Wetenschapskort

Giechelende ratten

Gekieteld worden is niet altijd een pretje. In vroegere tijden werd het zelfs als marteltechniek gebruikt. Maar tot op een bepaalde hoogte blijft het een leuke bezigheid. Nieuw onderzoek toont aan er ook bij  ratten een gelijkaardige respons plaatsvindt als een onderzoeker het beestje kietelt. De ratten giechelen zelfs, al is dit enkel met een speciale microfoon te horen. En net zoals bij ons reageren de ratten negatief op kietelen als ze in een stressvolle situatie zitten. Door de stress worden de gebieden in de hersenen die oplichten tijdens het kietelen onderdrukt - dit gebied staat trouwens naast het analyseren van druk en pijn ook in voor lachen. Kietelen blijft voor een groot deel een mysterie, hopelijk vormt het vrolijke gegiechel van de ratten een antwoord op deze gekke bezigheid.

Goed nieuws, Pinokkio

“Dat Duitse pornofilmpje is zeker niet van mij, geen idee hoe het op mijn laptop terecht is gekomen”, iedereen maakt wel eens gebruik van een leugentje. Of het nu gaat om een leugen in de relatie, tegen vrienden of om je politieke voorkeur, de mens is er niet vies van. Goed nieuws voor de personen waarbij de neus direct begint te groeien als ze maar denken aan het vertellen van een leugen, want hier geldt het aloude gezegde ‘oefening baart kunst’. Gestuurd vanuit de amygdala, een neuronencentrum in het midden van de hersenen, kan je gewend raken aan jokken. Door vaak te liegen zullen de zenuwen in de amygdala die gepaard gaan bij het vertellen van onwaarheden onderdrukt worden, een neutralere leugen is het gevolg. Deze emotionele adaptatie kan ervoor zorgen dat onschuldige leugentjes kunnen omslaan naar bedrog. 

Winter is here 

Nu de koude maanden er weer zijn, wil de gemiddelde student zich het liefst in zoveel mogelijk dekens wikkelen. Veel beter dan de kou trotseren voor de les. Een dagje schoolziek. Hoe zit het met de griep, die tijdens de winter velen van ons gedwongen in bed houdt? Voor een aanzienlijk deel van de mensen ligt dit aan de genen, geluk hebben dus. De genen bepalen voor ongeveer 25 tot 75 procent in hoeverre iemand gevoelig is voor een ziekte. Dit lijkt een grote marge, maar het is dan ook afhankelijk van bijvoorbeeld welke ziekte er bekeken wordt. Maar ook andere factoren spelen een rol, zo is er een onderscheid te maken tussen mannen en vrouwen. Ook het vetpercentage maakt een verschil. Verder zijn leeftijd of de gezondheid van het bacteriële bioom in de darmen van belang. In de toekomst hopen de wetenschappers meer afweerpatronen in kaart te kunnen brengen, bijvoorbeeld voor gezonde mensen met een andere afkomst.

0
Gemiddeld: 1 (1 stem)

Reactie toevoegen