NTGent heeft een nieuwe artistieke leider, en wel een Zwitser die vooral bekend staat om zijn politieke performancekunst. Wij konden hem ontmoeten in de foyer van ‘zijn’ theater.
De Zwitser studeerde Sociologie, Germaanse en Romaanse en is ook docent in de Theaterwetenschappen. In de Duitstalige wereld is zijn naam bijna synoniem met subversief theater, een genre dat hij het liefst opvoert op plekken die niet voor de hand liggen. Ten gevolge van die keuze is Rau niet meer welkom in Irak, Congo en Rusland. “De lijst wordt steeds langer,” vertelt hij, “maar dat verandert misschien wel als er nieuwe machthebbers zijn. De macht komt sowieso in andere handen te liggen, maar de kunst blijft. Al zijn Kabila en Poetin wel al langer aan de macht dan ik verwacht had (lacht).”
Liebe zur Krise
U bent aangesteld als nieuwe artistieke leider van NTGent. Voor uw komst waren er enkele problemen, zowel op artistiek als op financieel vlak. Zo verliet onder meer Wim Opbrouck na vele jaren het gezelschap. Hoe bent u met die meningsverschillen omgegaan?
“Over de artistieke problemen heb ik eigenlijk helemaal niets opgevangen. Mijn vorige stukken werden dan ook niet in NTGent opgevoerd, maar in Campo en de Vooruit. Met NTGent stond ik toen nog niet echt in direct contact, maar door hier te werken ben ik wel van de stad gaan houden. Ich habe mich ziemlich in Gent verliebt. Mijn voorganger, Johan Simons, kende ik natuurlijk wel al. Wat ik van de problematiek begrepen heb, is dat er achter de coulissen helemaal geen ruzie is. In de realiteit gaat het om een meningsverschil dat de media absurd hebben opgeblazen.
Wat het financiële plaatje betreft, zijn er natuurlijk wel problemen (wijst al lachend naar de defecte verwarming). Het is evenwel niet verwonderlijk dat er in een toneelhuis dat al 40 jaren bestaat eens iets misloopt. De twee ‘donkere’ jaren stellen niet veel voor als je de hele geschiedenis van NTGent bekijkt. Het is nu gewoon belangrijk dat we de organisatie financieel weer op poten krijgen. Volgens mij heeft NTGent de perfecte grootte om dat te doen lukken: niet te klein, niet reusachtig, en zo ideaal voor de touren en avantgardistische stukken die we plannen. Hierdoor is het ook mogelijk om samen te werken met mijn eigen productiehuis. Door middel van dergelijke coproducties en subsidies van Europa ben ik van plan om met NTGent internationale stukken tot stand te brengen en op tour te gaan.
Op vlak van problemen lijkt het mij trouwens typisch Belgisch om bij elk probleem ‘crisis’ te roepen. Es gibt eine Liebe zur Krise, glaube ich. Ook in de politiek is dat hier het geval; misschien hoort het zo te zijn in het hart van Europa? In de Duitse stadstheaters heerst er effectief een permanente crisis, omdat de infrastructuur slecht uitgebouwd is. Berlijn reageert daar hysterisch op. Het valt wel eens voor dat een theater in Duitsland het vijf jaar lang zonder financiële directeur moet stellen, maar in Berlijn roept men na twee weken al een crisis uit."
Wat zijn op gebied van thema’s de grote verschillen tussen België en het Duitstalige gebied?
“In Duitsland en Zwitserland voeren we heel vaak klassiek theater op. Zo worden er in Zürich elke avond stukken van Shakespeare of Schiller gespeeld voor 800 mensen. In de theaterwereld zijn er twee modellen: enerzijds is er het officiële circuit, anderzijds zijn er de vrije producties die bijvoorbeeld op festivals worden opgevoerd. Hier in België is er geen Staatstheater dat de normen oplegt en Belgen zijn performancekunst gewoon. Het gebrek aan een opgelegde structuur vind ik dus net positief."
Punkattitude
Zijn er Belgische acteurs naar wie u opkijkt?
"Ja, veel van mijn favoriete acteurs zijn Vlamingen of Nederlanders: Johan Leysen, Els Dottermans, Sarah De Bosschere … Ook veel jonge acteurs die ik hier ontdek, vind ik best goed. Hier kunnen acteurs zowel de rollen van de grote klassiekers vertolken als zichzelf zijn. Duitse, hoogopgeleide acteurs komen minder los van hun stukken. Als ze op dagelijkse basis Schiller moeten spelen, kan dat natuurlijk moeilijk anders. Dat werkt enorm in op de acteurs en regisseurs.
De puristische Belgische theaterstijl die zeer invloedrijk was in de jaren 90 - ook in het Duitstalige gebied - is eigenlijk uit gebrek voortgekomen. Er waren geen middelen: geen lichtdesign, geen bühne, geen kostuums. Men had geen rol, geen literatuur meer. Als reactie daarop heeft Tom Lanoye toen bijvoorbeeld Shakespeares teksten herschreven, in plaats van enkel kleine aanpassingen te doen. Dat is een punk-attitude die voor mij extrem belgisch is. Op zo’n manier proberen wij nu ook te werken. Ik heb me bijvoorbeeld voorgenomen om elk stuk dat we als performance produceren, ook in een oorlogsland te zullen opvoeren. In Duitsland zou zoiets nooit lukken.”
