Vrouwensport: is de bal eindelijk aan het rollen?

In juli moesten de Red Flames het EK dan wel verlaten, toch schreven ze geschiedenis en dat viel ook te lezen in de meeste sportmedia. Dat is opmerkelijk, want vrouwensport stond lang in de schaduw van de mannelijke tegenhanger. Is die tijd voorbij?  

Pierre de Coubertin, die de Olympische Spelen opnieuw leven inblies aan het eind van de 19e eeuw, verzette zich sterk tegen het idee dat er ook vrouwen zouden meedoen aan die spelen. Volgens hem was vrouwensport weinig praktisch of interessant, niet esthetisch en ronduit fout. Verdoken seksisme van een dode man, zou je kunnen stellen. Dergelijke ideeën over vrouwensport lijken nog niet helemaal uit de wereld, maar er is de laatste tijd wel duidelijk een groeiende aandacht voor vrouwelijke sportcompetities.

Een eeuwenoud verhaal

Hoewel hij intussen algemeen meer bekend staat om zijn houding tegenover vaccinatie, is Novak Djokovic ook een tennisspeler. En vanuit die positie pleitte hij ooit voor een vermindering van het prijzengeld voor vrouwelijke tenniscompetities. Dat prijzengeld wordt namelijk al decennialang gelijk verdeeld onder vrouwelijke en mannelijke winnaars, specifiek door de waanzinnige populariteit van tennislegende Billie Jean King. Volgens Djokovic trekken de vrouwelijke competities echter minder publiek en verdienen ze dus niet hetzelfde bedrag. Een uitspraak waarvoor hij later zijn excuses zou moeten aanbieden. De echo's van Coubertins visie op de aantrekkelijkheid van vrouwensport? 

Terwijl de kranten volstaan van de mannelijke sporters, komen de vrouwelijke amper aan bod

Ideeën als deze hebben in ieder geval al lang invloed op de positie van vrouwensport tegenover de mannelijke variant. Terwijl de kranten volstaan met mannelijke sporters, komen de vrouwelijke amper aan bod. Voor elk artikel over vrouwensport zouden er zo'n 53 verschijnen over mannensport. Waar de stadions volzitten voor de mannen, lijken diezelfde massa's niet af te zakken voor de vrouwen. Dergelijke zaken hebben dan weer een invloed op de financiering en sponsoring van vrouwensport. Waar een Rode Duivel wekelijks gemiddeld 200.000 euro mag binnenhalen, moet een Red Flame het met wel honderd tot tweehonderd keer minder doen. Volgens Sporza zou dat financiële verschil te wijten zijn aan hun beperkte marktaandeel en media-aandacht. Wanneer succesvolle sportvrouwen aan bod komen in de media, wordt trouwens overwegend over hun privéleven geschreven, terwijl bij sportmannen de geleverde prestaties prominent aan bod komen. Nogmaals hetzelfde verhaal dus: vrouwensport lijkt niet interessant genoeg. 

Een nieuwe dag breekt aan

Toch leidt dit verhaal ook tot enkele vragen. Volgens een rapport van het mediaconglomeraat Nielsen, dat onderzoek doet naar marketing en publieken, is er namelijk best veel interesse in vrouwensport. Zo zou 84 % van de sportfans interesse hebben in vrouwensport en 66 % van de algemene bevolking interesse tonen in minstens één sport gespeeld door vrouwen.

Waarom kijken mensen dan niet zo vaak naar vrouwensport? Volgens een enquête uit het Verenigd Koninkrijk is dat inderdaad deels te wijten aan een algemene voorkeur voor mannensport en de perceptie dat mannensport nu eenmaal beter zou zijn dan vrouwensport. Toch bleek de grootste dooddoener een gebrek aan rapportage over vrouwensport in de pers. Het gebrek aan aandacht voor vrouwensport in de media zou dus een vicieuze cirkel kunnen creëren. Het publiek dat wel degelijk geïnteresseerd is in vrouwensport, moet als gevolg vaak veel moeite doen om het te kunnen zien. Het wordt amper live uitgezonden en als er wel aanbieders zijn, zit het vaak verstopt in een hoekje. Toch lijkt daar nu (stilaan) verandering in te komen.

De kijkcijfers en aandacht voor vrouwensport zijn de afgelopen jaren duidelijk gestegen en ook de financiële asymmetrie met mannensport wordt steeds meer aangevochten. Volgens Nielsen zou de groeiende aandacht voor vrouwensport het gevolg zijn van sociale media en het promoten van grote namen. Die aandacht lijkt al langer aanwezig te zijn in de tenniswereld, waar grote vrouwelijke namen als Kim Clijsters ervoor zorgden dat de sport veeleer als egalitair wordt bestempeld. Al komt het nu ook vaker voor in andere sporten. Denk maar aan Emma Meesseman van de Belgian Cats, Tessa Wullaert van de Red Flames, Nafi Thiam in de atletiek, en Lotte Kopecky in het wielrennen. Zij leveren stuk voor stuk ongelofelijke prestaties, ook op het internationale toneel, en dat lijkt bij de Belgische media toch een zekere nationale trots op te wekken. 

De schijnwerpers zijn niet langer uitsluitend op mannen gericht

Ook in de sportwereld zelf lijken er dingen te veranderen. Sinds 2022 is er bijvoorbeeld in het wielrennen een effectieve Tour de France Femmes. Deze competitie begint op de laatste dag van de Tour voor mannen, duurt acht dagen en bestaat dus uit acht etappes. Tussen 1984 en 1989 bestond reeds een Tour de France voor vrouwen die volledig gelijkliep met de Tour voor mannen. Die wedstrijd werd echter afgelast omdat het economisch niet rendabel werd geacht door de organisator. Hopelijk is de tweede poging een langer leven beschoren. 

Stilaan verandert het sportlandschap en zijn de schijnwerpers niet langer uitsluitend op mannen gericht. Toch is er, ondanks de positieve evolutie van afgelopen jaren, nog een lange weg te gaan. Nu is het hopen dat vrouwelijke atleten de aandacht die ze zo verdienen ook blijven krijgen en dat het discours van mensen als Djokovic niet opnieuw de bovenhand krijgt.

Nog geen stemmen

Reactie toevoegen