlijk ga falen in al mijn ondernemingen. Dan is het toch fijner om te stressen over de volgende taak, want daar komt tenminste wél een einde aan. Jammer genoeg wil dat ook zeggen dat ik meestal geen tien seconden de tijd neem om mijn werk op een deftige manier te doen, maar eerder een vijftal seconden neem om snel-snel iets in elkaar te flansen. Cue (ja, ik smijt graag met theatertermen) de mottige stem in mijn achterhoofd die mij erop wijst dat ik toch wel trotser zou zijn op mijn werk als ik er de tijd voor nam. Het is een soort 'vicieuze 5 seconden-cirkel'.
Negen seconden, tien seconden.
Deze column is eigenlijk wat warrig, dat besef ik ook. De vrees dat ik er te weinig tijd voor heb genomen zal mij waarschijnlijk nog wel een paar weken bespoken. Dit lyrische pleidooi voor de tien seconden toont hopelijk wel het belang van tijd, hoe kort de duur ook moge zijn. Neem dus even tien seconden voor jezelf, zij het om vervelende stemmen van weerwoord te bieden, of om eventjes op adem te komen van al het blokken. Ik kan het alvast gebruiken.
Eén seconde, twee seconden.
Reactie toevoegen