Elk stuk dat we als performance produceren, zullen we ook in een oorlogsland opvoeren
Haalt u inspiratie uit het verleden of uit de actualiteit?
“Zolang het traumatische nog voelbaar is, maakt het voor mij niet uit hoe lang geleden iets gebeurd is. Het Nationaltheater in Weimar vroeg me enkele jaren geleden om een stuk over de goelag - ook al 70 jaar geleden - te schrijven, maar er leven nog steeds mensen in Rusland die dat meegemaakt hebben. Toen ik in Moskou aankwam om aan mijn research te beginnen, vernam ik dat Poetin ook processen had gevoerd en nam ik de beslissing om daarmee aan de slag gegaan. Ik heb toen het actuele boven het historische gekozen omdat het in principe om hetzelfde ging.
In mijn volgende stuk, ‘Oresteia’, speelt de actualiteit ook indirect een rol. Het plan is om dat stuk, dat over bloedwraak gaat, op te laten voeren in Noord-Irak. Het is relevant om zoiets daar te spelen, waar mensen leven wier moeder vermoord is of die andere gruwelijkheden hebben meegemaakt."
"Mijn imago zet mensen weleens op het verkeerde been"
Hoe belangrijk vindt u provocatie? Wat wil u daarmee teweegbrengen?
“Mijn imago zet mensen weleens op het verkeerde been. Sommigen zijn verrast als er niemand sterft op de bühne, terwijl ik ook minimalistische stukken maak. Anderen verwachten dan weer dat ik enkel politieke stukken schrijf, terwijl ook dat niet het geval is. Wat ik ook opvoer in Duitsland, ik weet van tevoren welke critici er wat over zullen schrijven. Der Spiegel en Süddeutsche Zeitung vinden mijn werk immer Scheiße, of toch in 90% van de gevallen. Volgende week komt mijn film ‘Kongo Tribunal’ in de zalen, en ik weet al wat ze daarover zullen zeggen: dat ik te moralistisch of te belerend ben. Daarom is het verfrissend om met een schone lei te beginnen in Gent. De critici hier hebben geen idee van wat ik de laatste vijftien jaar gedaan heb."
Censuurdekentje
Theater is in Europa soms nog onderhevig aan censuur. Maakt u in zo’n geval aanpassingen, of is het te nemen of te laten?
"Zensur ist sehr lebendig. ‘5 easy pieces’ (Rau’s stuk over Marc Dutroux, gespeeld door kinderen, red.) hebben we voor veel Europese steden moeten aanpassen. In de originele versie doet een van de kinderen - die helemaal nog geen borsten heeft - haar t-shirt uit. In Frankrijk hebben we dan bijvoorbeeld moeten afspreken dat ze haar t-shirt zou aanhouden. Die aanpassing was miniem, want ik wou haar niet het gevoel geven iets fouts te hebben gedaan. In België had men gek genoeg geen bezwaar tegen de scène. Dat toont ook weer jullie vrije geest aan (lacht)."
"Zensur ist sehr lebendig"
U heeft voor uw werk ook in Brussel gewoond. In eerdere interviews liet u zich wel overwegend negatief uit over de Europese hoofdstad.
“Ik heb inderdaad in Schaarbeek geleefd. Dat was nog in de periode voor daar een exodus naar Syrië begon. Voor ‘The Civil Wars’ (Rau's stuk over jonge Syriëstrijders en hun vaderfiguren, red.) hield ik me toen al bezig met jihadisme. Toch was dat geen moeilijke of sombere periode. Ik hou van België, in Zürich had ik - zonder tegen Zwitserland te zijn - niet willen werken. Het is aangenamer om af en toe ‘vreemd’ te zijn in een land. Zwitserland beschikt wel over goede structuren die ik naar Gent probeer te vertalen, maar het karakter is er toch vrij kleinburgerlijk. Ik ben een extreme Gent-fan omdat je hier alle uitersten vindt: enerzijds zijn er de antieke gebouwen, anderzijds is de stad enorm levendig."
Om af te sluiten: hoe zou u het theater situeren in de actuele context van onder meer de #MeToo-affaire en de zaak Bart De Pauw?
“Ik heb het gevoel dat het theater een kleine familie is waarin iedereen elkaar vertrouwt. Zo brengen acteurs vaak hun kinderen mee naar de set. Ik denk dat iedereen daar bij elkaar zijn woord over kan doen (NTGent heeft zelf al twee vertrouwenspersonen in dienst, red.). In de theaterwereld is het natuurlijk wel zo dat alle hogere posities door mannen bezet worden. Zolang die hiërarchie niet afgebroken wordt, zal het probleem niet opgelost geraken. Er is echter wel verbetering op komst: in Duitsland is intussen één op vijf theaterdirecteurs een vrouw. Ik wil natuurlijk niet ontkennen dat mannen zich beter moeten beginnen gedragen."
Wat staat er vandaag nog op uw programma?
“Ik vertrek nu naar Brussel om een casting te doen voor een stuk over ‘De stomme van Portici’ dat hier in mei zal lopen. Daarvoor ben ik nog op zoek naar een zwarte operazangeres."
Reactie toevoegen