Dario Schollaert is student Politieke Wetenschappen aan de UGent. In deze lezersbrief bespreekt hij het niet-westerse kolonialisme, dat volgens hem onderbelicht blijft.
Sinds de dood van George Floyd klinkt de roep tot 'dekolonisering' steeds luider. De erfenis van de kolonisatie in het westen wordt in vraag gesteld, net als het neokoloniale buitenland- en handelsbeleid van de westerse landen. Ook Schamper besteedde er aandacht aan, met een artikelreeks over dekolonisering. Toch is er een grote lacune in de roep tot dekolonisatie, namelijk het gebrek aan aandacht voor het opkomende niet-westerse kolonialisme. Hierdoor lijkt de dekolonisatiebeweging gefocust op het westen, met weinig tot geen betekenis voor miljoenen mensen die vandaag onder niet-westerse koloniale regimes leven.
Het concreetste voorbeeld van een niet-westerse koloniale macht is de Volksrepubliek China. De Volksrepubliek bedreigt de onafhankelijkheid van Taiwan, beroofde de inwoners van Hongkong van hun vrijheid, en onderdrukt de Tibetaanse bevolking. Een duidelijke uiting van het Chinese koloniale beleid is de genocide op de Oeigoeren. De technieken die het Chinese regime daarvoor gebruikt (concentratiekampen, gedwongen sterilisatie, vernietiging van cultureel erfgoed, enzovoort) zijn ontstaan in de Europese kolonies. Het Chinese kolonialisme gaat bovendien uit van dezelfde principes als het Europese, namelijk de superioriteit van een bepaald volk en cultuur. De dekoloniale activisten in het westen zijn echter opmerkelijk stil over deze vorm van kolonialisme. Het 'oosterse kolonialisme' beperkt zich tevens niet tot de Volksrepubliek. In het Midden-Oosten is ook Iran al een paar jaar bezig met haar eigen koloniaal project, waarbij Irak, Syrië en Libanon economisch en politiek worden onderworpen. Ook dat project gaat gepaard met een enorme onderdrukking, waarbij de oude westerse technieken, waaronder de vernietiging van dorpen en gifgasaanvallen, weer boven worden gehaald. Zelfs de 'missies', het koloniale project waarbij priesters naar kolonies trokken om er het ware geloof te verspreiden, worden weer ingevoerd. Iran stimuleert actief de bekering van soennitische Syriërs tot het sjiisme. De meeste westerse dekoloniale activisten zwijgen hierover, of erger, ze praten deze misdaden zelfs goed. Ook aan onze universiteit. Waar waren de 'dekolonialen' toen mijn eigen studentenvereniging – 't Zal Wel Gaan – twee jaar geleden een lezing organiseerde waarbij de spreker beweerde dat de gifgasaanvallen in Syrië in scène waren gezet? Ikzelf was niet betrokken bij de organisatie van de lezing.
De aandacht van westerse dekolonialen voor de misdaden van het westerse kolonialisme is begrijpelijk. We worden dagelijks geconfronteerd met de erfenis ervan, voor velen is het zelfs een deel van hun familiegeschiedenis. Maar door de focus op het Westen wordt één van de belangrijkste gevolgen van het kolonialisme niet in vraag gesteld, namelijk het 'eurocentrisme'. Eurocentrisme betekent dat men Europa, en bij uitbreiding het Westen, als het centrum van de wereld ziet, en alles met een westerse blik bekijkt. Zolang de dekoloniale beweging de eurocentrische blik niet kan loslaten, zal ze de erfenis van het kolonialisme nooit volledig kunnen doen verdwijnen. Buiten Europa en Noord-Amerika zijn er voorbeelden genoeg van dekoloniale groepen en bewegingen die wel voorbij dit westerse denken kunnen kijken. De betogers in Irak, die zowel de Amerikaanse als de Iraanse invloed bestrijden; de Syrische burgeractivisten die blijven strijden voor een Syrië waar iedereen vrij en gelijk is; Lausan HK, een collectief dat een dekoloniale beweging wil uitbouwen in Hongkong; en vele anderen. Als de westerse dekoloniale beweging blind blijft voor hun strijd en hun eisen, dan zal ze buiten Europa alle geloofwaardigheid verliezen en een 'westerse' beweging blijven.
Reactie toevoegen