Recensie: Bad Times at the El Royale

Met al die alternatieve meesterwerken snakt een mens al eens naar een goede, oude Hollywoodfilm. Dat moet het bestuur van het Filmfest toch gedacht hebben toen ze deze film in hun programma opnamen. Of dat een terechte redenering was, is nog de vraag.

'Bad Times at the El Royale' is niet volledig zeker welke film het wil zijn. Met momenten is het een alternatieve kijk op het thrillergenre, dat op experimentele wijze durft om te gaan met film als een kunstmedium. Op andere momenten voelt het dan weer als een stereotiepe actiefilm, die niet verder komt dan afgezaagde verhaallijnen met veel geweren. Misschien komt dat ook wel door de dubbele achtergrond van de regisseur. Drew Goddard staat enerzijds bekend als schrijver van superheldenseries, zoals 'Daredevil' of 'The Defenders'. Anderzijds was de man ook regisseur van 'The Good Place', de recente Netflixserie die op een entertainende wijze mensen moraalfilosofie wil leren. Een wereld van verschil dus.

Laten we beginnen met wat positiviteit. Audiovisueel zit deze film geniaal in elkaar. Goddard is niet bang om de kijker met enkele mooi gecentreerde wide shots te confronteren. Een hoop scènes worden gekenmerkt door één groot lang shot, waarin de nadruk wordt gelegd op de kleine mensjes die op je scherm bewegen in grote statische ruimtes. Een stijl die enkel in een cinema volledig tot zijn recht kan komen en daardoor laat zien dat de film zichzelf als een kunstmedium serieus durft te nemen. Deze statische grote beelden worden afgewisseld met korte shots van allerlei kleine alledaagse zaken. Een man die zijn koffer opent, een personage dat zijn naam neerschrijft of het spelen van een plaat. Al deze kleine gebeurtenissen voelen extra belangrijk in een film die er vaak bewust voor kiest niet op al te kleine zaken te focussen. En zo wordt ons op geniale wijze een duidelijk beeld van de personages geschetst zonder een woord te moeten zeggen. Een soortgelijk spelletje vindt plaats op muzikaal vlak, waar de luide aanwezigheid van vrolijke Amerikaans klassiekers wordt afgewisseld met plotse, doodse stiltes.

Al deze zaken maken het eerste uur van de film tot een zeer aangename ervaring. De tijd en moeite die duidelijk op audiovisueel vlak in de film aanwezig is, houdt de kijker geïnteresseerd. En bij de eerste jump scares kon je de zaal luidop naar adem horen snakken. Dat ademhappen werd na een uur echter wat minder en na het tweede uur werd het een spelletje "Raad de jump scare", dat eerder deed denken aan zijn verleden als schrijver van de horrofilm 'Cabin in the Woods'. De film werd dan ook vrij repetitief en het plot was te zwak om de occasionele geeuw echt helemaal te kunnen onderdrukken. Dit heeft alles te maken met de tweedimensionele personages die door de film naar voren werden geschoven, ieder met een achtergrondverhaal nog ongeloofwaardiger dan de andere.

Door het sterke acteerwerk blijft de film al bij al toch nog een aangename belevenis. Jeff Bridges speelt de rol van een priester, die hem op het lijf geschreven is. En Chris Hemsworth kan zich volledig uitleven als charismatische homme fatale. Deze sterke typecasting zorgt ervoor dat de film toch enige diepgang in zijn kleine cast kan steken door het briljante acteerwerk van zijn sterrencast.

Kortom 'Bad Times at the El Royale' was een potentieel geniale film die door een uitermate lui plot gereduceerd wordt tot zijn sterke acteerwerk en subtiele audiovisuele aspecten. De film is aangenaam om naar te kijken, al zal de vraag waarschijnlijk ook door je hoofd spoken wat voor een film je nu eigenlijk zit te kijken.

Nog geen stemmen

Reactie toevoegen