Twee keer per jaar tonen ontwerpers hun nieuwe collectie aan het grote publiek. New York gaf de aftrap: er worden trends gezet, of er verdwijnen trends. One week you’re in, the next week you’re out.
Van jongs af aan leerde ik modemerken en hun ontwerpers vanbuiten, niet wetende dat die combinaties regelmatig veranderen en je daar dus helemaal niets aan hebt. De fashion weeks waren voor mij altijd al een speciale periode. De ontdekking van nieuwe collecties, vers ‘leesvoer’ en mijn pogingen om als kind enkele stukken na te maken zijn redenen waarom deze periode me toen zo fascineerde en dat vandaag nog steeds doet.
In 2018 kreeg ik de kans om voor de derde keer naar New York City te gaan, een stad waar ik intussen hopelijk verliefd op ben. Toch was het pas toen ik ontdekte dat de New York Fashion Week tijdens mijn reis plaatsvond, dat mijn hart een sprong maakte.
De modewereld is een harde wereld; het is bijna onmogelijk om zonder connecties binnen te geraken, en dat is voor de fashion weeks niet anders. Wie niet waagt, niet wint, dacht ik, en ik verzond enkele e-mails. Ik sprak voornamelijk distributiehuizen aan om mijn kansen te vergroten, al schatte ik ze verder niet al te hoog in. Tot mijn grote verbazing ontving ik enkele weken later meerdere positieve mails.
Concrete jungle
Ijzig koud en met een zelfzeker, maar toch bang hartje ging ik op zoek naar de bewuste locatie waar ‘mijn’ show doorging. Zo opgelucht als ik was toen ik het gebouw gevonden had, zo groot was mijn verbazing toen ik te horen kreeg dat ik een halfuur later nog eens mocht terugkomen. Als je mij al een beetje kent, zal het je niet verbazen dat ik dit eigenlijk niet zo erg vond. Ik had immers nog een gezellige koffiebar op mijn lijstje staan die hier niet zo ver vandaan lag. Een turmic soy latté later was het tijd voor poging twee. Eenmaal aangekomen op de plaats was de check-in duidelijk al begonnen. Na te lang aanschuiven in de koude en het vullen van mijn tijd met het waarnemen van de outfits van de andere gasten, mocht ik eindelijk binnen.
Fashionably late
“Sorry people, we’re running fashionably late”, werd het daaropvolgende uur regelmatig door de micro’s afgeroepen. Het is zeldzaam dat een show op tijd begint, hoorde ik later van een ervaren fashionweekganger. Talloze randactiviteiten waren voorzien. Naast het bestuderen van kunst mocht iedereen gebruik maken van de open bar. Voor de hongerigen - ik dus, want de show ging door tussen 18u en 21u - was er een hapje voorzien. Er werd van de tijd gebruik gemaakt om te netwerken en de buitenwereld te laten zien dat je aanwezig was. Een moeilijke taak, de combinatie van je Instagram updaten en toch een open houding aannemen voor nieuwe contacten. Het meest indrukwekkende tijdverdrijf was zeker en vast de locatie zelf, die dan ook hevig digitaal werd vastgelegd door alle aanwezigen. Angel Orensanz Event Space, een 19de-eeuwse synagoge, is een geliefd gebouw voor fashion shows. Ontwerpers als Alexander McQueen stelden hier al eerder hun collectie voor.
Eenmaal begonnen, zagen we drie ontwerpers. Alle netwerkactiviteiten werden abrupt gestopt vanaf het moment waarop het eerste model de catwalk betrad. En ik werd positief verrast door wat ik zag.
Vaishali S (India)
Deze voor ons onbekende ontwerpster is een echte hit in Mumbai. Persoonlijk spraken de stukken me niet aan. Ze deden mij denken aan een kruising tussen Aladdin en Indiana Jones. Niet echt iets voor ons Belgische klimaat dus, maar tijdens een vakantie in India meer dan geschikt.
Datari Austin (London)
Datari Austins collectie was verrassend door zijn unieke combinatie van materialen. Avondkledij overheerste en werd zeer goed onthaald door het publiek. Datari Austin bracht stukken die ik zeker zou dragen voor een avondje uit.
Kentaro Kameyama (USA)
De hele collectie van Kameyama was adembenemend. De zaal was muisstil en de show werd afgesloten met een daverend applaus. De stukken waren niet hedendaags, maar het waren de ontwerpen en het vakmanschap die het publiek het zwijgen oplegden.
Fashion Week
Twee keer per jaar, voor ze hun stukken beschikbaar stellen, tonen ontwerpers hun nieuwe collectie aan het grote publiek. De eerste keer doen ze dat in februari, voor de lente- en zomercollecties, de tweede keer in september, voor de herfst- en wintercollecties. Wat de locatie betreft, komen alle grote modesteden om de beurt aan bod. New York geeft de aftrap en zet meteen de toon voor daarop volgende steden als Londen, Parijs en Milaan. Tijdens de weken worden grootse evenementen georganiseerd. De grootste modehuizen organiseren een eigen show, ontwerpers met een beperkter budget organiseren een showroom en beginnende ontwerpers presenteren hun nieuwe collectie via distributiehuizen, organisaties die hun een platform aanbieden aan een betaalbare prijs. De pers, grote namen, invloedrijke personen en andere kennissen worden uitgenodigd. Vogue brengt een speciale editie uit naast hun maandelijkse tijdschrift. Talloze artikels worden geschreven en tegenwoordig wordt ook Instagram overspoeld met filmpjes, foto’s en stories. Trends worden gezet of verdwijnen. One week you’re in, and the next week you’re out.
Reactie toevoegen