Het reizend gezelschap

Faculteit Economie en bedrijfskunde kampt met plaatstekort

De Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) kampt met grote plaatstekorten. De infrastructuur van het faculteitsgebouw is niet voorzien op de stijgende studentenaantallen.

Van 2016 op 2017 was er een lichte daling in de inschrijvingscijfers aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB). Om dit goed te maken stegen die cijfers dit jaar de volle 12,9 procent, en dat terwijl het totaal aantal inschrijvingen aan de UGent daalde met zo'n 2 procent. De FEB moet nu ruimte bieden aan 1227 nieuwe bachelorstudenten, 140 meer dan vorig jaar. Hoe vangt de faculteit deze grote groep op?

In stijgende lijn

"We zijn een beetje slachtoffer van het succes van onze richtingen op de markt", aldus professor Patrick Van Kenhove, decaan van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde. "Dat zijn richtingen waarmee ze heel snel werk vinden. Sommige handelsingenieurs komen ze bijvoorbeeld al een job aanbieden in het tweede semester van hun tweede jaar. Als er volgend jaar nog eens 140 bijkomen, ja, dan weet ik eerlijk gezegd niet meer wat we zouden moeten doen." Volgens professor Ignace De Beelde, onderwijsdirecteur van de faculteit, is de toename van het aantal studenten aan de FEB een typisch gevolg van een goed draaiende economie.

"We zijn slachtoffer van het succes van onze richtingen op de markt" - Van Kenhove

De aanzwengelende economie is evenwel niet de enige verklaring. Van Kenhove: "Een aantal van onze disciplines doen het zeer goed op de wereldwijde Shanghai-ranking. Public management, bestuurskunde en eigenlijk alles wat te maken heeft met bedrijfskunde staat tussen de 50e en 75e plaats."

"Het grootste auditorium hier is Quetelet met 600 plaatsen. In de eerste gemeenschappelijke bachelor Economische Wetenschappen, Toegepaste Economische Wetenschappen en Handelsingenieur zijn er 79 studenten bijgekomen. Daar zijn ze nu met 578, doe daar de mensen bij die nog vakken moeten hernemen en de studenten die hier en daar een keuzevak nemen, en doe daar tot slot de schakelaars nog bij. Je ziet dat je daar soms aan je limieten zit", aldus Van Kenhove.

Tetris Time

Het aantal studenten aan de FEB mag dit jaar dan wel gestegen zijn, het probleem van de lokalenverdeling stelt zich al langer. Annelies Roegiers, curriculummanager en verantwoordelijke voor de lokalenverdeling aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde: "Er zijn altijd wel een aantal issues in opleidingen met grote studentenaantallen. We hebben ook pas zicht op die stijgende aantallen wanneer de inschrijvingen beginnen lopen, maar op dat moment zijn onze roosters al enkele maanden klaar. Dus dan is het soms ad hoc nog een beetje bijsturen en luisteren naar de lesgevers wat zij wel of niet willen."

Vaak worden lokalen en auditoria op andere faculteiten gebruikt, wat een heuse volksverhuizing teweeg brengt. De Beelde: "We zijn op zoek gegaan naar lokalen op andere locaties waar iets grotere groepen binnen kunnen, maar dat is natuurlijk een zeer complexe operatie en heeft op dit moment ook een aantal heel negatieve gevolgen . Onze studenten moeten bij wijze van spreken soms van de ene kant van Gent naar de andere kant." "Een reizend circus", zegt Van Kenhove ironisch.

"Onze studenten moeten soms van de ene kant van Gent naar de andere kant" - Van Kenhove

"Onze faculteit zelf is al lang niet groot genoeg meer sinds de inkanteling van opleidingen zoals handelswetenschappen en bestuurskunde, vroeger hogeschoolopleidingen. Dat is een heel grote groep, maar de infrastructuur is niet aangepast", zegt Roegiers. "Wij moeten ook elders lokalen kunnen gebruiken."

"Mocht elke faculteit andere richtingen weigeren in haar lokalen zouden we met een groot probleem zitten. In lokalen waar minstens driehonderd studenten kunnen zitten, bepaalt de centrale administratie wie op welk moment gebruiksrecht heeft op een bepaald lokaal. Dan hang je daar natuurlijk aan vast en moet je onderhandelen met andere faculteiten wanneer roosters toch niet blijken te kloppen", vertelt Roegiers.

Stoelendans

De Beelde wijst daarnaast op een ander probleem, dit keer wat betreft het beruchte 'activerend leren': "Interactief werken met groepen veronderstelt dat je een opstelling hebt die je kan aanpassen aan de didactische werkvorm die je op dat moment gaat gebruiken. Met andere woorden; je moet los meubilair hebben, tafels en stoelen voor groepsgroottes van 50 tot 60 man. In de universiteit zijn er heel weinig auditoria waar men los meubilair heeft. In onze faculteit hebben we er geen enkele."

"Je moet los meubilair hebben" - De Beelde

"We hebben dit jaar gevraagd aan Directie Gebouwen en Facilitair Beheer (DGFB) om extra stoelen te mogen plaatsen. Als studenten zien dat er onvoldoende plaats is, lopen ze gans de verdieping rond en vragen ze in bureaus of ze een stoel mogen gebruiken en op den duur staat het gebouw vol met stoelen die van overal komen", zegt De Beelde. Ook Roegiers vertelt ons over heuse stoelendansen: "Vorige week hadden we een brainstorm met honderdzestig man waar we de hele dag in kleine groepjes hebben gewerkt. We hebben een volledige gang heringericht met tafels en stoelen."

