Column: Harde Bolster

Het kwetsbaarheidstekort

Onlangs werd mij gevraagd, ter gelegenheid van een spelavond, de persoon links van mezelf een compliment te geven. Waar anderen zich misschien doelbewust zouden vergrijpen aan het aldoor komische aspect van een dergelijke opportuniteit, besloot ik in een waas van enerzijds rode wijn en anderzijds een plots besef van existentiële oprechtheid mijn waarheid te verkondigen. Na dit in alle rust en ijlte gerealiseerd te hebben, bleef de kamer stil. Er zinderde iets ... Er hing een aura van ongewoonte, doch appreciatie in de lucht. Ik had me naar eigen aanvoelen ongebruikelijk kwetsbaar opgesteld - hoewel dit misschien niet als dusdanig buitenissig werd opgevat - en daarbij mijn hart gelucht in een waan van eerlijkheid.

Na afloop van het spel was de tijd reeds verleden en het gezegde niet meer dan een ongeziene passant op een koude dinsdagavond. Bij mij bleef vooral hangen dat dat moment van ongeremde openhartigheid en ongebreideld welgemeen een paar roestige sloten had opengebroken. Ik vond mezelf later die avond terug in de eetruimte in een mentale toestand waarvan ik meende voorgoed afscheid genomen te hebben. Ik bevond me wederom in een danig fragiele positie, leek zowaar een façade uit een middelmatige film noir. Uiteindelijk was ik wel in staat mijn casus te relativeren tot de werkelijkheid en te herademen. Menig psychologisch consult had dan toch enigszins toereikend gebleken.

Het is een interessante gedachte te beseffen dat je waarlijk níet uniek bent.

Het weinig luchtige gesprek met de gediplomeerde therapeut klinkt velen waarschijnlijk bekend in de oren. Op Canvas loopt momenteel ook een programma, Therapie, dat deze dialoog prachtig hard in beeld brengt, de pijnlijke realiteit blootgelegd aan de nietsvermoedende kijker. Er zijn er velen die net als ik ergens gedurende hun puberjaren bij de psycholoog beland zijn, ik ben hierin absoluut niet de enige. Het is een interessante gedachte te beseffen dat je waarlijk níet uniek bent in dat opzicht, ergens biedt het een zekere comfort.

Nochtans, ik ga eerlijk zijn, ik heb over dit specifieke voorval nog met niemand gesproken. Simpelweg omdat ik niet weet hoe ik het zou moeten communiceren. Hypocriet genoeg spreek ik hiermee mijn eigen overtuiging volslagen tegen: de kwintessens van communicatie tegen emotionele opkropping. Ontelbaar veel mensen struikelen over gelijkaardige drempels in hun leven, gebeurtenissen die hun Zijn verwrongen achterlaten met als resultaat dat men spiraliseert in zelfdestructieve gedragingen. En tóch biedt deze kennis, het besef dat men niet alleen is, geen soelaas. Men durft zijn problemen niet te verbaliseren, slaagt er niet in zich te onttrekken aan de stereotiepe responsen als ‘ça va wel’. Het is algemeen geweten: dat wat onbesproken blijft, ettert na op de achtergrond. Maar is het wel een vraag van zich durven uiten? Of eerder kunnen?

Het gaat over de kennis een sociaal kussen te hebben waarop men kan terugvallen.

Als psycholoog in spe en propagandist van talige wit, kan ik me er niet over zetten dat onze meest diepgewortelde problematieken in het ongewisse zullen blijven. Eloquentie ad absurdum schraapt immers niet meer dan het topje van die beruchte ijsberg, gesteld dat je dan toch tot conversatie komt. Onze woorden schieten gewoon tekort. We spreken naast elkaar, langs elkaar, en deze trend wordt alleen maar harder gemaakt door uitspraken als ‘men dient zich eróver te zetten’. Neen. Erover lost niets op. Erover schuift het probleem opzij. Men moet erdóor. Maar hoe?

Rationele vocabulaire verloochent emotionaliteit. Het werkt tot op zekere hoogte, maar de dagdagelijkse sleur en deprivatie vallen diepgaander aan. We moeten durven toegeven dat we teer en breekbaar zijn en hulp nodig hebben, en veeleer die emotionele grondslag bezigen. Wie zegt dat liefde het bevoorrechte patent mag hebben op ongecontroleerd affect? De gedachten kunnen niet naar buiten, dus laat de ander dan naar binnen kijken. Dit is een buitenproportionele opgave, daarvan ben ik mij bewust. Maar het is de persoon wiens sociale extravagantie ik van compliment had voorzien, die mij hierin geïnspireerd heeft. Het gaat zelfs niet per se over het vinden van een praktische oplossing, het gaat over de kennis een sociaal kussen te hebben waarop men kan terugvallen. Het gaat over het vinden van een diepere emotionele connectie waardoor pragmatiek niet verloren raakt in woorden die tekortschieten, maar aangeboden wordt in het bijzijn van de figuurlijke - of letterlijke - feel good hug.

Het is een paradox: kwetsbaarheid met als doel zich te sterken.

Mentale problematieken zijn een groot issue in onze maatschappij en de meest voor de hand liggende oplossing jaagt ons het meest schrik aan. We vertrouwen elkaar niet meer onze diepste scrupules te vrijwaren van hoon en smaad. We leven in een tijd van smartelijke tekort aan kwetsbaarheid. Ons sociale zijn is herleid tot een drama waarin we onszelf zo idealistisch mogelijk trachten te profileren. Sociale media katalyseren dit proces dermate: integriteit lijkt bijna een verloren deugd. Het prozaïsche idee van de vriendschap die alles kan doorstaan zou een realistische hertaling moeten krijgen opdat we ons niet langer isoleren wanneer we mentaal lijden. Het is een paradox: kwetsbaarheid met als doel zich te sterken.

Het is immers nog steeds een vijandige wereld waarin we leven. Woordelijke hulp pur sang is gebrekkig en ik vind deze befaamde emotionele connectie steeds minder vaak terug. De harde bolster moet desintegreren opdat de zachte kern kan blootgesteld worden aan betrouwbare individuen waarop je kan steunen en terugvallen, maar bovenal wiens aanwezigheid reeds voldoende is om wederzijds begrip en acceptatie te genereren. En dát is van onbegrensde waarde. Dat moment dat je beseft dat de wereld niet geheel verbouwereerd is, want er is iemand die jou waarlijk begrijpt.

0
Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reactie toevoegen