Recensie: The Barefoot Emperor

In 'The Barefoot Emperor' wordt de koning der Belgen uitverkoren om keizer te worden van een nieuw Europees rijk. Daar heeft hij zelf uiteraard niet over te kiezen, of wat dacht u? 'Een Belgische koning met eigen wil', dat klinkt al even absurd als de scènes die deze komedie aaneenrijgt.

Deze vervolgfilm op 'King of the Belgians' opent met Nicolas III (Peter van den Begin) die wordt neergeschoten tijdens een re-enactment van de aanslag op Franz-Ferdinand in Sarajevo – een miscommunicatie tussen een Waalse officier en een Vlaamse sluipschutter. Het overkomt de beste, nietwaar? De revolutie in België heeft heel Europa in brand gezet en Nova Europa, een nationalistische nieuwe Europese orde, is in de maak. Van deze revolutie, de sociale onrust en de nieuwe wereldorde komt echter niets in beeld. De volledige film speelt zich namelijk af in een sanatorium op een Kroatisch eiland waar de koning samen met zijn drie medewerkers (Bruno Georis, Lucie Debay en Titus De Voogdt) zijn lot afwacht. Het eiland was ooit eigendom van Tito en alle kamers in het sanatorium kregen de naam van bekende gasten die de Joegoslavische dictator ooit ontving. De privacy van de patiënten wordt gegarandeerd doordat iedereen met de naam van zijn suite wordt aangesproken. Lange wandelingen, High Tea en veel afwachten vullen de dagen tot Nicolas, omgedoopt tot 'Mr. Breznjev', doodleuk te horen krijgt dat hij de keizer van Nova Europa wordt.

Onverklaarde absurditeit treedt op de voorgrond in de film, wat in de eerste minuten al blijkt, wanneer een omroepster Che Guevara berispt omdat hij te laat is voor zijn aromatherapie. De statische beelden, afstandelijke dialoog en overdadige klassieke muziek creëren een constant gevoel van spanning, zonder dat er ooit echt iets gebeurt. Zo blijft de kijker betrokken bij een verhaal dat absoluut geen steek lijkt te houden. Peter Brosens en Jessica Woodworth, die samen instonden voor de regie, het scenario en de productie, werden daarbij duidelijk geïnspireerd door Yorgos Lanthimos. U weet wel, die van 'The Lobster' en 'The Favourite'.

Geef toe, als u aan 'Belgische film' denkt, zijn absurditeit en afstandelijkheid geen kenmerken die meteen bij u opkomen. Het is een verademing om een Belgische productie te zien die niet doordrongen is van tragikomedie en identiteitsproblemen. Goed, personages ontwikkelen zich niet echt doorheen de film. En ja, door de te sterke focus op beelden valt het verhaal soms wat stil. Maar 'The Barefoot Emperor' toont ambitie en laat zich niet in het nederige hokje plaatsen waar wij Belgen -en de Belgische film bij uitbreiding- onszelf al te vaak bij voorbaat in wegzetten.

De film slaagt jammer genoeg niet altijd in zijn opzet. Brosens en Woodworth proberen stilistische absurditeit te combineren met te concrete maatschappijkritiek. In hun wereld heeft de nationalistische hype over Europa zijn hoogtepunt bereikt en geresulteerd in een nieuw keizerrijk. De aanklacht tegen het nationalisme die ze proberen op te bouwen, zakt in elkaar omdat de gekke scènes en vlakke personages weinig inleving van de kijker toelaten. De stijl van de film en zijn inhoudelijke ondertonen bikkelen om diens aandacht.

Maar laat u dat niet tegenhouden om dit Belgische pareltje te gaan bekijken op Film Fest Gent. De muziek alleen is al de moeite waard. Indien u fan bent van wat absurditeit en surrealistische beelden, zal u glimlachend de cinemazaal verlaten.

Nog geen stemmen

Reactie toevoegen