"Ik zal niet de rector zijn die anderen de les spelt"

Interview kandidaatrector en -vicerector

In het voorjaar vinden er nieuwe rectorverkiezingen plaats. Deze zijn voor de gelegenheid in een nieuw jasje gestoken: kandidaturen komen in de vorm van genderneutrale koppels en de studenten kunnen zelf stemmen voor hun favoriet.

Puppetmaster Rik

De eerste kandidaten zijn bekend. Rik Van de Walle (professor en decaan aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur) komt op voor het mandaat van rector en Mieke Van Herreweghe (professor en onderzoeksdirecteur aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte) voor het mandaat van vicerector. Na de problematiek van de vorige verkiezingen rond de aanduiding van een genderneutraal rector-en-vicerector-duo, is er besloten dat de kandidaten nu op eigen voet koppels vormen. Ook kunnen alle studenten en personeelsleden aan de universiteit zelf een stem uitbrengen, goed voor zestien procent van de uiteindelijke uitslag.

Rikki en Mieke in rectorenland

Waarom heeft u zich kandidaat gesteld als rector en vicerector?

Rik Van de Walle

Rik Van de Walle: “In eerste instantie om vorm te geven aan de universiteit van de toekomst. Ook willen we heel graag dat de universiteit zeer nadrukkelijk aanwezig is in het maatschappelijk debat. Als universiteit voed je niet enkel het debat, maar hoor je het ook aan te sturen. Op dat vlak kunnen we méér doen dan op dit moment het geval is.”

Daarmee maakt u een vergelijking met andere universiteiten in Vlaanderen?

Van de Walle: “En hierna zal u mij vragen onze universiteit te vergelijken met de KU Leuven (lacht). Ik denk dat het duidelijk is dat de KU Leuven als universiteit, maar ook dankzij de rector, Rik Torfs, erg nadrukkelijk aanwezig is in het maatschappelijke debat. Individuele professoren en onderzoekers nemen zeker deel aan het maatschappelijke debat. Maar onze universiteit blijft als geheel soms wat onzichtbaar en neemt niet zo vaak standpunten in.”

"Onze universiteit blijft als geheel soms wat onzichtbaar"

De wilde weldoener

Volgens u is het vertrouwen binnen de universiteit te laag. Kunt u deze uitspraak toelichten?

Van de Walle: “Als zaken fout lopen dan moeten die aangepakt en niet ontkend worden. We moeten meer energie steken in het oplossen van problemen en minder in het uitvinden van nieuwe reglementen die de zaken enkel complexer maken. Laten we uitgaan van vertrouwen in zijn algemeenheid.”

Hoe bent u concreet van plan het vertrouwen aan de universiteit te verbeteren?

Van de Walle: “Het heeft te maken met de manier waarop je tot een beleid komt. In essentie kan dit op twee manieren. De eerste is het rector- en vicerectorschap als leidersteam. Zij komen tot voorstellen en gaan dan bijvoorbeeld naar de Raad van Bestuur (RvB) om deze te fiatteren. Zo zal in de praktijk een strijd ontstaan tussen de rector met zijn of haar achterban en de RvB. Hier willen wij vanaf. Ik wil uitgaan van een overlegmodel en niet van een conflictmodel. Ik ben niet het soort decaan en ik zal niet het soort rector zijn die zich opsluit op het bureau en anderen de les spelt. Voorstellen komen niet alleen bij de rector en vicerector te liggen, maar ook bij de verschillende geledingen, die de gezamenlijke voorstellen zullen verdedigen en toelichten in de RvB. Ik denk dat dit een heel belangrijk element is van vertrouwen. Soms ontstaat er hierbij discussie, dan moet je bereid zijn om de elementen die aan bod komen mee te nemen en te analyseren. Er moet een wisselwerking zijn tussen degenen die beleid voeren en degenen die beleid moeten goedkeuren.”

Van Herreweghe: “Samenwerking is hierin belangrijk. Je moet ervan uitgaan dat mensen aan de universiteit er niet enkel zitten om hun eigen zaak te verdedigen. Als de voorstellen op een RvB gedragen worden door de verschillende geledingen dan geef je de verantwoordelijkheid aan de mensen die in een bestuur zitten om mee te denken en te discussiëren over mogelijkheden van een voorstel. Door mensen bij de start te betrekken komt er een sterker debat.”

Is dat ook een belangrijk punt van kritiek van u op de universiteit nu?

Van de Walle: “Mocht ik vinden dat alles perfect loopt, dan zou ik geen kandidaat zijn. Ik vind dat er nu te weinig overleg is.”

