All the small things

Column

Sofie

Psychisch lijden is naar aanleiding van Rode Neuzen Dag een hot topic in Vlaamse contreien om het thema bespreekbaar te maken. We kunnen ons enkele vragen stellen bij de manier waarop de doorsnee mens de dag van vandaag in het leven staat en hoeveel ruimte er is om te vertellen hoe het met je gaat. Het moet gezegd, we zijn met veel die deze bol bewandelen. Begin 2016 waren we met 7.39 miljard en elke dag komen er zo’n 209.000 zielen bij. We voelen het allemaal, er is gewoon steeds minder plaats. Op straat, in het verkeer, in de winkel en je moet je als fietser in Gent door het verkeer en de mensenmassa wurmen. Bovendien is er ook steeds minder plaats in ons hoofd. Stilstaan bij de zaken van alledag en reflecteren over waar je op dat moment mee bezig bent, is zo moeilijk geworden. Alles moet vooruitgaan en men wil slechts wachten als men er tijd voor heeft. Daarenboven lijkt het alsof alles wat we doen dan ook nog eens ‘super ' of ‘toppie’  moet zijn voor we iets de moeite waard vinden om te vertellen en we onszelf vervolgens wijsmaken dat we goed bezig zijn. Maar is dat wel zo? We gedijen zoetjesaan op een roze wolk van verwachtingen en wanneer deze niet stroken met de vaak o zo grijze realiteit worden we overspoeld door emoties en gevoelens. "En dan? Wat nu gedaan?" Moest het alreeds vintage gegeven van 'betrokkenheid op elkaar' nog steeds allom aanwezig zijn, zouden we het veel minder lastig hebben om ons goed in ons vel te voelen. Het idee dat je je buur kan aanspreken over het feit dat je net een rotdag achter de rug hebt of je misschien wel een lastige periode doormaakt, omdat je hond net gestorven is. Uitzonderlijk.

"Daarenboven lijkt het alsof alles wat we doen dan ook nog eens ‘super ' of ‘toppie’  moet zijn voor we iets de moeite waard vinden om te vertellen"

Op openbare plekken voel je ’t zeker, een stilzwijgend gegeven waarbij je aanvoelt dat je best je lippen op elkaar houdt, omdat je anders de ‘social weirdo’ bent. We zijn er: de ongeschreven regels in de maatschappij die ons eraan herinneren dat we individualistische wezens (geworden) zijn. Op de trein: "liefst niet naast mij komen zitten als er nog andere zitjes vrij zijn, merci." In de lift: een allegaartje vreemden die enkele verdiepingen naast elkaar staan en staren naar de deur die elk moment kan opengaan, wat wel een een eeuwigheid lijkt te duren: "awkward". Op toilet: "niet in het kotje naast mij komen zitten, ik wacht wel met pipi doen tot je weg bent" #schaamtelijkprotjeoptwc. We rijden nog liever naar de nachtwinkel dan een beetje koffie bij de buren te gaan halen, "hulp vragen...wie doet da nu? " Gentlemen's agreement, mijn gat! ’T is zo jammer, denk ik dan, want wat kan het fijn zijn een willekeurige persoon gewoon "goeiemorgente wensen op de fiets. Helaas wordt de altruïst steeds eenzamer en eenzamer. En wat met de kleine geneugten des levens? Het Amélie Poulain-gewijs breken van de suikerlaag van de crème brûlée met je petite cuillère, het opmerken van de straatmuzikant en hem bewonderen om zijn durf en kunde en belonen met wat nikkelen klutters. We leven zo jammerlijk weinig in het hier en nu, dat wat we nog moeten doen, neemt echter steeds de bovenhand en zorgt voor bérgen stress. Tip: probeer eens op te staan en al gewoon blij te wezen dat het zonnetje schijnt. Het zou ons leven zoveel rijker maken: ‘All the small things’, de mannen van Blink-182 wisten het immers al in het jaar 2000. 

0
Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reactie toevoegen