Recensie: Dune (2021) ★★★★★

Timothée Chalamet sprak in een recent interview over 'Dune' de gevleugelde woorden: "I'll ruin it with my words, so I won't even describe it." Dit statement is op het eerste gezicht volledig in strijd met het oogmerk van een filmrecensie, maar illustreert tegelijkertijd een krachtig element dat aanwezig is in dit sci-fi-epos. Regisseur Denis Villeneuve slaagt erin een van de grondleggers van de moderne sciencefiction te hertalen van een rijkelijk gedetailleerd, geschreven werk naar een weergaloze, cinematografische ervaring. Voor Villeneuve is maximaal gebruik maken van fysieke sets in plaats van green screens een vereiste, en dit tilt de visuele ervaring naar een ongeziene niveau. Waar andere films zich beperken tot het occasionele visuele pronkstuk – een zogenaamd set piece – om een elementair wauwgevoel te creëren, is 'Dune' een film die de kijker gedurende 155 minuten onderdompelt in een imposant visueel machtsvertoon. Je wordt als het ware in je bioscoopstoeltje gedrukt door de giganteske schaal van de film.

Villeneuve slaagt erin de precaire balans te bewaren tussen de rijkheid van het originele werk, een klepper van een slordige vijfhonderd pagina's lang, en de nood om de kijker niet te bombarderen met ellenlange exposities en droge achtergrondinformatie. Integendeel, het lukt hem om met een zekere elegantie en met vertrouwen in de opmerkzaamheid en intelligentie van het publiek het boek in afzienbare mate strikt te volgen en die details te presenteren. In Villeneuves voordeel speelt natuurlijk ook het feit dat de film slechts een eerste deel voorstelt, waardoor 'maar' de helft van het volledige verhaal verteld wordt.

Wanneer een verhaal in de capabele handen van een dergelijk gezelschap verkeert, spreekt het bijna voor zich dat het eindproduct denderend zal zijn

Het verleden heeft natuurlijk al meerdere malen bewezen dat het opsplitsen van originele werken het verhaal in kwestie niet altijd recht aandoet. Waar de Harry Potter-franchise daar misschien enigszins baat bij had gezien de densiteit en climactische aard van het finale boek, illustreren gevallen als 'The Hunger Games' en 'Twilight' dat dergelijke beslissingen het verhaal kunnen doen struikelen over hun interne narratieve broosheid. De eerste helft van zo'n filmdyade lijkt dan vaak vrij zinloos omdat de veelal klassieke driedelige structuur van het originele boek nu eenmaal geen climax voorziet halverwege het verhaal, wat gebruikelijk wel verwacht wordt op het einde van een film. Met de hand op het hart kan echter gesteld worden dat 'Dune' in de verste verte niet tot die cinemacategorie behoort. De film mag dan wel eindigen in een cliffhanger, het verhaal zelf is in dit eerste deel 'compleet'.

Om de wijze raad van Timothée Chalamet niet in de wind te slaan, zal deze recensie ook niet veel dieper gaan. De acteerprestaties zijn formidabel, met speciale vermeldingen voor die van Stellan Skarsgård en Rebecca Ferguson − wie had iets anders verwacht met een dergelijke cast? De muziek door Hans Zimmer is tevens overweldigend en ontzagwekkend, en de vanzelfsprekendheid hiervan belichaamt Chalamets sentiment des te beter. Wanneer een verhaal in de capabele handen van een dergelijk gezelschap verkeert, spreekt het bijna voor zich dat het eindproduct denderend zal zijn en bijgevolg zijn ellenlange verheerlijkingen van technische details en acteerprestaties gewoon redundant. De film is een ware ervaring, gemaakt voor de cinemazalen. Meer zelfs: een mastodont als deze kan enkel onrecht aangedaan worden door het te bekijken op een pietepeuterig pc-scherm via de een of andere streamingdienst. In Villeneuves woorden: "Als het publiek zich comfortabel voelt, moedig ik ze aan de film in een cinema te gaan bekijken. De film is gedroomd, ontworpen en gemaakt met het grote scherm in het achterhoofd. Het is een fysieke ervaring." En door de cinefielen die smeken om het tweede deel, kan deze oproep enkel beaamd worden.

0
Gemiddeld: 5 (1 stem)

Reacties

Bericht: 
no extra words needed

Reactie toevoegen