Van Herreweghe: “Momenteel is het vertrouwen wat zoek. Je moet niet alleen spreken over vertrouwen, je moet het ook uitstralen en concretiseren. Op die manier zorg je voor een positievere dynamiek in je universiteit.”

Van de Walle: “Het woord 'dromen' wordt vaak gebruikt aan de universiteit. Dromen is prima en je moet ambitie hebben, maar met dromen alleen kom je er niet. Je moet dromen omzetten in daden. Dat kan je een punt van kritiek noemen. Dit impliceert ook dat je niet 35 verschillende dromen kan najagen, je moet durven keuzes maken. Beleid voeren betekent ook durven te zeggen wat je niet gaat doen.”

"Met dromen alleen kom je er niet" - Van de Walle

Van Herreweghe: “Uiteindelijk moet je tot beslissingen komen. Van een overlegcultuur wordt vaak gezegd dat dit tot oeverloos babbelen leidt. We moeten destilleren uit de zaken die gezegd worden en uiteindelijk tot beslissingen komen die voor de universiteit van belang zijn. Als dat voor sommigen niet goed is, dan is dat nu eenmaal zo. Je kan nooit iedereen tevreden stellen.”

De olijke opruimers

Mieke Van Herreweghe

Wat kunt u zeggen over het afschaffen en snijden in kleine richtingen?

Van de Walle: “Kleine richtingen moeten bekeken en geëvalueerd worden. Je moet durven nadenken over de vorm waarin je een opleiding aanbiedt. Een belangrijk punt dat daaraan gekoppeld is, is dat we ons ook moeten afvragen wat onze maatschappelijke rol is. Ik begrijp niet dat op het moment van migratieproblemen in de EU de opleiding Slavistiek geschrapt wordt. Wanneer er duidelijke maatschappelijke problemen zijn moeten wij als universiteit juist dat soort opleidingen aanbieden. Dat wil niet zeggen dat geen enkele opleiding kan worden afgeschaft. De context waarin een universiteit leeft en ageert wijzigt. Een universiteit moet nadenken over de vraag hoe de context er over tien of twintig jaar uitziet. We moeten jongeren opleiden met het zicht op de toekomst. Het onderwijsdebat gaat te vaak over details en te weinig over de grote problemen.”

Van Herreweghe: “Je moet ook kijken naar wat er in de Vlaamse gemeenschap aanwezig is, door in dialoog te gaan met de verschillende universiteiten. Verder heeft het opleidingsaanbod van een universiteit natuurlijk ook veel te maken met de expertise binnen het professorenkorps. Je moet geen dingen aanbieden waarvan je denkt dat we geen experten in huis hebben.”

Zijn er nog standpunten die jullie zeker mee willen geven aan de studenten?

Van de Walle: “Ik denk dat wij als universiteit eens heel goed moeten nadenken over de vraag hoe wij omgaan met onze gebouwen. De staat van onze gebouwen, homes en auditoria moet verbeteren. We moeten naar de overheid stappen, hen overtuigen van de slechte staat van sommige gebouwen en extra geld vragen. Ik vind dat wij ons als universiteit moeten durven inzetten, durven erkennen dat het een probleem is. Daarop inzetten zal betekenen dat je andere dingen niet doet, so be it."

U spreekt over het bespreekbaar maken van problemen. Hoe wil u dat verbeteren aan de universiteit?

Van de Walle: “De drempel voor het melden van problemen moet extreem laag zijn. Als problemen zich stellen en schuld is bewezen dan vind ik dat er geen commissies moeten worden opgericht of grote denkoefeningen moeten worden gedaan om nieuwe regels uit te vaardigen voor iedereen. Het is onze overtuiging dat regels toevoegen en complexer maken soms het averechtse effect zal geven. Laat ons problemen die er zijn case by case oplossen en de hulp inroepen van externe instanties als die nodig zijn.”

Van Herreweghe: “Ook op dat vlak willen we vertrekken vanuit het idee van vertrouwen. We gaan ervan uit dat personeel en studenten weten waar de grenzen liggen. Maar als zich een probleem voordoet dan moet er ook het vertrouwen zijn dat het aangepakt zal worden en niet in een doofpot zal belanden.”

Van de Walle: “Het kan niet dat we collectief gaan culpabiliseren, zoals nu soms gebeurt. Ik vind dit zeer onrechtvaardig, er is een teneur ontstaan waarbij we onze leidinggevenden in de gaten moeten houden.”

Van Herreweghe: “Je wordt erop aangesproken ook. Mij werd de afgelopen jaren meermaals gevraagd of ik als vrouw wordt onderdrukt in de faculteit, iets wat compleet niet aan de orde is.”

