De draak steken met wetenschap

Niet elke wetenschapper houdt zich bezig met proefbuizen, deeltjesversnellers of lasers. Dr. Schamperstein kiest voor een theoretische aanpak en baant zich een weg door formules, berekeningen en kennis om zijn licht te laten schijnen over een prangende maar absurde vraag.

Menig student komt het wel eens tegen: de lucifers zijn op net wanneer je een bunsenbrander, gasfornuis of sigaret wou aansteken. Dat is vervelend. Soms zelfs zo vervelend dat je begint te koken van woede tot er stoom uit je oren komt. Toch zullen wij nooit het punt bereiken dat we effectief vuurspuwen. De mens is daar simpelweg niet toe in staat. Waar de mens niet in slaagt, is echter kinderspel voor de draak. Maar hoe doet deze dat toch?

Voor vuur zijn er drie belangrijke benodigdheden: brandstof, zuurstof en een warmtebron. Men kan ervan uitgaan dat zuurstof aanwezig is in de omgeving van de draak. Deze leeft immers op aarde, waar de atmosfeer twintig procent zuurstof bevat. Er resten dus wel nog twee zaken die de draak zelf moet voorzien.

Vlammenmachine

Een brandstof voor vuur is helemaal niet zo moeilijk te vinden. Tijdens de vertering van de draak, maar ook bij die van andere dieren, worden lange koolstofketens afgebroken tot kortere ketens. Hierbij komt energie vrij, maar dat is niet zo interessant. Het interessantste zijn de korte koolstofketens, gezien daar het potentieel voor brandstof in ligt. Indien uit deze kortere ketens methaan wordt gevormd is de brandstof een feit! De draak slaat al dit methaan op in een apart soort kamer, het brandstoforgaan genoemd. Naast methaan zijn zwavelhoudende eiwitten in het bloed een brandstof. Het bloed van een draak is algemeen gekend als extreem zwavelhoudend. Dit is geweten door de geur die drakenbloed heeft na een onthoofding. Om deze reden dacht men vroeger dat draken rechtstreeks uit de hel kwamen. Nu weet men beter: de draak heeft zo veel zwavel in zijn bloed om deze als brandstof te laten fungeren. Voor de rest heeft dit dier niets met de duivel gemeen.

Dit is geweten door de geur die drakenbloed heeft na een onthoofding

De warmtebron van de draak kan verschillende oorsprongen hebben. De meest voor de hand liggende is een eenvoudige, exotherme chemische reactie. Hierbij voegt de draak waterstofperoxide toe aan hydrochinon. Er worden hierbij chinonverbindingen, gas en een grote hoeveelheid warmte gevormd. Deze warmte kan dan gebruikt worden om vuur te maken. Een andere mogelijkheid is wrijving: de draak speelt met de wrijving van de lucht en produceert zo een aanzienlijke hoeveelheid warmte.

Hitteschild

Met deze theorie zou het niet eens zo moeilijk zijn om vuurspuwende mensen te creëren. Er is echter een probleem. De mens is niet bestand tegen extreem hoge temperaturen en zou gewoonweg zijn mond verbranden. Deze deficiëntie van het menselijk lichaam is voor de draak geen enkel probleem. Hij beschermt zich door een dikke laag schubben, die niet alleen zijn volledige huid maar ook de binnenkant van zijn bek bedekt. Daarbovenop heeft de draak een ander soort cellen in zijn bek. Deze cellen verschillen in het celmembraan: normale cellen hebben een beperkte hoeveelheid fosfolipiden. Dit garandeert een soepeler celmembraan, maar maakt de cel gevoeliger voor warmte. De draak aan de andere kant, heeft gewoon erg veel fosfolipiden, wat de cellen beter beschermt tegen extreme omstandigheden, zoals een vuurtje in de bek.

Wegens het extreem onaantrekkelijk zijn van een geschubde mens, zal deze zich nooit voortplanten. Deze mens zal meteen uitgeselecteerd worden, waardoor er geen mogelijkheid is de mens te laten vuurspuwen. De enige mogelijkheid voor de mens om zelf vuur te maken is dus via lucifers of een aansteker. Wanneer hij deze vergeet of wanneer ze op zijn, stelt zich een probleem dat hij verstandelijk zal moeten oplossen. Tot nog toe heeft dit voor geen verdere problemen gezorgd.

0
Gemiddeld: 3 (1 stem)

Reacties

Bericht: 
"Wegens het extreem onaantrekkelijk zijn van een geschubde mens, zal deze zich nooit voortplanten. Deze mens zal meteen uitgeselecteerd worden, waardoor er geen mogelijkheid is de mens te laten vuurspuwen." Dit is een eugenetische visie op voortplanting. De aantrekkelijkheid van de geschubde mens is enkel niet erkend in onze huidige maatschappij, het blijft een mens met een recht op voortplanting en relatievorming. Het "meteen uitselecteren" omhelst het idee dat mensen met schubben geen mensen zijn, en dit is zowel een verbastering van Darwin als de mensenrechten. Niets zegt dat we, evolutief gezien, niet net gebaat zouden zijn met schubben. Zeker gezien de opwarming van de aarde zou de geschubde mens misschien net kritieke capaciteiten ontwikkelen om in de veranderende leefomgeving stand te houden?

Reactie toevoegen