$ op doek

Column

Ik nam mijn oma mee naar het Groeningemuseum opdat ze zou begrijpen waarom ze zich door hordes toeristen een weg moet banen naar haar wekelijkse gebraden kippetje van de markt. Voor Van Eycks ‘Madonna met kanunnik Joris Van der Paele’, het pièce de résistance van het museum, riep ze: “Mô zuk ne lèlike joengers!” (Vrij vertaald: “Maar wat een lelijk kind!") Het leverde haar een woedende blik op van de suppoost en mijn instemmende gemompel dat Maria inderdaad eerder bezocht leek door een koboldachtig wezen dan dat er sprake zou geweest zijn van een onbevlekte ontvangenis. (Wat mij eveneens kwade blikken opleverde, dit keer zowel van de suppoost als van mijn oma.) Later volgden nog opmerkingen als "wiender moest’n ook azo sjchriev’n" (bij Broodthaers) en “min grotvoader at ook zukke poll’n van ‘anden” (bij Permeke). Het was het meest verfrissende museumbezoek ooit, los van elk dogma over wat we horen te beschouwen als ‘goede kunst’.

Maar wat is goede kunst? Wat is de waarde van kunst? Geen mens lijkt het nog te weten. De strenge regels van de Académie Française zijn al enkele eeuwen achterhaald en de tijd waarin filosofen als Kant, Schopenhauer en Nietzsche de waarheid in pacht leken te hebben ligt ook al even achter ons. Als we de reguliere media mogen geloven, dan is de kwaliteit van een kunstwerk vooral recht evenredig aan de kostprijs ervan. De weinige keren dat berichten over kunst ontsnappen aan de gespecialiseerde pagina’s, gaat het vooral over recordbedrag x dat Chinees y heeft neergeteld voor schilderij z of over de hallucinante waarde die geschat wordt voor een opgezet zeedier. In de hele discussie rond het al dan niet verbranden van Tuymans' ‘The Swamp’ werden de geldelijke argumenten breed uitgesmeerd, terwijl de andere verloren raakten tussen de vele dollartekentjes.

Kunst lijkt vandaag wel een speeltje te zijn van miljardairs die de Pokémonkaarten ontgroeid zijn en zich in de plaats daarvan bezighouden met het verhandelen van peperdure mobiles en schilderijen. De speculaties op de kunstmarkt, gretig in de hand gewerkt door veilinghuizen als Sotheby’s en Christie’s, drijven de verzekeringspremies tot exuberante hoogtes, waardoor het bijzonder moeilijk wordt voor (kleinere) musea om interessante tentoonstellingen samen te stellen. De doorsnee toerist heeft geen flauw idee waarom hij of zij nog een museum binnenstapt, tenzij het is voor de spectaculaire architectuur die het goed doet op Instagram, of om even uit te blazen na de overdosis cafeïne waar koffiebar zeven schuldig aan is. 

Kunst lijkt vandaag vooral een speeltje van miljardairs

Ik wil geen holle frasen genre ‘kunst is voor iedereen’ verkondigen, want er zullen altijd mensen zijn die geen bal geven om likken verf op doek, net zoals de zoveelste match van de Rode Duivels sommigen Siberisch koud laat. Elk zijn meug. Maar als enkel de economische waarde van kunst nog de voorpagina’s haalt, dan is er wel degelijk een probleem. De waarde van kunst is meer dan alleen een reeks cijfertjes. Het is ambacht, het is politiek, het is creatie, en het is bovenal emotie.

De waarde van kunst is meer dan alleen een reeks cijfertjes

0
Gemiddeld: 2 (1 stem)

Reactie toevoegen