Personeel

Het monitoraat van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde staat bekend om het goede werk dat ze levert en de nauwe band die ze heeft met de studenten. Maar ook daar ondervinden ze momenteel extra last. "Het monitoraat, trajectbegeleiding, stagebegeleiding. Al die diensten worden geconfronteerd met die toename van het aantal studenten", aldus De Beelde. "Van de 6800 studenten zijn er zo'n 4000 studenten die in een GIT (geïndividualiseerd traject) zitten. Je kan je voorstellen hoe druk de agenda's van de trajectbegeleiders zijn, GIT'ers krijgen immers individuele begeleiding. We werken nu met een elektronisch reservatiesysteem en proberen een aantal dingen op het vlak van studiebegeleiding op te lossen met groepssessies in plaats van met individuele begeleiding, maar zelfs met die maatregelen neemt de druk enorm toe."

"Bij ons heeft een gemiddelde prof twintig masterproefstudenten" - Van Kenhove

Het blijft niet bij het monitoraat en de begeleiders. "Als je kijkt in voltijdse equivalenten, is de student-stafratio nu 39,5 op 1. Twee jaar geleden, toen die ratio nog 37 op 1 was, werd ons bij de internationale visitatie voor de opleiding Public Management gezegd dat we die ratio moesten terugdringen naar de Europese normen, namelijk 25 op 1. Als ons dat niet lukt kunnen we onze accreditatie verliezen", legt Van Kenhove een pijnlijk zeer bloot. Toch blijft hij optimistisch: "Gelukkig komt er nu al wat extra personeel bij. Men gaat dit jaar ook aan een nieuwe personeelssleutel werken, maar al die stijgingen zitten hier eigenlijk nog niet in."

De waslijst aan problemen is daarmee nog niet ten einde, ook de proffen komen onder druk. Van Kenhove:"Als je rekent dat er hier elk jaar een 1250 studenten afstuderen die allemaal een masterproef maken, dat weegt zwaar door. Ik hoor in sommige faculteiten professoren of dokter-assistenten praten over hoeveel werk ze wel niet moeten steken in twee masterproefstudenten. Bij ons heeft een gemiddelde prof er twintig."

Oplossingen

Mogelijkheid om het gebouw van de faculteit zelf uit te breiden is er niet. De duurzame oplossingen moeten dus in andere hoek gezocht worden. Om tegemoet te komen aan het 'reizend circus' zijn de lesroosters zoveel mogelijk afgestemd op elkaar om springuren te vermijden. Daarnaast opperde De Beelde bijvoorbeeld dat in de lesprogrammatie de afstanden tussen de verschillende leslokalen beperkt gehouden kunnen worden tot een straal van een aantal honderd meters rond de faculteit. "Zo kunnen proffen hun les effectief starten bij het startmoment en moeten ze ook niet wachten op een substantieel deel van de studenten dat nog onderweg is."

Een andere mogelijke oplossing is misschien te vinden in lesopnames. Van Kenhove: "Positieve effecten zie ik heel duidelijk, ik merk dat de slaagcijfers enorm stijgen.Voor mensen die op een of andere manier de les niet kunnen volgen is dat zeker een goede zaak, ze kunnen dan tijdens de week de lesopnames bekijken. Studenten vertellen me zelf hoe handig lesopnames wel niet zijn. Als je eens iets niet goed mee hebt, kan je vlak voor het examen de les nog eens bekijken." De vraag blijft echter of dit überhaupt wel een oplossing is: "Het uitgangspunt zou natuurlijk moeten zijn dat de universiteit voor elke student een plaats heeft in haar auditorium", benadrukt De Beelde. "Maar als je op een bepaald moment geconfronteerd wordt met een snelle groei... Infrastructuurwerken kosten natuurlijk tijd."

"Het is een hele uitdaging, maar ik denk wel dat er opportuniteiten zijn" - Roegiers

Ook het streamen van lessen, namelijk het filmen van een les en die gelijktijdig laten afspelen in een ander auditorium, is een piste die sinds vorig jaar bewandeld wordt voor enkele vakken. "Na twee lesweken stopt dit wel, omdat er dan al een pak minder studenten naar de les komen", aldus Roegiers. "Het is dus niet de bedoeling om dat permanent te maken."

Het universiteitsbestuur keurde onlangs een project goed om het auditoriumbeheer, dat momenteel in Centauro zit, in de toekomst efficiënter te laten verlopen. Bij dit project zijn heel wat ervaringsdeskundigen betrokken, zodat in het nieuwe systeem met zoveel mogelijk parameters rekening gehouden kan worden. Roegiers ziet het alleszins rooskleurig: "Laten we het zeker positief formuleren, het universiteitsbestuur is zich bewust van het probleem, anders hadden ze dat project niet goedgekeurd. Het is een hele uitdaging, we hebben een grote universiteit, maar ik denk dat er zeker wel opportuniteiten zijn."

 

Nog geen stemmen

Reactie toevoegen