De stemmenrover

Deze verkiezingen kunnen de studenten een stem uitbrengen op een kandidaatrector en -vicerector. Hoe zijn jullie van plan hierop in te spelen?

Rik Van de Walle

Van de Walle: “Ik denk dat we drie studentengroepen moeten onderscheiden. Je hebt de studenten die heel actief zijn in raden en commissies. Zo hebben wij gesprekken gehad met het bestuur van de Gentse Studentenraad en we hebben hen gevraagd om ons te voeden met enkele standpunten die leven binnen de Studentenraad. Hetzelfde doen we met de tweede groep aan studenten, die van de studentenkringen. Dan heb je natuurlijk ook de 40.000 extra studenten. Die hopen wij te bereiken door aanwezig te zijn op sociale media. Er gaat ook een website komen, waarop verschillende aandachtspunten uitgelicht worden. Maar ik denk dat het heel belangrijk zal zijn dat de boodschap mondeling verspreid wordt onder studenten.”

Van Herreweghe: “Daar is nog wat werk aan de winkel. Vroeger hadden studenten ook een stem via lidmaatschap van de faculteitsraden. Alleen is het zo dat deze keer álle studenten hun stem kunnen uitbrengen.”

"Alle studenten kunnen hun stem uitbrengen" - Van Herreweghe

Zijn er volgens u mensen die minder enthousiast zijn met het stemrecht voor de student?

Van de Walle: “Er zijn mensen die uitgaan van een ander bestuursmodel, namelijk de rector zit aan de top, bereidt voorstellen voor en laat die dan goedkeuren door bestuursorganen. Dan wordt het belang van de stem van de studenten eigenlijk minder groot, omdat je meer belang hecht aan je eigen stem. Je hoort mij niet zeggen dat de ene visie legitiem is en de andere niet, maar je hoort mij wel zeggen dat ik heel erg geloof in die visie die gebaseerd is op gedragen zijn vanuit een brede universitaire gemeenschap.”

U heeft veel steun, ook uit politieke zijde, hoe kijkt u daar naar?

Mieke Van Herreweghe

Van de Walle: “Daar kijk ik zeer positief naar, maar wat ik heel belangrijk vind, is dat die steun uit verschillende politieke hoeken komt. Ik ben een politiek ongebonden kandidaat. Politiek is belangrijk, een universiteit opereert immers in een politieke context. Dus ik vind dat je een verstandhouding moet hebben met verschillende politieke actoren. Ik vond het heel erg fijn om te zien dat ik uit verschillende hoeken werd aangemoedigd om kandidaatrector te zijn. Die verschillende actoren weten dat ik met verschillende partijen spreek. Na een gesprek mag die partij niet denken ‘dat is er een van ons’. Ik ben van niemand. Ik ben van de universiteit en een beetje van mijn vrouw.”

"Ik ben van de universiteit en een beetje van mijn vrouw" - Van de Walle

U pleit tegen het hokjesdenken, hoe zou u dit aanpakken?

Van de Walle: “Door daarboven te staan. Ik laat mezelf niet in een hokje steken. Er is veel meer dat ons verbindt, over hokjesgrenzen heen. Pluralisme is trouwens iets dat vervat moet zitten in het duo rector en vicerector. Ik zou het moeilijk hebben met een vice die mij wordt aangeleverd of zelfs opgedragen vanuit een specifieke hoek.”

Van Herreweghe: “Bovendien als je rector en vicerector bent, ben je dit van de gehele universiteit, met alle gezinden en alle opinies. Je moet als universiteit zaken proberen te bewerkstelligen, maar dat doe je niet door enkel met één partij samen te werken.”

Verder gaat u hard in tegen extremisme, hoe zou u dit als universiteit uitdragen?

Van de Walle: “Door standpunten in te nemen en door daar duidelijk in te zijn. Bijvoorbeeld na de aanslagen in Parijs heeft de universiteit niet onmiddellijk een statement gemaakt. Dat heeft mij ongelooflijk ontgoocheld en gestoord. Via Minerva heb ik toen voorgesteld dat we de komende les zouden beginnen met vijf minuten stilte. Ik heb nog nooit zoveel stress gehad voor een les. Maar het moment waarop de les zou starten, was magisch. Het was alsof een volumeknop werd dichtgedraaid. Het geroezemoes van de studenten nam af en het werd muisstil. Zonder dat ik ook maar één woord had moeten zeggen. Ik vond dat een ongelooflijk krachtig statement van de studenten. Ik vind dat we als universiteit dergelijke statements vaker moeten maken.”

0
Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reactie toevoegen