Dat Zweden tijdens het draaien van gehaktballen ook een aardig potje kunnen filosoferen, bewijst Hjalmar Söderberg met 'Dokter Glas', een roman uit 1905. De jonge huisarts Tyko Glas ontwikkelt een platonische verliefdheid voor zijn patiënte Helga, die getrouwd is met de veel oudere, opportunistische dominee Gregorius. Langzaam groeit bij Glas het besluit om Gregorius te vermoorden, opdat Helga vrij zou zijn om te huwen met Klas Recke, de man van wie ze echt houdt. Romantisch op de meest hartverscheurende manier. Glas, ‘een man die niet op zoek is naar geluk, maar naar een manier om zijn ongeluk te dragen’, probeert in dagboekvorm verwoed om de mentale knoop die het besluit met zich meebrengt te ontrafelen. Hij, en de lezer met hem, raakt alleen maar meer verstrikt in grijze kelders van zijn geest, waar verbazingwekkend progressieve ideeën over abortus en euthanasie rondspoken.
Söderberg draagt ‘lagom’, het Zweedse woord voor ‘doe maar gewoon’, hoog in het vaandel: geen barok geweeklaag of schilderachtige beschrijvingen. In dit kleinood van 176 pagina’s staat geen woord te veel, wel een collectie rake opmerking die je peinzend in de verte laten staren met de blik op de oneindige treurnis van het leven. Een boek zoals de scherenkust zelf: desolaat, ruw en onherbergzaam op het eerste zicht, maar vol verborgen diepgang en zachte berusting. Alsof het stil fluistert: dit is het leven. Het is hard en koud, maar het is wel een leven.
Reactie toevoegen