Zoals bij iedere andere ecologische student bestaat ook mijn leven uitsluitend uit treinen en fietsen. Meestal ben ik vrij tevreden over mijn stalen ros; ik kom overal op tijd en beweeg voor de verandering nog eens. Win-win.
Welja, meestal kom ik overal op tijd. In normale omstandigheden ben ik een efficiënte fietser, maar bij het zien van de minste sterren word ik 's werelds meest onproductieve grasligger. Het kijken naar de sterrenhemel roept bij mij het beeld op van een jonge Columbus die aan het staren is naar de wijde oceaan. Een virtuele oneindigheid aan onbekendheid spreidt zich voor mij uit in de vorm van het universum.
De analogie tussen zee en heelal is niet meer enkel voer voor fictieschrijvers. Langzaam naderen we de dag waarop space colonization niet zomaar een mogelijkheid, maar misschien zelfs een noodzakelijkheid wordt. In deze context is een interesse in de hemel dus mooi meegenomen, maar toch mogen we ons niet blindstaren op deze toekomst. Mensen die met hun hoofd al in de toekomst zitten, doen immers vaak domme dingen, zoals volkeren onderdrukken of auto's in de ruimte lanceren.
Win-win.
Terwijl de meeste van ons nog in de blok zaten, haalde de stinkend rijke Elon Musk het internationale nieuws met zijn nogal onorthodoxe ruimteprogramma. Het zelfuitgesproken boegbeeld van de ecologische ondernemers toonde de rest van de wereld enthousiast waar hij nu precies mee was bezig geweest. En de rest van de wereld wist eigenlijk niet goed wat ze moest zeggen.
Meneer Musk is het perfecte voorbeeld van het type miljonair waar de 21e eeuw zo van houdt. Hij loopt met zijn hoofd in de wolken, lijkt begaan te zijn met maatschappelijke problemen en op Twitter kan je zijn spitsvondige steken tegen de Flat Earth Society van dichtbij meevolgen. Onze eigen, hedendaagse Steve Jobs. Velen houden hem dan ook hoog als een voorbeeld van de geniale selfmade man, waardoor hij bijna een soort anti-Trump wordt.
Er zit hier echter een addertje onder het gras, in de vorm van een probleem zo oud als het kapitalisme zelf. Adam Smith was zich al bewust van de grootste zwakte van zijn systeem, namelijk het bestaan van een monopolie. Als één persoon, bedrijf of institutie de volledige macht krijgt over een bepaald domein van onze economie, zal machtsmisbruik volgen. Concurrentie is cruciaal in ons systeem van empathisch egoïsme.
Sommige delen van onze economie, zoals de kledingindustrie, hebben in theorie geen probleem met monopolies. In andere gebieden, zoals sociale media, leidt de gewone marktwerking vrijwel bij definitie tot zo'n machtige gigant. De producten van die laatste soort bedrijven worden immers waardevoller naarmate meer mensen datzelfde product gebruiken of kopen. Zo wordt Facebook bijvoorbeeld aantrekkelijker wanneer meer mensen de site gebruiken. Uiteindelijk slokt één bedrijf heel de markt op.
Bij de ruimtekolonisatie moeten we ons als mens de vraag stellen of we te maken hebben met het eerste of tweede voorbeeld. Als de eerste Tesla-raket ooit landt op de rode planeet, zal Musk kunnen beginnen met het onrechtvaardig ontginnen van een nieuwe planeet en het uitbouwen van een geavanceerde infrastructuur. De eerste kolonisatoren zullen waarschijnlijk naar zijn kolonie gaan met een andere Musk-raket, waar ze zullen leven in een Musk-huis, genieten van Musk-eten en werken in een Musk-marsmijn. Een bedrijf dat een planeet bezit, zo'n monopolie had Smith zich vast nooit durven inbeelden.
Daarom hou ik mij toch nog eerder beduusd terwijl ik naar de sterren kijk, niet omdat ik niet op ontdekking wil gaan, maar omdat Smith ons gewaarschuwd heeft voor auto's in de ruimte.
Reactie toevoegen