"Je kunt niet neutraal staan ten opzichte van discriminatie"

Opinie Ingo Meulepas

De Algemene Vergadering van de Gentse Studentenraad stemde onlangs over een persbericht naar aanleiding van de Pano-reportage over Schild & Vrienden-oprichter en studentenvertegenwoordiger Dries Van Langenhove. De Psychologische en Pedagogische Studentenraad (PPSR) heeft zich onthouden. Student Psychologie Ingo Meulepas diende hierdoor zijn ontslag in bij de studentenraad. 

De recente gebeurtenissen bevatten veel stof voor maatschappelijke en persoonlijke discussie. Er zijn veel vragen die we ons moeten stellen als persoon of samenleving, vragen waar niet altijd een makkelijk antwoord op te vinden is. Vragen over waar we als samenleving voor staan, wat moreel aanvaardbaar is, hoe we omgaan met een multi-etnische samenleving ... Al denk ik dat er één iets is die we als degelijke mensen vrij makkelijk kunnen stellen: discriminatie van mensen op basis van etniciteit, seksualiteit, gender, etc. (in essentie kenmerken waar je als persoon niets aan kan veranderen) in welke vorm dan ook, is verwerpelijk. Tenminste, dat was mijn veronderstelling. Een veronderstelling die vandaag de dag blijkbaar niet meer strookt met de realiteit.

Ingo Meulepas

Concreet: na de gebeurtenissen van de Pano-reportage over Schild & Vrienden en de ons welbekende Dries ben ik uit mijn facultaire studentenraad, de PPSR, gestapt. Belangrijk om op te merken is dat ik me pas vanaf eind vorig academiejaar had geëngageerd voor studentenvertegenwoordiging in de studentenraad. De reden hiervoor is vrij simpel, de meerderheid van de leden van de PPSR vond het niet nodig om duidelijk mee te delen dat ze discriminatie afkeurt en dat er binnen de studentenvertegenwoordiging geen plaats is voor haat, racisme, seksisme, etc. Ik wil geen specifieke leden aanvallen en zeggen dat iedereen binnen de PPSR onmensen zijn, er waren er net als ik bij die het evenzeer belangrijk vonden om een mededeling ter veroordeling van discriminatie te maken. Het gaat mij wel om de redenering achter de apathie die tot deze beslissing heeft geleid, omdat deze maatschappelijk ook terug te vinden is.

De (hoofd)redenering was dat we niet betrokken zijn en het bijgevolg belangrijk is om neutraal te blijven, aangezien we alle studenten vertegenwoordigen, ook diegenen die op Dries stemden. Deze redenering gaat niet op vanwege een aantal redenen. 

* Het gaat om een studentenvertegenwoordiger aan de UGent, wij zijn dit evenzeer. We zouden allen de belangen van de studenten moeten vertegenwoordigen. Samenwerking tussen studentenvertegenwoordigers is nodig. Dus we zijn wel betrokken. Dit kan zelfs verder opengetrokken worden: wij zijn deel van de maatschappelijke context waarin discriminatie plaatsvindt, als deel van deze maatschappij zijn wij betrokken.

* Vervolgens is er de opvatting dat men neutraal kan staan ten opzichte van discriminatie. Dit is niet houdbaar. Als je getuige bent van discriminatie en geen actie onderneemt, ga je impliciet akkoord met deze discriminatie. Op deze manier wordt discriminerend gedrag genormaliseerd, en wordt het makkelijker om in de toekomst meer en extremere discriminatie toe te passen zonder dat er iemand zal reageren. Dit is iets wat we hier in het verleden in Europa op grote schaal hebben gezien, en iets wat men momenteel in de VS ook ziet gebeuren met betrekking tot de behandeling van immigranten en minderheden. Het Overton-venster biedt een mooie illustratie van deze problematiek.

Het Overton venster

We zien een as met op de uitersten extreme ideeën: het ontzeggen van alle rechten aan minderheden (want ze verdienen deze niet en zijn inferieur) en meer rechten geven aan minderheden (want ze zijn achtergesteld). Rond het centrum van de as liggen relatief onaanstootgevende ideeën zoals gelijke rechten voor iedereen. Het venster dat zich op deze as bevindt, bevat de ideeën die het publiek als normaal en acceptabel beschouwt. Door routinematig te discrimineren verschuift het venster in de richting van het ontzeggen van rechten aan anderen, waardoor dit normaler wordt en het makkelijker is om voorheen extremere zaken te normaliseren.

* Ten slotte is er de foute gevolgtrekking dat men zowel de studenten die discrimineren als de studenten die gediscrimineerd worden ten volle kan vertegenwoordigen. Hier zit men met het fundamentele probleem dat de voornaamste wens van een deel van de te vertegenwoordigen populatie is dat het andere deel van de te vertegenwoordigen populatie moet inboeten aan gedeelde rechten. Het is onmogelijk om aan deze wens tegemoet te komen en ook op te komen voor de belangen van de groep waartegen gediscrimineerd wordt. Discriminatie is door zijn eigen natuur iets dat aanzet tot verdeling, een “wij” en “zij”-denken. Neutraliteit is dus vrijwel onmogelijk.

Deze thema’s zijn maatschappelijk duidelijk ook aanwezig. Al zijn de machtshebbers op Vlaams, federaal of Europees niveau zich zéér bewust van wat wettelijk toegestaan is, en waar men publiekelijk mee weg kan raken zonder in juridische problemen te komen, althans tot men een positie bereikt om de wetgeving aan te passen. Ook weten ze op welke manieren men het publiek kan beïnvloeden. Wij als bevolking zijn ons duidelijk niet bewust van het aandeel van onze eigen acties, of gebrek hieraan, binnen deze maatschappelijke shift. Dat is een probleem.

De Psychologische en Pedagogische Studentenraad zond ons een reactie toe als antwoord op deze lezersbrief. Schamper berichtte verkeerdelijk dat de PPSR zich bij de stemming door de Gentse Studentenraad heeft onthouden. De PPSR kon evenwel niet tijdig worden bereikt door de Gentste Studentenraad, die daarop besloot dat het vereiste quorum reeds bereikt was en stemming door de PPSR bijgevolg niet noodzakelijk was om het persbericht uit te sturen. Schamper wenst zich te excuseren voor deze verkeerde informatie waarmee het deze lezersbrief inleidde.

0
Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reactie toevoegen